Voorstellen alsof iedereen in de toekomst een potentiële fraudeur is, als datamining toegepast wordt op het rekeningenregister van de Nationale Bank, ‘doet de waarheid geweld aan’. Dat zei minister van Financiën Jan Jambon (N-VA) dinsdag in de bevoegde Kamercommissie, waar hij antwoordde op de vele vragen die de Kamerleden de voorbije weken daarover hadden gesteld.
In de Kamercommissie Financiën gaat het dinsdag opnieuw over de geplande maatregel van de arizonaregering om datamining toe te passen op het Centraal Aanspreekpunt (CAP) van de Nationale Bank, dat alle bankrekeningen en financiële contracten verzamelt in ons land. De maatregel moet het mogelijk maken om fiscale fraude proactief op te sporen.
Na de filibustersessie van Open VLD-Kamerlid Vincent Van Quickenborne van vorige week, waarmee die de stemming van de maatregel probeerde te vertragen, kreeg minister Jambon de gelegenheid om te antwoorden op de vele vragen die de voorbije weken door de Kamerleden zijn gesteld. De minister ging daar uitgebreid op in – zijn antwoord telde 27 pagina’s.
Jambon verweerde zich tegen de kritiek van vooral oppositiepartij Open VLD, die de maatregel omdoopte tot ‘money control’, en Vlaams Belang. Jambon herhaalde daarbij meermaals dat er steeds een menselijke tussenkomst is in het (anonieme) selectieproces van dossiers via datamining, dat voorafgaat aan de eigenlijke fiscale controle. Dat moet onder meer het risico tegengaan op valse positieven. ‘De machine neemt geen beslissing, maar biedt ondersteuning aan de persoon die de beslissing zal nemen’, aldus Jambon, die daarbij ook diverse hendels opsomde die zijn ingebouwd om de privacy te waarborgen tijdens het selectieproces.
‘Dit is een instrument in de strijd tegen fiscale fraude en de georganiseerde criminaliteit. De maatregel voorstellen alsof in de toekomst iedereen een potentieel fraudeur is, alsof de fiscus in uw bank-app zit, is de waarheid geweld aandoen’, was de slotsom van Jambon.
Niet voor het eerst sprak Jambon zo ook tegen dat gesnuffeld zou worden in de bank-app van burgers en dat de datamining zich zou richten op individuele transacties. ‘Het CAP bevat saldi die twee keer per jaar worden meegedeeld. Niet alle verrichtingen of transacties op de rekeningen van de Belgen’, zei Jambon daarover, die ook ontkende dat artificiële intelligentie wordt ingezet.
Na de antwoorden van de minister kregen de diverse fracties nog de kans om te repliceren. Commissievoorzitter Steven Vandeput (N-VA) stelde voor, de vorige zitting indachtig, om die replieken te beperken tot een uur. Van Quickenborne zei dat hij twee uur nodig had, en hij vond steun bij Vlaams Belang om langer te kunnen doorgaan dan een uur. Voor het uiteindelijk tot een stemming zou komen over de programmawet waar de maatregel deel van uitmaakt, volgt na de replieken overigens eerst nog een artikelsgewijze bespreking.