Om de Brusselse formatie uit het slop te trekken, moeten we gewaagde keuzes durven maken, schrijft Ruben Ravignot. ‘Rechtstreeks investeren in de Brusselse economie zou onze samenleving veel meer opleveren dan het zoveelste Vlaamse prestigeproject.’
Vlaanderen blijft jaar na jaar miljoenen euro’s pompen in symbolische prestigeprojecten en een zwakzinnig subsidiebeleid. Dat gebeurt telkens onder het mom dat ze de Vlaamse identiteit versterken en de internationale uitstraling vergroten.
Voorbeelden daarvan zijn dure initiatieven zoals het culinair centrum, de Vlaamse kookapp of de subsidiëring van grootschalige festivals en evenementen.
Die projecten kosten veel geld, maar leveren nauwelijks maatschappelijke meerwaarde op. Intussen graaft het overheidsapparaat zich steeds dieper in: een groot deel van de Vlaamse welvaart verdwijnt in bureaucratie, regels en procedures die het beleid niet beter maken, maar wél duurder. Sterker nog, de N-VA maakt steeds meer mensen afhankelijk van de Vlaamse staat die ze zelf zo graag romantiseert.
Het is niet populair om te zeggen, maar de Brusselse regio is — ondanks haar catastrofale schuldenberg en politieke chaos — een kleine uitgave in ruil voor groot potentieel.
In vergelijking met Vlaanderen is Brussel, mits goed bestuurd, een relatief beperkte kost maar een enorme meerwaarde voor het hele land. De hoofdstad is de spil van onze federale economie, het politieke centrum van Europa en de thuisbasis van talloze internationale instellingen, bedrijven en diplomatieke missies. Het hoofdstedelijk gewest levert simpelweg meer op dan het kost: het genereert belastinginkomsten, trekt massa’s toeristen en zakenreizigers aan en versterkt zo de Belgische economie — ook die van de andere regio’s.
In een wereld waarin de maakindustrie en petrochemie naar andere continenten verdwijnen, is het van levensbelang dat onze innovatieve dienstensector een echte great leap forward maakt. Hoewel het gewest kampt met schulden en politieke inertie, blijft zijn positieve nettobijdrage onmiskenbaar. Enfin: mocht Brussel niet voortdurend gegijzeld worden door de almachtige PS-staat en haar baldadigheden, dan hadden we vandaag ongetwijfeld een welvarende, bloeiende hoofdstad.
Waarom besparen op de regio’s de beste strategie is
In plaats van nog meer geld te steken in het Vlaamse fabriekje zouden de Vlaamse en Brusselse onderhandelaars beter samen rond de tafel gaan zitten om de bijzondere financieringswet grondig te herzien. Een kritische evaluatie van de efficiëntie en prioriteiten van alle overheden is dringend nodig — en meteen ook een goede reden om de N-VA te betrekken bij de Brusselse formatie.
We focussen graag op de acute problemen — veiligheid, begrotingstekort, al 500 dagen geen nieuwe regering — maar te weinig op de troef die Brussel is. Het gewest brengt nog altijd flink wat geld in het Belgische bakje, en dat zou veel zichtbaarder moeten worden in de begrotingsdiscussies.
Rechtstreeks investeren in de Brusselse economie, bijvoorbeeld via een verhoging van de Brusselnorm of via meer Vlaamse investeringen in Brusselse burgers, zou onze samenleving veel meer opleveren dan het zoveelste prestigeproject.
Nog een Antwerpse fietsbrug over de Schelde of het uitkopen van de Canadezen in Brussels Airport levert op maatschappelijk vlak weinig op. Een gezonde balans vinden tussen besparen op overbodige symbolische uitgaven en het waarderen van Brusselse meerwaarde is essentieel voor iedereen.
De belastingbetaler heeft er uiteindelijk alle belang bij dat het hoofdstedelijk gewest goed draait. Een good deal tussen Vlaanderen en Brussel zou het hele land ten goede komen.