‘Het precedent dat hiermee geschapen wordt is niet alleen een aanfluiting van de democratie’, schrijft Jan Wostyn over de nieuwe fase in de gesprekken over een nieuwe Brusselse regering. ‘Het dreigt ook het einde van de politieke bescherming van de Vlaamse minderheid in Brussel in te luiden.’
Na een vaudeville van bijna 500 dagen in Brussel zijn we intussen en stoemelings in een erg verraderlijke situatie beland. Sinds drie weken wordt er over de Brusselse begroting onderhandeld met een minderheid aan Nederlandstalige kant. De 3 Vlaamse partijen die deze onderhandelingen mee opstartten (Groen, Open VLD en Vooruit) verloren op 9 juni hun meerderheid in de Nederlandse taalgroep van het Brussels parlement. Toch lijken zij het perfect normaal te vinden dat het opnieuw enkel hen toekomt om aan tafel te gaan als onderhandelaars, alsof de kiezer nooit gesproken heeft.
Het precedent dat hiermee geschapen wordt is niet alleen een aanfluiting van de democratie. Het dreigt ook het einde van de politieke bescherming van de Vlaamse minderheid in Brussel in te luiden. Het feit dat een meerjarenbegroting zonder Vlaamse meerderheid onderhandeld wordt, is geen onschuldige stap. De dubbele meerderheid die in Brussel altijd nodig is om een nieuwe regering op de been te brengen, wordt zo volledig omzeild.
De Franstalige partijen laten het niet aan hun hart komen. Nadat zowel de PS als de MR de afgelopen 500 dagen al verschillende keren duidelijk hadden gemaakt dat een Nederlandstalige meerderheid eigenlijk geen must was, lijkt dat voornemen nu echt concreet te worden. Het plan is om enkel langs Franstalige kant de samenstelling van de regering aan te passen. Langs Nederlandstalige kant blijven de verliezende partijen dan gewoon zitten, zonder meerderheid.
Op die manier wordt de regering in lopende zaken omgebouwd tot een nieuwe regering. Deze regering heeft dan nog steeds geen volheid van bevoegdheid, maar dat zal hun worst wezen. Als het parlement, desnoods zonder dubbele meerderheid dus, instemt met de onderhandelde meerjarenbegroting en de omgebouwde regering in lopende zaken het fiat geeft om die uit te voeren, wordt de politieke bescherming van Vlaamse minderheid de facto gewoon afgeschaft.
Het is werkelijk ontluisterend dat hier in Vlaanderen zelf geen spatje ophef over ontstaat. Het Brussels Gewest is er enkel gekomen op basis van spijkerharde garanties voor de Vlaamse minderheid, die nu volledig omzeild dreigen te worden. Je zou denken dat er een fel debat zou losbarsten in het Vlaamse parlement of de Vlaamse media. Een debat over het belang van Brussel voor Vlaanderen en de noodzaak voor Vlaamse partijen om een vinger in de pap te houden. Maar zelfs bij de N-VA en Vlaams Belang blijft het oorverdovend stil, alsof Brussel in het verre buitenland ligt en niet de zetel van het Vlaams parlement is. Vlaanderen, word wakker!
Tot overmaat van ramp toont de Vlaamse regering geen greintje strategisch vernuft of visie wanneer het over Brussel gaat. Tijdens de voorbije begrotingsgesprekken werd ook op Brussel een paar tiental miljoenen euro bespaard, met het argument dat iedereen zijn deel moest doen. Maar welke visie spreekt daaruit over Brussel? Eigenlijk geen. Wat wil Vlaanderen eigenlijk bereiken in Brussel? Niemand die het weet.
De grijsgedraaide oneliner “Vlaanderen laat Brussel niet los” van toenmalige Antwerps burgemeester Lode Craeybeckx dateert intussen uit 1954. Zou het toch niet tijd zijn voor een update?
Dit was nochtans hét moment om het heft in handen te nemen en te tonen dat Vlaanderen meer dan ooit inzet op Brussel. Het was hét moment om een strategische visie te lanceren over de plaats die Vlaanderen wil innemen in Brussel. Hét moment om de Brusselnorm gevoelig naar boven bij te stellen. Die bepaalt dat minimum 5% van de middelen van de Vlaamse gemeenschap naar Brussel gaat en dat men mikt op een doelpubliek van 30% van de Brusselaars.
Een ambitieus Vlaanderen dat Brussel écht als de eigen hoofdstad ziet, zou deze norm moeten bijstellen naar minstens 10% met een doelpubliek van minstens 50% van de Brusselaars. De jaarlijkse investeringen in Brussel, voornamelijk onderwijs, zouden de komende 25 jaar net moeten verdubbelen van 1 naar 2 miljard, zodat Vlaanderen écht zijn stempel op Brussel kan drukken.
Maar helaas, niets van dat alles in het Vlaamse parlement. Wel wat keuterig geleuter over een paar miljoen hier en een paar miljoen daar. Op die manier keek ook de oppositie geen meter verder dan de regering zelf. Groen en Open VLD vonden het schandalig dat er wat miljoenen werden bespaard, maar zijn in Brussel zélf mee verantwoordelijk voor een deficit van 25% en een gat van 1,6 miljard.
Verder dan wat slecht theater kan je dan niet komen. En Vlaams Belang weet al helemaal niet wat het met Brussel aan moet vangen, want er wonen nogal veel gekleurde mensen die wel eens Frans of Engels spreken.
Het is werkelijk doodzonde en tekenend voor Vlaanderen dat niemand het strategisch belang van Brussel nog lijkt te snappen. Het is de plék bij uitstek waar de toekomstige inwoners van Vlaanderen opgroeien en worden opgeleid. Recente migratiecijfers van Statbel toonden opnieuw aan dat twee derde van de verhuizende Brusselaars in Vlaanderen terechtkomt. Wil je iets doen tegen de verfransingsdruk? Dan start die inspanning in Brussel! Wil je meer gekwalificeerde werknemers op de Vlaamse arbeidsmarkt? Zet dan volop in op het Vlaamse onderwijs in Brussel! Vlaanderen heeft eigenlijk alle troeven zélf in handen om de belangrijkste speler in Brussel te worden, maar laat die kans domweg liggen.
Een sterke Vlaamse positie in Brussel zou namelijk ook de Vlaamse positie in België gevoelig kunnen verder versterken. Hoe is het mogelijk dat Vlaanderen zo weinig interesse toont om een grotere rol te spelen in de hoofdstad van Europa?
Sinds de introductie van aparte kiescolleges in Brussel in 2004, haalden de Nederlandstalige lijsten nooit zoveel stemmen als in 2024. De legitimiteit van de Vlaamse partijen in Brussel is dus groter dan de afgelopen 2 decennia ooit het geval was. Steeds meer Franstaligen sturen hun kinderen naar het Nederlandstalige onderwijs, iets waar we in de jaren 80 alleen maar konden van dromen. Een recordaantal Brusselaars werkt vandaag in Vlaanderen. De Brusselse bevolking kijkt dus meer dan ooit naar Vlaanderen.
Is dit dan echt het moment dat Vlaamse partijen zich gaan laten ringeloren daar machtsbeluste Franstalige politici?
Jan Wostyn is voorzitter van Vista, een politieke beweging die een Vlaams sociaal-liberaal alternatief voorstaat, dat de particratie doorbreekt en de band tussen Brussel en Vlaanderen versterkt.