Vrijdaggroep

‘Een gepaste coup de théatre in het politieke spel? Onze democratie kan er alleen maar beter op worden’

‘Regeringen domineren de parlementen via partijen, waardoor het zwaartepunt van de macht verschuift van de ‘logge praatbarakken’ naar de efficiënte kabinetten. In België worden parlementsleden bovendien strak geregisseerd, wat hun invloed verder doet afkalven’, schrijft Jean-Baptise Lemaire van de Vrijdaggroep. Hij doet een aantal voorstellen om democratisch gehalte van onze poltitiek wat op te krikken.

Volgens onze Grondwet beslist het parlement jaarlijks over de begroting. Toch zijn alle ogen gericht op het kernkabinet, terwijl het parlement enkel kan afwachten. De euforie over een opleving van het parlementair debat aan het begin van deze legislatuur lijkt daarmee alweer bekoeld.

Die parlementaire passiviteit is structureel. Hoewel er occasioneel aan de alarmbel getrokken wordt, is de versterking van onze parlementaire democratie voor niemand een prioriteit. Hoe is het zover kunnen komen en wat kunnen we eraan doen?

Wie gelooft nog in die logge praatbarakken?

Een blik op de partijprogramma’s doet de maskers afvallen: minder loon voor parlementsleden, minder parlementsleden tout court, en meer burgers betrekken zonder parlement. Het lijkt het wel alsof parlementen zélf het voornaamste obstakel zijn voor de democratie.

Zulke voorstellen zijn misplaatst. Democratie versterken betekent de herwaardering van het parlement centraal plaatsen, en méér parlementair theater.

Regeringen domineren de parlementen via partijen, waardoor het zwaartepunt van de macht verschuift van de ‘logge praatbarakken’ naar de efficiënte kabinetten. In België worden parlementsleden bovendien strak geregisseerd, wat hun invloed verder doet afkalven.

In zo’n context lijkt het weinig realistisch, zelfs onwenselijk, om parlementen meer macht te geven. Lijden we niet al genoeg onder inefficiënte besluitvorming?

Zichtbare alternatieven

De retorische elektriciteit aan het begin van deze legislatuur toonde nochtans het belang van pluche spektakel. In een democratie is controle door de burger essentieel: ze kan de meerderheid belonen of wegstemmen. Maar dat veronderstelt dat we weten waarover we stemmen.

Burgers hebben duidelijke alternatieven nodig en daarom is het theatrale debat tussen meerderheid en oppositie de sleutel van onze representatieve democratie, zoals filosoof Stefan Rummens schrijft in Wat een theater!

Enkel in het parlement worden verschillende maatschappijvisies met elkaar geconfronteerd en gerechtvaardigd. Zo wordt het politieke schouwspel letterlijk en figuurlijk ‘in scène gezet’ en kunnen we ons als burgers met een van die visies identificeren.

Gelijk speelveld voor alle partijen

Daarvoor moet de arena wel functioneren en een gelijk speelveld voor alle politieke partijen, groot of klein, waar elke opinie evenveel waard is.

Het klopt dat België (te) veel parlementen heeft. De reactie om dan maar het aantal leden per parlement te verminderen werkt echter particratie net in de hand. Met minder leden maar evenveel partijen in het parlement wordt het immers nog belangrijker om een bovenaan de partijlijst te staan.

Middelen verminderen is eveneens contraproductief, want dat bevoordeelt de partijen met diepere zakken. Eerder dan de werkingsmiddelen van parlementsleden te verminderen, zorgen we beter dat die middelen het hele parlement ten goede komen.

Parlementaire medewerkers worden op dit moment vaak ingezet voor de partijen, wat opnieuw grotere partijen bevoordeelt. Wat als we die middelen zouden laten vloeien naar een versterking van het Vlaamse en federale parlementaire informatiecentrum naar Europees voorbeeld? En misschien moet die ondersteuning niet alleen inhoudelijk zijn maar ook voor communicatie?

Meer verantwoordelijkheid voor en door parlementsleden

Debat vergt tijd en voorbereiding. Parlementen hebben via hun reglementen zelf de sleutels in handen om tijd en ruimte voor debat op te eisen.

Ze kunnen de informatiedoorstroming verbeteren door te eisen dat de regering voor elk wetsontwerp een roadmap uittekent die alle processtappen en participatiemomenten weergeeft.

Ze kunnen individuele parlementsleden meer verantwoordelijkheid geven via rapporteurs en schaduwrapporteurs naar Europees voorbeeld.

Parlementair werk moet lonen. Parlementsleden mogen geen drijfveren hebben om elders bij te verdienen. Het loon moet dus hoog blijven, maar cumulverboden moeten worden uitgebreid – ook voor lokale mandaten. Want waarom mogen sommige gemeenten wél en andere niet vertegenwoordigd worden in het parlement?

Goed parlementair debat leidt bovendien tot meer kwalitatieve regelgeving, maar dat komt niet vanzelf. Het Parlementair Comité voor wetsevaluatie, opgericht in 2007, publiceert al sinds 2014 geen activiteitenverslagen meer.

Dat initiatief toont de constructieve rol van het parlement, maar als het een bureaucratische routine wordt, is het doodgeboren. We moeten vertrekken vanuit de politieke realiteit, en het parlement leeft van theater, niet van strakke scripts.

Tot slot, experimenteer: waarom niet parlementsleden door elkaar in plaats van per fractie laten zitten? Als parlementsleden niet naast hun gelijken zitten, leggen ze sneller partijtucht naast zich neer, zo blijkt uit onderzoek. Dergelijke voorstellen zijn gemakkelijk in te voeren en weer af te schaffen als ze niet werken. Met wat geluk zorgen ze voor een gepaste coup de théatre in het politieke spel. Onze democratie kan er alleen maar op verbeteren.

Jan-Baptist Lemaire (°1993) is jurist en academicus met een bijzondere interesse in rechtsfilosofie en democratietheorie. HIj is lid van de Vrijdaggroep.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise