Vrijdaggroep

‘Meer verdienen nadat je promotie maakt? Zo kan de politiek hier echt werk van maken’

België heeft niet één maar twee valkuilen op de arbeidsmarkt, maar de politiek staart zich blind op de verkeerde. Alle aandacht gaat naar de werkloosheidsval: het verschil tussen werken en niet-werken. Belangrijk, zeker. Maar tegelijk blijft de promotieval – de drempel die werknemers tegenhoudt om door te groeien – onderbelicht. Nochtans kan de regering beide problemen in één beweging aanpakken volgens Lowie Cnockaert van de Vrijdaggroep.

Tijdens de kiescampagne beloofden zowat alle partijen de werkloosheidsval aan te pakken. Terecht, want hoe kleiner het verschil tussen werken en niet-werken, hoe minder prikkel mensen hebben om effectief aan de slag te gaan. De regering kiest voor een dubbele strategie: enerzijds maakt ze niet-werken minder aantrekkelijk door de belastingvermindering op werkloosheidsuitkeringen te schrappen – volgens het kabinet-Jambon verliest een werkloze daardoor zo’n 200 euro per maand.

Anderzijds wil ze werken aantrekkelijker maken via een fiscale hervorming, met als uithangbord de verhoging van de belastingvrije som. Kostprijs volgens de tabellen tijdens de regeringsonderhandelingen: 3,5 miljard euro.  Alleen gaat die verhoging ook naar niet-werkenden, waardoor het netto-effect op de werkloosheidsval onzeker blijft.

Promotie loont amper

Er gaat dus veel politiek kapitaal en budget naar het verkleinen van de werkloosheidsval. Maar wie de arbeidsmarkt écht wil hervormen, zou ook aandacht moeten hebben voor een andere valkuil: de promotieval. Want de prikkel om aan het werk te gaan is één zaak, de prikkel om door te groeien en productiever te worden is een andere.

Vandaag botsen te veel werknemers die promotie maken op een belastingmuur: hun nettoloon stijgt amper, terwijl hun lasten en verantwoordelijkheden toenemen. Conner Roussaeu was hierover recent duidelijk: “Wie een dikke pree heeft, hoeft geen lastenverlaging te krijgen”.

Daar schuilt nochtans een cruciale hefboom voor onze economie. Een studie van de Nationale Bank toont immers aan dat het vaak de hogere lonen zijn die het meest bijdragen aan de productiviteit. Investeren in het aantrekkelijk maken van promotie en doorgroei loont dus dubbel: werknemers worden beloond om zich in te zetten, en de samenleving profiteert mee van hun hogere productiviteit.

Wie enkel inzet op de werkloosheidsval, maar de promotieval negeert, mist de essentie: een arbeidsmarkt die niet alleen toelaat om te werken, maar ook om vooruit te gaan.

De 50%-schijf als boete op ambitie

Hoe zit het met die promotieval in ons land? Kijk gewoon naar de personenbelasting. Volgens Statistiek België verdiende de gemiddelde Belg in 2022 €56.737. Maar al vanaf €41.360 schuift hij de hoogste belastingschijf in, met een marginale aanslagvoet van 50%. Dat betekent niet dat hij de helft van zijn hele loon afdraagt, maar wel dat elke extra euro boven die grens voor de helft naar de staat vloeit. Met andere woorden: wie promotie maakt, meer verantwoordelijkheid opneemt of een hoger loon onderhandelt, ziet zijn bijkomende inspanning nauwelijks beloond.

In Frankrijk zou datzelfde inkomen nog belast worden aan 30%, in Nederland aan 37%, en in Duitsland blijft men zelfs onder de 42%. België straft dus vooruitgang zwaarder af dan onze buurlanden – en precies dát is de kern van de promotieval.

Een betaalbare uitweg

De oplossing ligt voor de hand: verhoog de ondergrens van de 50%-schijf zodat mensen minder snel in het hoogste tarief terechtkomen. Het Planbureau berekende tijdens de verkiezingscampagne dat een optrekking van de ondergrens naar ongeveer 1,4 keer het modale inkomen een budgettaire kost van amper een half miljard euro zou hebben. Willen we radicaler gaan, dan kunnen we de 50%-schijf zelfs helemaal afschaffen.

Dit is waarom uw aanslagbiljet bekijken in 2025 zo frustrerend is

Volgens eigen ruwe berekeningen zou dat een prijskaartje van ongeveer 1,1 miljard euro hebben. Het grote verschil met de huidige aanpak van de Arizona-regering is dat de belastingverlaging dan enkel naar de werkenden gaat. Zo wordt de werkende mens beloond, en omdat de verlaging over minder mensen wordt uitgesmeerd, blijft ze ook veel betaalbaarder.

De financiering van een belastinghervorming is perfect haalbaar. Zo kost de welvaartsenveloppe – de automatische verhoging van uitkeringen bovenop de index – voor de jaren 2025 en 2026 ongeveer 500 miljoen euro volgens het ABVV. Het sociaal tarief voor energie, een verlaagde prijs voor gas en elektriciteit die ook geldt voor wie niet werkt, kwam in 2023 neer op zo’n 550 miljoen euro volgens de CREG.

En dan is er nog het bijzonder ruime statuut van de verhoogde tegemoetkoming, dat extra voordelen geeft aan mensen met een laag inkomen, zoals een remgeldplafond van slechts €1 bij de dokter. Door deze drie posten te beperken of te schrappen, is het benodigde miljard te vinden. Bovendien wordt op deze manier niet-werken minder aantrekkelijk.

Werken én doorgroeien laten lonen

Kortom, een gerichte belastinghervorming kan tegelijk de promotieval en de werkloosheidsval verkleinen. Door de 50%-schijf te hervormen en de financiering te halen uit bestaande uitgaven die vandaag verkeerde prikkels in stand houden, wordt werken aantrekkelijker en doorgroeien eindelijk beloond. Bovendien wordt niet-werken minder aantrekkelijk, waardoor meer mensen de stap naar de arbeidsmarkt zullen zetten.

De arbeidsmarkt moet een ladder zijn die mensen omhoog helpt: de eerste trede moet lonen, en halverwege mag niemand in een valkuil belanden.

Lowie Cnockaert is lid van de Vrijdaggroep. Hij doctoreert aan de UHasselt. Voorheen was hij onder meer econoom op de FOD Economie.


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise