‘Evacuatie uit Gaza klinkt als een reddingslijn, maar blijkt in de praktijk een kluwen van ondoorzichtige regels en eindeloze rechtszaken’, schrijft advocaat Benoit Dhondt, in Sampol, dat zijn septembernummer volledig wijdt aan migratie.
De feiten kent iedereen ondertussen. De grootste openluchtgevangenis van de wereld, Gaza, werd na 7 oktober 2023 de plaats van delict van een genocide en de grenzen gingen daartoe volledig op slot. Een korte periode lang konden Palestijnse burgers zich nog voor exorbitante bedragen vrijkopen bij corrupte Egyptische grenswachten maar tegen mei 2024 werd de grens hermetisch afgesloten door de Israëli’s.
De enige vertrekmogelijkheid bestaat sindsdien uit evacuatie door andere staten die daar de toelating voor moeten krijgen door Israël, en de toelating van Egypte of Jordanië waarlangs de evacuatie verloopt. Evacuatie is, zolang de bondgenoten van Israël er niet alles aan doen om de genocide te stoppen, de enige exit uit de genocide.
Evacuatie klinkt eenvoudig genoeg, maar als een Palestijnse burger voor evacuatie door de Belgische Staat in aanmerking wil komen, moet hij eerst door talloze papieren hoepels springen. Het gaat niet om obstakels die in een wet voorzien zijn, maar om de Belgische praktijk van de voorbije 22 maanden. Hoe gaat die praktijk in haar werk?
Om in aanmerking te komen voor evacuatie moet je eerst een visum verkrijgen voor België. Je kan een visum krijgen als je recht hebt op gezinshereniging met een echtgenoot, ouder of minderjarig alleenstaand kind erkend als vluchteling in België. Je kan daarnaast ook een visum krijgen zonder dat je er recht op hebt, als gunst. Dat is het zogenaamde humanitair visum. Dit visum kan worden uitgereikt aan mensen met dichte familie in België die geen recht hebben op gezinshereniging.
Het gaat dan bijvoorbeeld om de moeder van een Palestijnse Belg, of een volwassen kind. De categorie is zeer breed, maar bestaat uit een erg kleine groep. Het zou me verbazen als er meer dan 30 ‘echte’ humanitaire visa werden uitgereikt voor Palestijnen uit Gaza sinds 7 oktober 2023. Het is enkel in zeer uitzonderlijke gevallen dat onze Dienst Vreemdelingenzaken een humanitair visum zal uitreiken. De behandelingstermijn van zo’n visum is onbepaald (lees ‘mogelijks zeer lang’) en het is volstrekt onvoorspelbaar wie wanneer in aanmerking kan komen en wie niet.
Een visum klinkt eenvoudig genoeg, maar om een visum te krijgen moet je dus óók door papieren hoepels springen. Je moet een visum immers in persoon aanvragen op de Belgische diplomatieke post in Jeruzalem, wat evident niet gaat omdat de grenzen hermetisch gesloten zijn. Sinds april 2023 is onze overheid verplicht door het Hof van Justitie om het mogelijk te maken een visumaanvraag in te dienen per mail als het onmogelijk of te onveilig is om naar de ambassade te gaan.
Maar deze Europese verplichting is enkel van toepassing op gezinshereniging, en niet op humanitaire visa. Onze ministers van Buitenlandse Zaken en Migratie weigeren dit toe te passen voor humanitaire visa, ook in tijden van genocide. Als je een humanitair visum per mail wil indienen, moet je bijgevolg eerst de Belgische Staat voor de rechter slepen om haar te dwingen dit te aanvaarden, wat ook systematisch gebeurt. En toch verandert men de praktijk niet en is het telkens nodig een rechter te vatten, wat maanden duurt en erg kostelijk is.
Stel dat je uitzonderlijk tóch een humanitair visum krijgt, of je krijgt een visum gezinshereniging waarbij je wel onder de definitie van kerngezin valt die de Dienst Vreemdelingenzaken gebruikt, maar niet onder de definitie die Buitenlandse Zaken gebruikt, dan wordt je nog steeds van de evacuatielijst geweerd.
Het is niet omdat het ene ministerie zegt dat je recht hebt om naar België te komen dat het andere ministerie je op de evacuatielijst gaat zetten. Die gebruiken hun eigen criteria, die in geen wet te vinden zijn. Dat klinkt waanzinnig en dat is het volgens mij ook. Sommige mensen hebben zelfs maandenlang te horen gekregen dat ze op de evacuatielijst stonden om dan te horen dat het een misverstand was.
Ook dan rest er geen andere optie dan de Belgische Staat voor de rechter slepen. Bij een visum gezinshereniging is de kans op slagen daarbij erg groot. Voor humanitaire visa is dat voorlopig nog zeer onduidelijk. Opnieuw neemt dit maanden in beslag. En indien de rechtbank oordeelt dat Buitenlandse Zaken verplicht is om je op de evacuatielijst op te nemen, dan tekent de Belgische Staat met zekerheid beroep aan.
Nu vraagt u zich misschien af of ik dit niet eenvoudiger kan uitleggen. Het klinkt inderdaad allemaal vreselijk complex en koud. Maar dat is het net, ik kán dit niet uitleggen. Ik probeer het nochtans elke week, aan Palestijnse cliënten die talloze familieleden verloren zijn in de genocide en leven in een onafgebroken staat van verpletterende onrust en diepe rouw.
Onze overheid kan veel beter. Het absolute minimum zou zijn dat we toelaten dat humanitaire visumaanvragen voor Palestijnen met een link met België per mail worden ingediend. We kunnen flexibel en begripvol zijn in de documenten en bewijzen die gevraagd worden. We kunnen de dossiers versneld behandelen. We kunnen zorgen dat wie een visum heeft ook op de evacuatielijst wordt opgenomen.
En tot slot kunnen we duidelijk, transparant en proactief communiceren. Ook dan gaan we nog steeds gruwelijk te kortschieten. Maar het zal voor veel mensen een wezenlijk verschil maken.
Deze bijdrage verscheen eerst in het septembernummer van Samenleving & Politiek: “10 jaar na Alan – Grenzen, beleid en mededogen in beweging“.