
Is de meerwaardebelasting meer dan marketing op 1 mei?
De meerwaardebelasting is de trofee waarmee Vooruit-voorzitter Conner Rousseau uitpakt om zijn deelname aan de regering-De Wever te verdedigen tegen de kritiek van de vakbonden. Op 1 mei mag de vraag worden gesteld: is de meerwaardebelasting meer dan marketing van de Vlaamse socialisten? En wat is hun meerwaarde in de regering?
1 mei belooft niet de gemakkelijkste dag te worden voor de partij Vooruit en haar voorzitter Conner Rousseau. De vakbonden sparen de kritiek niet op de regering-De Wever, waar de Vlaamse socialisten deel van uitmaken. En ze zullen dat zeker niet doen tijdens de speeches op het Feest van de Arbeid.
Vakbondsleider Bert Engelaar (ABVV) heeft al bij herhaling gezegd dat hij weinig meerwaarde ziet in de regeringsdeelname van de ‘bevriende partij’ Vooruit. Hij voegde er voor de duidelijkheid aan toe: ‘Het is verdomd moeilijk om wat nu bij die regering op tafel ligt te blijven verdedigen.’
Rousseau blijft die deelname wel verdedigen, niet alleen door te zeggen dat het zonder de inbreng van de Vlaamse socialisten allemaal nog veel erger zou zijn, maar vooral door te wijzen op wat hij wél heeft binnengehaald: ‘Wat wij met de meerwaardebelasting realiseren, is geen enkele andere partij voor ons gelukt.’
De vraag is: stelt de meerwaardebelasting van de regering-De Wever ook echt iets voor, of is het slechts een symbool waarmee Vooruit op een dag als 1 mei haar regeringsdeelname kan verdedigen?
Belastingen op kapitaal
Al jaren geleden schreef de OESO, toch geen linkse club, in haar rapport over ons land: ‘België zou het best een federale meerwaardebelasting invoeren.’ Dat betekent niet dat kapitaal of vermogen in ons land niet wordt belast, zoals weleens wordt gezegd, maar wel dat die belastingen niet eerlijk zijn verdeeld. Zo worden bijvoorbeeld de werkelijke huurinkomsten niet belast.
België is ook een van de weinige landen zonder belasting op meerwaarden. Of beter gezegd: in theorie kent ons land een meerwaardebelasting van 33 procent, maar die moet niet worden betaald als de meerwaarde het resultaat is van een ‘normaal beheer van het privévermogen’. In de praktijk blijven de meerwaarden onbelast.
Solidariteitsbijdrage
En dat gaat nu met de regering-De Wever veranderen. Volgens de plannen van de federale regering worden voortaan ook meerwaarden afkomstig van het normale beheer van het privévermogen belast.
Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt in het regeerakkoord het woord ‘meerwaardebelasting’ niet voor. Daar wordt gesproken over een ‘solidariteitsbijdrage’. Het duidt aan hoe gevoelig het ligt binnen de regering, en vooral bij de MR van Georges-Louis Bouchez, als een kat geen kat mag worden genoemd.
Dat er wordt gesproken over een ‘solidariteitsbijdrage’, duidt aan hoe gevoelig de meerwaardebelasting ligt binnen de regering.
Nog belangrijker is dat in het regeerakkoord slechts negen zinnetjes gaan over die ‘solidariteitsbijdrage’, lees ‘meerwaardetaks’. Het uitgangspunt is: ‘Er komt een algemene solidariteitsbijdrage van 10 procent op de toekomstige gerealiseerde meerwaarde van financiële activa, inclusief crypto-activa, opgebouwd vanaf het moment van de invoering van de bijdrage.’
Dan volgen nog een paar specificaties, maar het is duidelijk dat het geheel nog verder moet worden uitgewerkt. In negen zinnetjes maak je geen meerwaardebelasting. Dat is een eerste manco: veel is in het regeerakkoord onduidelijk gebleven.
Geen komma
Zoals steeds is het uiterst belangrijk hoe de principes uit het regeerakkoord in een wet worden vastgelegd. Hoe meer er in het regeerakkoord al duidelijk is, hoe minder discussie over die uitwerking moet worden gevoerd. Maar in het regeerakkoord was de passage over de meerwaardebelasting dus erg beknopt. Dat dit voor veel discussie zorgt tussen de regeringspartijen, viel te voorspellen.
Daarom is het begrijpelijk dat Vooruit-voorzitter Rousseau zegt dat ‘wat in het regeerakkoord staat, onverwijld moet worden uitgevoerd’, maar het probleem is dat er heel veel níét in het regeerakkoord staat. ‘Er wordt geen komma gewijzigd aan de tekst’, zei vicepremier Frank Vandenbroucke (Vooruit), maar dat is natuurlijk een loze uitspraak aangezien er nog heel veel cijfers, letters en leestekens zullen moeten worden toegevoegd.
Eén voorbeeld. Toen een jonge vader in februari dit jaar in het VRT-programma De zevende dag aan Vandenbroucke vroeg of er een meerwaardebelasting zou worden geheven op het beleggingsproduct dat hij had opgestart voor zijn jonge kind, luidde diens antwoord: ‘Of de meerwaardebelasting van toepassing zal zijn op dat product, kan ik niet zeggen. Dat moet je uitwerken in wetgeving.’
Veel vragen
En dan zijn er de vragen bij de zinnetjes over de ‘solidariteitsbijdrage’ die wél in het regeerakkoord staan. Zo staat er: ‘Er wordt voorzien in een aftrekbaarheid van minderwaarden (van deze categorie van inkomsten) binnen het jaar, zonder overdraagbaarheid.’
De vraag is: wat gebeurt er met de minwaarden als je ze niet mag overhevelen? In sommige landen, zoals de Verenigde Staten, Zweden en Finland, kun je (een deel van) de minwaarden aftrekken van de andere inkomsten, zodat je bespaart op belastingen die je anders zou betalen. Zal dat ook bij ons gebeuren?
In het regeerakkoord staat bijvoorbeeld dat er een meerwaardebelasting komt van 10 procent op de toekomstige gerealiseerde meerwaarde van financiële activa, waarbij de eerste 10.000 euro winst is vrijgesteld van belasting. Maar voor wie een aanmerkelijk belang van minstens 20 procent heeft in een bedrijf dat verkocht wordt, geldt een ander regime en wordt voorzien in een vrijstelling van de winsten tot 1 miljoen. Welk regime geldt dan voor wie bijvoorbeeld maar 19 procent van de aandelen van een bedrijf in handen heeft?
Geen overeenstemming
Ook hieruit blijkt dat de solidariteitsbijdrage/meerwaardebelasting in het regeerakkoord onvoldoende werd uitgewerkt. De reden mag duidelijk zijn: omdat er geen verdere overeenstemming over was tussen de regeringspartijen. De invoering van de meerwaardebelasting was voor de vorming van de regering-De Wever de grootste horde die moest worden genomen. Het voordeel van de passage hierover in het regeerakkoord te beperken tot negen zinnetjes was dat een regering op poten kon worden gezet.
Het nadeel is dat de discussie over de concrete uitwerking nu zal worden gevoerd. Ook de voorbije weken was er gehakketak tussen de regeringspartijen over een vrijstelling voor beleggers die aandelen ten minste tien jaar aanhouden. Die discussie sleept nu al maanden aan.
Los zand
Zo komen we bij de kern van het verhaal: het is goed dat er een belasting wordt ingevoerd die de meerwaarden op aandelen belast, maar dat zal er niet voor zorgen dat de meerwaardebelasting van de regering-De Wever op een transparante, eerlijke, efficiënte manier gebeurt. Het is een compromis vol onduidelijkheden geworden, dat als los zand aan elkaar hangt.
De meerwaardebelasting die nu voorligt is niet goed doordacht en viseert, in tegenstelling tot wat Rousseau beweert, ook niet de sterkste schouders.
De meerwaardebelasting die nu voorligt is niet goed doordacht en viseert, in tegenstelling tot wat Rousseau beweert, ook niet de sterkste schouders. De rijken gaan deze meerwaardebelasting niet betalen, wel de middenklasse. En de werkelijke huurinkomsten bijvoorbeeld worden nog altijd niet belast.
Op kruissnelheid zou de meerwaardebelasting een half miljard euro per jaar moeten opbrengen, maar zelfs de socialisten zijn er bezorgd over of dit cijfer wel zal worden gehaald. De Inspectie van Financiën zegt dat de ramingen ‘erg onzeker’ zijn en twijfelt er dus aan of de opbrengt van 500 miljoen euro in 2029 gehaald zal worden. Indien niet, dan is de meerwaardebelasting helemaal een slag in het water.
Te eenvoudig
Als het de bedoeling was om de sterkste schouders de zwaarste lasten te laten dragen, dan had de regering een eenvoudige ingreep kunnen doen: een verhoging van de effectentaks.
Als het de bedoeling was om de sterkste schouders de zwaarste lasten te laten dragen, dan had de regering een eenvoudige ingreep kunnen doen: een verhoging van de effectentaks.
De effectentaks is nu een jaarlijkse heffing van 0,15 procent op effectenrekeningen met een gemiddelde waarde van meer dan 1 miljoen euro. Zowel natuurlijke als rechtspersonen (vzw’s, vennootschappen enzovoort) worden geviseerd, ongeacht of die personen ingezetenen zijn. In 2024 bracht de taks 462 miljoen euro in het laatje.
De regering had het belastingpercentage kunnen optrekken en/of de drempel van 1 miljoen euro kunnen verlagen. Een verhoging van de effectentaks van 0,15 naar 0,25 procent op bedragen van meer dan 1 miljoen euro lag tijdens de regeringsonderhandelingen een tijd op tafel, maar haalde het niet. Zo’n verhoging van de effectentaks was blijkbaar te eenvoudig voor de regering-De Wever.
Het doet er niet toe dat de meerwaardetaks een misbaksel is, als iedereen maar denkt dat Vooruit gezorgd heeft voor een meerwaardebelasting.
En natuurlijk zou Rousseau dan niet kunnen zeggen dat zijn partij er als eerste in was geslaagd een meerwaardebelasting in te voeren. Marketing is altijd al het belangrijkste geweest voor de voorzitter van Vooruit, ook in dit geval: het doet er niet dat de meerwaardetaks een misbaksel is, zolang iedereen maar denkt dat Vooruit gezorgd heeft voor een meerwaardebelasting.
Koterijen
Het allerbeste was natuurlijk geweest als deze regering een grondige hervorming van onze fiscaliteit had doorgevoerd. Buitenlandse voorbeelden hadden inspirerend kunnen werken.
Al meer dan 20 jaar worden in ons land pleidooien gehouden om bijvoorbeeld een dual income tax in te voeren, zoals die in Nederland en Scandinavische landen al bestaat. Daarbij worden de inkomsten uit arbeid progressief belast, en de inkomsten uit vermogen tegen een vast tarief. Het is eenvoudig en de voorbeelden in het buitenland tonen aan dat het werkt.
Terwijl de koterijen in onze fiscaliteit juist moeten worden afgeschaft, bricoleert de regering-De Wever liever een nieuwe koterij.
Maar dat kon onze regering niet overtuigen. Liever bricoleert ze tot grote ergernis van zowat alle fiscalisten zelf wat vlug in elkaar, een zoveelste koterij, terwijl de koterijen in onze fiscaliteit juist moeten worden afgeschaft.
Of het een meerwaarde is dat de Vlaamse socialisten in de regering zitten? Zeker niet als het gaat over de invoering van een meerwaardebelasting zoals die nu inhoudelijk wordt uitgewerkt. Of Vooruit voor de rest een meerwaarde in de regering heeft, daar zal uiteindelijk de kiezer over oordelen. Als Vooruit geen zichtbare successen kan boeken, dreigt een logische afstraffing. Zoals het maanden geleden al intern bij Vooruit werd geformuleerd: ‘Als we politiek mislukken, zijn we electoraal dood.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier