‘Als België mensenrechten au sérieux neemt, is het tijd om verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van wat zich afspeelt in de Palestijnse gebieden. Maar wat betekent dat eigenlijk: verantwoordelijkheid nemen – in mensenrechtelijke termen? Enkele bedenkingen’, schrijft jurist Michaël Merrigan van het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens.
Als België mensenrechten au sérieux neemt, is het tijd om verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van wat zich afspeelt in de Palestijnse gebieden. Maar wat betekent dat eigenlijk: verantwoordelijkheid nemen – in mensenrechtelijke termen? Enkele bedenkingen.
Een goed vertrekpunt is het Engelse en Franse response-ability (responsibility, responsabilité), oftewel: de capaciteit om te antwoorden. Om verantwoordelijkheid te nemen, moet je de mogelijkheid hebben om te antwoorden; je antwoord moet binnen je capaciteiten liggen.
Mensenrechten draaien om de erkenning van de menselijke waardigheid van iedereen. Belg of niet-Belg. Christen of moslim. Joods of Palestijns.
Verantwoordelijkheid nemen vanuit een mensenrechtelijk perspectief betekent dan: het formuleren van een antwoord op de noden met betrekking tot menselijke waardigheid die je ziet. Verantwoordelijkheid opnemen is dan ook zowel relationeel als reflectief.
Relationeel, omdat het steeds gaat om het formuleren van een antwoord op de noden van de concrete ander tegenover je, en in de samenleving rondom je. Niet in abstracto, maar hier en nu, met de middelen waarover je beschikt, in de concrete omstandigheden waarmee je geconfronteerd wordt.
Reflectief, omdat het formuleren van dat antwoord een kritische reflectie vergt op je eigen positie, middelen en capaciteiten. Daarbij moet je vaak keuzes maken. Simpel gezegd: je capaciteit is steeds op de een of andere manier begrensd, en je kan niet altijd iedereen helpen.
Uit dat reflectieve karakter van verantwoordelijkheid nemen volgt ook dat er vaak meer dan één manier is om die verantwoordelijkheid op te nemen. Afhankelijk van je positie, middelen en capaciteiten zijn er meerdere opties denkbaar.
En zo komen we bij de vraag wat België kan doen in verband met de situatie in Gaza.
Sommigen beweren dat België geen enkele verantwoordelijkheid draagt. Omdat er geen mensenrechtelijke noden zouden zijn? Die bewering is niet ernstig te nemen. Al maandenlang worden we dagelijks geconfronteerd met beelden van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. En aangezien journalisten amper toegang krijgen tot Gaza, zien we bovendien slechts het topje van de ijsberg.
Die mensenrechtelijke noden zien we bovendien niet alleen in de individuele onschuldige Palestijnen die afgrijselijk lijden. We zien ook hoe, door stilzwijgen, die oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid getolereerd en aanvaardbaar worden. De afbrokkeling van een orde gebaseerd op mensenrechten, die ons allemaal moest beschermen, versnelt zo, zonder enige zichtbare weg terug. Met gevolgen ver buiten Gaza, en voor ons allemaal.
Missen we dan de capaciteit om te antwoorden? Toch niet. België – en bij uitbreiding de EU – beschikt over diverse hefbomen: van (minstens) ondubbelzinnige morele veroordelingen, tot inreisverboden, economische sancties, het verhinderen van wapenexport en het stopzetten van samenwerkingen.
Soms wordt de vraag opgeworpen waarom België net hier zou moeten reageren, terwijl er ook crises zijn in Soedan, Iran, Ethiopië, enzovoort. Vooreerst heeft België misschien ook wel middelen en capaciteiten om op die situaties een antwoord te formuleren en verantwoordelijkheid op te nemen. Maar daarenboven is ons land in ieder geval minstens zo goed – en zelfs veel beter – geplaatst om ten aanzien van Israël invloed uit te oefenen en verantwoordelijkheid te nemen.
De relaties tussen België en Israël — een land dat historisch, politiek en economisch veel dichter bij Europa staat — zijn immers onmiskenbaar altijd van een andere orde geweest dan die met Soedan of Iran. De capaciteit en de hefbomen die België heeft om – al is het maar een kleine – impact uit te oefenen, en dus ook om mensenrechtelijke verantwoordelijkheid op te nemen, lijken in het geval van Israël alleen maar groter.
Verantwoordelijkheid opnemen kan, zoals gezegd, op verschillende manieren. Daarbij hoort discussie over strategie en efficiëntie van drukmiddelen om, vanuit de eigen unieke positie, een zo groot mogelijke impact te hebben.
Maar daar gaat het op dit moment niet eens over.
Er is dan ook geen andere conclusie dan dat de houding van België tot nu toe een moreel falen is, en een verzaking aan een fundamentele mensenrechtelijke verantwoordelijkheid.
Michaël Merrigan is jurist bij het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Daarnaast doceert hij mensenrechten aan de Brussels School of Governance en mediarecht aan de Thomas More-hogeschool, en is hij als research fellow verbonden aan het KU Leuven Centre for Public Law. Hij schrijft in eigen naam.