Wim Casteels

‘Na aankondiging Diependaele over Copilot: wordt Vlaanderen te afhankelijk van een Amerikaans technologiebedrijf?’

Wim Casteels Docent IT & AI (AP Hogeschool)

De Vlaamse regering trekt miljoenen uit voor de aankoop van de AI van Microsoft Copilot, schrijft Wim Casteels. ‘Wellicht is het verstandiger om de beschikbare middelen te investeren in een doordacht AI-beleid.’

Het efficiënter maken van de overheid is een populair, terugkerend politiek thema. Met het beloofde potentieel van artificiële intelligentie is de link snel gelegd. Dat biedt veel kansen, maar ligt tegelijk ook gevoelig. Dergelijke processen hebben immers een grote impact op (kwetsbare) burgers. Denk maar aan de protesten tegen Elon Musks pogingen om AI in te zetten om het Amerikaanse overheidsapparaat te hervormen.

In Vlaanderen probeert men momenteel zicht te krijgen op het gebruik van AI binnen de administratie. Ambtenaren krijgen daarbij via Microsoft Copilot toegang tot AI-tools. Die inzet roept vragen op over transparantie, democratie en afhankelijkheid van buitenlandse techreuzen.

Zo publiceerde het Agentschap Digitaal Vlaanderen onlangs voor het eerst de ‘Quickscan AI in de Vlaamse Overheid’. Die moet een overzicht geven van AI-toepassingen binnen de administratie. Volgens de quickscan zijn er 240 AI-toepassingen in ontwikkeling bij Vlaamse overheden. De meerderheid daarvan bevindt zich nog in de experimenteerfase (118) of ideeënfase (35). De meest gebruikte technologie is generatieve AI, doorgaans via externe systemen zoals Microsofts Copilot of Googles Gemini.

De publicatie van de quickscan is geen toeval. Vorig jaar trad de Europese AI Act in werking, die AI-systemen indeelt in risicoklassen en regels oplegt over onder meer transparantie. Veel overheidsapplicaties vallen automatisch onder de categorie ‘hoog risico’, zoals toepassingen rond onderwijs, werkgelegenheid en wetshandhaving.

Toch biedt de quickscan vandaag nog geen zicht op die risicoklassen. Dat toont aan dat er werk aan de winkel is om in lijn te komen met de AI Act, die de komende jaren gefaseerd van kracht wordt. De scan geeft een interessant eerste beeld, maar toont tegelijk het gebrek aan overkoepelende visie.

10.000 licenties voor jaarlijks 3 miljoen euro?

Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) is ambitieus en kondigde in een videoboodschap aan te investeren in 10.000 licenties voor Microsoft Copilot. Met een kostprijs van 28 euro per gebruiker per maand betekent dit een jaarlijkse investering van meer dan drie miljoen euro – tenzij Diependaele een korting heeft bekomen.

In die video gaf de minister-president wat onbeholpen toelichting bij wat AI wel of niet kan. Als voorbeeld van eigen gebruik gaf hij aan inspiratie te hebben gezocht voor een valentijnsgeschenk. Het is opmerkelijk dat dit het beste voorbeeld was dat men kon bedenken voor een duidelijk gescripte communicatie.

De minister-president somde vier principes op voor AI: democratisch, transparant, doelgericht en respectvol. Ironisch genoeg zijn dit net de thema’s waarop Microsoft Copilot internationaal onder vuur ligt. Dat roept fundamentele vragen op over de gekozen aanpak.

Zo is het de vraag hoe democratisch het is dat Copilots AI-modellen getraind werden op auteursrechtelijk beschermde data, zonder medeweten van de auteurs. Onder andere de New York Times klaagde Microsoft aan, nadat hun artikels letterlijk opdoken zonder bronvermelding.

Ook het tweede principe, transparantie, staat ter discussie. De manier waarop deze modellen tot stand kwamen, is nauwelijks openbaar gemaakt. Dat leidt tot kritiek, ook vanuit Europa. Zo blijft het onduidelijk hoe Microsoft zal voldoen aan de AI Act, die verplicht aanbieders om de gebruikte trainingsdata samen te vatten.

Hype

De derde pijler, doelgerichtheid, wringt eveneens. Copilot wordt gepromoot als een ‘general-purpose AI’, terwijl doelgerichtheid net vereist dat toepassingen voor een duidelijk omlijnd doel ontwikkeld worden. Volgens een Gartner-rapport zijn veel bedrijven dan ook terughoudend wegens hoge kosten en onduidelijke meerwaarde. Wat het precieze doel van Copilot bij de Vlaamse overheid is, blijft dus onduidelijk (tenzij om ambtenaren te ondersteunen bij het kiezen van valentijnscadeaus?).

Het vierde principe, respectvol, raakt aan gevoelige kwesties rond privacy en databeheer. AI-tools zoals Copilot functioneren enkel goed als ze toegang hebben tot voldoende context, wat impliceert dat ze gevoelige data kunnen verwerken. Onlangs werd met Echoleak nog een kwetsbaarheid ontdekt die toegang gaf tot dergelijke informatie.

Ten slotte rijst de vraag of Vlaanderen met Copilot niet té afhankelijk wordt van een Amerikaans technologiebedrijf. Steeds meer Europese organisaties zoeken alternatieven. Zo stapte de stad Kopenhagen recent over van Microsoft naar een Europees platform. Ook het afsluiten van het Microsoft-account van Karim Khan, de aanklager bij het Internationaal Strafhof die in de clinch lag met Amerikaans president Donald Trump, wekt bezorgdheid.

Wellicht is het verstandiger om de beschikbare middelen te investeren in een doordacht AI-beleid voor de overheid dan mee te hollen in de hype die wordt aangewakkerd door Amerikaanse big tech-bedrijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content