Het begrotingsakkoord van de regering-De Wever is een aaneenschakeling van oude zonden. Het resultaat? Chaos, tot in de hoogste politieke regionen.
Een begroting is het belangrijkste politieke document dat een regering elk jaar opstelt. Het is het financiële stappenplan dat de uitvoering van het beleid, de prioriteiten en de dagelijkse werking van de overheid mogelijk maakt. Het akkoord dat de regering-De Wever vorige week sloot, is een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Op twee vlakken schoot de regering fundamenteel tekort bij het opstellen van de begroting. Eén, er werd weer te laat aan begonnen. Twee, het akkoord bevat veel onduidelijkheden en werd niet doorgerekend.
Wie de overheidsfinanciën echt wil saneren, begint elk jaar in de zomer aan de begroting. Dan is er tijd om elke post kritisch te bekijken, overbodige uitgaven te schrappen en hervormingen degelijk voor te bereiden. Doe dat vijf jaar na elkaar en aan het einde van de regeerperiode is de hele begroting opgeschoond. De regering-De Wever koos opnieuw voor de vertrouwde chaos: deadline na deadline gleed voorbij, met als triest dieptepunt weer een uitputtende marathonvergadering van twintig uur.
Het resultaat is een akkoord vol mist. Zelfs vicepremiers wisten nadien niet meer wat ze precies hadden beslist. Frank Vandenbroucke gaf een halve dag na het akkoord in Terzake volstrekt foute informatie over de indexhervorming, nochtans het dossier dat zijn partij Vooruit als speerpunt had uitgeroepen. Dat is niet alleen gênant, het is onthutsend. Als een vicepremier al niet weet wat er in het akkoord staat, hoe moet de burger dan vertrouwen hebben?
Wat er uiteindelijk allemaal is afgesproken, is nog steeds onduidelijk. Details sijpelen druppelsgewijs naar buiten, een serieuze doorrekening ontbreekt. De afspraken over de indexhervorming bijvoorbeeld zijn uiterst ingewikkeld en werden technisch amper voorbereid. Specialisten zitten met de handen in het haar hoe alles precies moet worden berekend. Hetzelfde rommelige patroon zagen we eerder bij de meerwaardebelasting.
Zoals de Leuvense begrotingsexpert Wim Moesen steeds herhaalt, zorgt de werkwijze die ook de regering-De Wever weer toepaste bij de opstelling van de begroting voor een ‘wormstekig resultaat, dat schimmelplekken vertoont en een vreemd geurtje verspreidt’. Die kritiek zal terugkomen zolang Belgische regeringen talmen, nachtbraken en vage, ingewikkelde compromissen sluiten in plaats van heldere, doorgerekende keuzes te maken. En terecht. Want zonder een degelijke, tijdig opgestelde en transparante begroting die ernstig gecommuniceerd wordt, is serieus bestuur simpelweg onmogelijk.