De regering wil militairen inzetten in probleemwijken, maar pas nadat in een nieuwe wet is vastgelegd wat soldaten op straat mogen doen. Maar is zo’n wet wel een goed idee? ‘Dit is gevaarlijk voor de democratische rechtsstaat.’
Voor het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin (MR) is de volgorde duidelijk: eerst een wettelijk kader, dan pas militairen in Brussel. Om het drugsgeweld tegen te gaan, kreeg Quintin groen licht om militairen in te zetten in Brusselse ‘probleemwijken’. Denk aan Peterbos, de omgeving rond metrostation Clemenceau en Molenbeek. Maar voor die boots on the ground is een nieuwe wet nodig.
‘Eigenlijk is het raar dat men nu pas aan een wettelijk kader denkt’, zegt criminoloog Jelle Janssens (UGent). Tussen 2015 en 2021 was er al de militaire operatie Vigilant Guardian. Als reactie op de jihadistische terreur in Europa werd het leger toen al ingezet in het straatbeeld, vooral in Brussel en Antwerpen.
‘Tot op vandaag heeft het leger geen politionele bevoegdheden’, legt Janssens uit. ‘Wel mogen ze, net zoals andere burgers, iemand staande houden. Maar voor een aanhouding blijft men altijd afhankelijk van een politieman.’
Fouilleren of zelfs maar een identiteitskaart opvragen behoort dus niet tot de mogelijkheden. ‘En ze mogen enkel hun vuurwapen gebruiken als iemand anders eerst begint te schieten.’
Minister van Defensie Theo Francken wil binnenkort zijn nieuwe ‘rules of engagement’ voorleggen aan de ministerraad. Het uitbreiden van de bevoegdheden – zoals fouilleren en arrestaties – lijkt voor de hand te liggen.
Nieuwe regels op komst
Minister van Defensie Theo Francken (N-VA) wil binnenkort zijn nieuwe ‘rules of engagement’ voorleggen aan de ministerraad. Wat daarin staat, is nog niet bekend. Maar het uitbreiden van de bevoegdheden – zoals fouilleren en arrestaties – lijkt voor de hand te liggen.
Is het verstandig om de macht van het leger in onze straten uit te breiden? Janssens: ‘Dat ligt politiek en ideologisch gevoelig. En ja, dat houdt een gevaar in voor onze democratische rechtsstaat. Tot nu toe is er een duidelijke taakverdeling: het leger voor het buitenland, de politie voor het binnenland.’
Volgens Janssens kan dit de voorbode zijn van een National Guard zoals in de Verenigde Staten. Die bestaat uit reservisten van het Amerikaanse leger en valt grotendeels onder het gezag van de staten, behalve in Washington DC, waar de president het laatste woord heeft.
Afgelopen zomer stuurde Donald Trump de garde naar de hoofdstad om op te treden tegen de ‘gewelddadige misdaad’. ‘Ook in België wil minister Francken een grote reserve uitbouwen’, zegt Janssens. ‘Ik zeg niet dat we morgen een National Guard op z’n Belgisch hebben. Maar het valt niet uit te sluiten dat je binnen tien jaar zo’n garde hebt die kan patrouilleren en fouilleren wanneer de regering dat nodig acht.’
Liga voor Mensenrechten waarschuwt voor hellend vlak
Volgens Kati Verstrepen, voorzitster van de Liga voor Mensenrechten, is het plan om militairen in te zetten op straat problematisch in twee opzichten. ‘Als er géén wettelijk kader wordt gecreëerd, dreigen soldaten opdrachten te moeten uitvoeren zonder dat duidelijk is wat hun precieze bevoegdheden zijn.’
Maar ook een nieuwe wet is problematisch. Verstrepen waarschuwt voor de lange termijn. ‘Van zodra je een wettelijk kader creëert, kan dat ook in andere omstandigheden worden toegepast. Vandaag gebeurt dat misschien met de beste bedoelingen, maar we weten niet wat de toekomst brengt. Het risico is een slippery slope: een hellend vlak waarbij bevoegdheden steeds verder uitbreiden.’
Verstrepen maakt de vergelijking met de ANPR-camera’s. ‘Die waren er oorspronkelijk enkel om terrorisme te bestrijden, en worden nu massaal ingezet voor allerlei andere zaken.’
Verstrepen: ‘Met een wet formaliseer je een verkeerde oplossing voor een bestaand probleem. Politie en leger hebben elk hun specifieke taken. Als er in de strijd tegen drugshandel te weinig agenten zijn, dan moet de oplossing zijn: meer politie, niet meer militairen.’
Kritiek van experts en politie
Defensie-experten zoals ex-kolonel Roger Housen en oud-generaal Marc Thys zijn ronduit tegen de plannen van de regering. Thys, die wél een wettelijk kader ondersteunt, verzet zich met name tegen de praktische uitwerking van Quintins plannen. De minister wil immers gemengde patrouilles van politie en militairen.
‘Maar de aard van een terroristische dreiging is totaal anders dan de criminele dreiging van gewapende drugsbendes’, schreef Thys op X. ‘Als politiemensen en militairen samen patrouilleren, is de kans groot dat ze “getest” zullen worden door die bendes.’
Ook Jurgen De Landsheer, korpschef van de Brusselse politiezone Zuid, ziet meer in militairen die statische bewakingsopdrachten overnemen van de politie, bijvoorbeeld aan de Joodse instellingen. Zijn collega in zone Brussel Noord, Olivier Slosse, is het daarmee eens: ‘Dan kunnen politiemensen zich concentreren op zaken waar meer terreinkennis voor nodig is’, zei hij tegen Bruzz.
Janssens besluit: ‘In de war on drugs moet niet het leger maar de politie in de wijken aanwezig zijn en netwerken in kaart brengen. Het leger kan de politie wel ontlasten van bepaalde taken zodat die tijd heeft voor onderzoek. Daarnaast moet er meer capaciteit komen in gevangenissen en parketten. En vooral: we moeten ervoor zorgen dat jongeren uit kwetsbare milieus niet in de valstrikken van de georganiseerde misdaad lopen. Zonder een echt plan is de stoerdoenerij van de regering niets meer dan symboliek.’
Trump spreidt zijn tentakels: ‘Dit is de grootste politieke crisis sinds de Amerikaanse Burgeroorlog’