Professor Herman Matthijs staat stil bij de recente oproep van premier Bart De Wever voor een hernieuwde samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg.
Recent pleitte Belgisch regeringsleider Bart De Wever tijdens de HJ Schoo-lezing van EW in Amsterdam en op de Benelux-top in Luxemburg voor een hernieuwde samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg. De eerste minister stelde dat het uiteenvallen van de Nederlanden de grootste ramp die ons ooit is overkomen.
De Wever wees erop dat artikel 350 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie toelaat dat lidstaten nauwer samenwerken dan de rest van de Unie. Dat zou vandaag geen overbodige luxe zijn: na de brexit blijft de verdeeldheid in de EU groot. De geplande uitbreiding richting de Balkan en delen van de voormalige Sovjet-Unie dreigt de werking van de Unie nog verder te vertragen en de begrotingen van de West-Europese landen te belasten.
De waarde van de Benelux
Stel dat de drie leden van de Benelux zich zouden verenigen en samen één land vormen, wat zou dat geven? Samen hebben België, Nederland en Luxemburg een oppervlakte van 76.657 km² en circa 30,5 miljoen inwoners, exclusief de Caraïbische gebieden. Hun gezamenlijk bbp bedraagt 2.052 miljard dollar – goed voor de elfde plaats wereldwijd, net na Brazilië en vóór Rusland.
Ook financieel weegt de Benelux zwaar door. De gezamenlijke goudvoorraad van 842 ton is de achtste grootste ter wereld. Binnen de Europese Centrale Bank vertegenwoordigen de drie landen samen bijna 8 procent, vergelijkbaar met Spanje. Voor de EU-begroting dragen ze 11 procent bij – een vierde plaats, net na Italië. Op het vlak van douanerechten innen de Benelux-landen zelfs meer dan Duitsland. Volgens de Wereldhandelsorganisatie nemen ze 5,3 procent van de wereldhandel voor hun rekening, goed voor een vierde plaats na China, de VS en Duitsland.
In het IMF leiden België en Nederland samen (met Luxemburg en dertien andere landen) een groep die 5,46 procent van de stemrechten vertegenwoordigt, opnieuw een vierde plaats wereldwijd. Economisch en financieel zou een hechtere Benelux dus een stevige speler zijn.
Samenwerking vandaag en morgen
Er bestaan al voorbeelden van samenwerking. De Belgische en Nederlandse marines werken nauw samen. Een volledige integratie van de legers zou veel geld besparen via een gezamenlijk aankoopbeleid. Indien de Benelux de NAVO-norm van 2 procent van het bbp in defensie zou halen, levert dat een budget van circa 41 miljard dollar op.
Ook op het vlak van interne markt, diplomatieke logistiek en grensbewaking liggen kansen. Het spoorwegennet is een pijnpunt: Vlaanderen heeft amper verbindingen met Nederland. Nieuwe of verbeterde lijnen tussen Gent en Terneuzen, Turnhout en Noord-Brabant, Hamont-Achel en Weert, of Hasselt en Maastricht zouden niet alleen het pendelverkeer, maar ook militair transport richting de oostflank van de NAVO versterken.
Verder zijn er duidelijke synergieën mogelijk tussen de havens van Rotterdam, Antwerpen en Zeebrugge en tussen Schiphol en Zaventem.
De Benelux beschikt bovendien al over een administratie, een verdrag, een ministerraad en zelfs een parlement. Zet die aan het werk, en er kan opnieuw een economische dynamiek ontstaan zoals na de Tweede Wereldoorlog.
Politieke haalbaarheid
De vraag blijft of dit scenario realistisch is. Pleit de Belgische eerste minister ervoor, als alternatief voor een Belgische confederatie? Maar hoe denkt Nederland erover? De huidige verkiezingscampagne doet eerder een ‘neen’ vermoeden. Toch hield het Algemeen Dagblad na de lezing van De Wever een peiling bij 40.000 lezers: liefst 75 procent vond de scheiding der Nederlanden een slechte zaak.
Franstalige Belgen stonden historisch vaak sceptisch tegenover de Benelux, maar hun “geliefde Frankrijk” verkeert vandaag economisch en politiek zelf in zwaar weer. Luxemburg onderhoudt dan weer al nauwe banden met Nederland.
Als de Europese Unie blijft aanmodderen, kan een heropleving van de Benelux meer dan het overwegen waard zijn. Politiek en economisch zouden België, Nederland en Luxemburg er sterker door staan in deze turbulente geopolitieke tijden.