Evelien Willems

‘Het belang van subsidies voor het middenveld: meer dan een begrotingsvraagstuk’

Evelien Willems Postdoctoraal onderzoeker UAntwerpen

‘Als we willen dat de stemmen van alle burgers meetellen, dan is een sterk, én kritisch, middenveld onmisbaar’, schrijft Evelien Willems (UAntwerpen).

Na weken van politiek getouwtrek besliste de Vlaamse regering donderdag 13 november welke sociaal-culturele organisaties hun subsidies verliezen. Wat begon als een relatief beperkte besparing van 3,5 miljoen euro, groeide uit tot een symbooldossier. Heikele beslissingen, zoals het stopzetten van de subsidie voor de ‘linkse’ klimaatorganisatie Climaxi ondanks een positieve evaluatie van de expertencommissie, wakkerden de discussie verder aan.

Het resultaat van een politiek compromis waarbij naast twaalf organisaties met een negatief advies, waaronder ook enkele Vlaamsgezinde organisaties, hun subsidies verliezen, ook de subsidies voor zes organisaties met een positief advies worden stopgezet of sterk verminderd.

De sector van het sociaal-cultureel volwassenwerk waarschuwde reeds dat politieke bijsturing van de expertenadviezen de autonomie van organisaties aantast en de rechtszekerheid ondermijnt. De regering volgt het advies niet omdat “de verenigingen betrokken zijn bij of niet ondubbelzinnig afstand nemen van gewelddadig extremisme of het ondersteunen”. Het gaat daarbij o. a. om organisaties die hun steun betuigden aan het disruptieve Code Rood.

Daarbij komt dat de Vlaamse regering in oktober ook het gebruik van subsidies verbood voor administratieve en juridische acties tegen de Vlaamse overheid.

Op het federaal niveau ligt de wet-Quintin op tafel. Het wetsontwerp geeft de ministerraad de macht om “extremistische organisaties” te verbieden zonder rechterlijke tussenkomst. Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens was erg kritisch over dat ontwerp omdat het weinig concreet is en te veel ruimte overlaat voor een willekeurige interpretatie.

De huidige controverses leggen zo een fundamenteler probleem bloot: een middenveld dat moet functioneren in een context van toenemende politieke druk kan zijn rol als kritische stem van de democratie steeds moeilijker vervullen. Juist daarom zijn transparante, betrouwbare en voldoende subsidies essentieel.

Ongelijke vertegenwoordiging en de rol van het middenveld

Onderzoek wijst er al geruime tijd op dat politieke besluitvorming scheef kan groeien wanneer beleidsmakers vooral luisteren naar burgers met een hogere sociaaleconomische status (SES). Deze burgers beschikken doorgaans over meer middelen, tijd en netwerken om hun stem te laten horen, waardoor hun belangen vaker en beter doordringen tot beleid. Lagere SES-groepen daarentegen lopen het risico om ondervertegenwoordigd te blijven: hun voorkeuren wegen minder zwaar door in politieke besluitvorming want zij ervaren hogere drempels om hun stem te laten horen en invloed uit te oefenen op beleid.

Dat betekent dus dat het ‘primaat van de politiek’, oftewel het principe dat alleen beleidsmakers beslissingen kunnen nemen, omdat zij ‘de wil van het volk’ zouden vertegenwoordigen, onvoldoende garanties biedt op representatieve besluitvorming. Politici hebben doorgaans geen accuraat beeld van wat er leeft onder de bevolking, ondanks hun investeringen in het monitoren van de publieke opinie. Bovendien blijkt dat politici van alle partijen de steun voor linkse beleidsvoorstellen vaak onderschatten, en de steun voor meer rechtse voorstellen overschatten.

Juist op dit punt vervullen politiek actieve middenveldorganisaties — van vakbonden, tot  ngo’s actief op milieu en organisaties die de belangen van ouderen, kinderen, patiënten, fietsers, consumenten, enzovoort behartigen — een cruciale democratische rol. Zij mobiliseren burgers, verlagen participatiedrempels en bieden een collectief kanaal om belangen te articuleren. Dat doen ze vanuit uiteenlopende ideologische visies, én met de nodige inhoudelijke expertise, gevoed vanuit de ervaringen van hun achterban. In het bijzonder vervullen zij een representatieve functie voor sociale groepen die anders moeilijk toegang verkrijgen en brengen ze hun eisen ook daadwerkelijk binnen in politieke besluitvormingsprocessen.

Empirisch onderzoek toont dat wanneer het middenveld sterk actief is, de kloof tussen wat burgers wensen en wat politici beslissen kleiner wordt, vooral voor burgers met een lagere SES-achtergrond. Ze verbreden de kijk van onze beleidsmakers op maatschappelijke problemen. Het middenveld versterkt daarom net de democratische legitimiteit van beleid, in plaats van dit te ondermijnen.

Subsidies zijn essentieel

Nochtans moeten middenveldorganisaties deze rol waarmaken binnen een structureel ongelijk speelveld. Niet alle organisaties beschikken over gelijke middelen, professionele capaciteit of toegang tot beleidsmakers. Een kleine, goed georganiseerde groep vindt makkelijk de weg naar parlement, kabinetten en media (met name bedrijfsbelangen), terwijl andere belangen weinig of niet worden gehoord. Zonder ondersteuning is het vooral voor organisaties die kwetsbare of ondervertegenwoordigde groepen vertegenwoordigen moeilijk om duurzaam impact te hebben. Dat is absoluut onwenselijk vanuit democratisch oogpunt.

In dit licht vormen subsidies een noodzakelijk instrument om dit speelveld gelijker te maken. Ze versterken de capaciteit van organisaties om hun democratische rol op te nemen: burgers te mobiliseren, belangen te articuleren en tegenmacht te bieden in beleidsprocessen.

Wanneer subsidies worden ingetrokken omdat organisaties politiek gevoelige of kritische standpunten innemen, vaak organisaties die mondige burgers vertegenwoordigen, ondermijnt dit niet alleen de pluraliteit van het middenveld, maar zet dit mogelijks ook de representatie van sociale groepen die minder bevoordeeld zijn op de helling. In een context waarin subsidiedossiers reeds veel administratief werk vergen en aan strikte criteria moeten voldoen, kan de verwachting dat bepaalde standpunten risico’s inhouden, organisaties ertoe aanzetten hun kritiek te temperen.

Het debat over subsidies gaat niet enkel over budgetten en besparingen, maar over de voorwaarden waaronder onze democratie functioneert. Als we willen dat de stemmen van alle burgers meetellen, dan is een sterk, én kritisch, middenveld onmisbaar.

Evelien Willems is postdoctoraal onderzoeker aan het Departement Politieke Wetenschappen van de UAntwerpen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise