Jan Wostyn

‘Bij elke nieuwe studie rekenen Brusselse politici zich telkens weer rijk’

Jan Wostyn Voorzitter van Vista

‘De mantra luidt bij de PS en Ecolo dat Brussel eigenlijk een heel rijk gewest is, maar wordt kaalgevreten door de twee buurgewesten’,  schrijft Vista-voorzitter Jan Wosteyn. Maar klopt dat wel?

Vorige week bracht de Nationale Bank van België (NBB) een nieuwe studie uit over de financiële stromen tussen de Belgische gewesten. De studie belicht alle financiële stromen op vlak van de huishoudens, ondernemingen en overheden. De resultaten van die studie tonen volgens de NBB aan dat Vlaanderen en Brussel voldoende inkomsten genereren om hun uitgaven te dekken, in tegenstelling tot Wallonië dat een structureel tekort vertoont.

Zoals gebruikelijk werd deze studie meteen aangegrepen door een aantal Brusselse politici om hun beklag te doen over het grote onrecht dat Brussel te beurt zou vallen. De mantra luidt vooral bij de PS en Ecolo al heel lang dat Brussel eigenlijk een heel rijk gewest is, maar wordt leeggeplukt en kaalgevreten door de twee buurgewesten. Dat wordt dan meteen ook gebruikt als verklaring waarom de Brusselse begroting er zo desastreus aan toe is. Bij elke nieuwe studie rekenen Brusselse politici zich telkens weer rijk. Plotsklaps liggen er miljarden voor het rapen om de begroting te dichten.  

Het klopt dat het Brussels Gewest gemeten naar BBP “rijk” is. Met ies meer dan 10% van de bevolking vertegenwoordigt het 18% van het Belgische BBP. Die rijkdom wordt echter voor een groot deel geproduceerd door de bijna 400.000 pendelaars uit Vlaanderen en Wallonië. Zo vloeien er netto 14,6 miljard euro en 12,1 miljard euro arbeidsinkomsten naar Vlaanderen en Wallonië. Wie ´s morgens vroeg opstaat om elke dag in Brussel te gaan werken, keert ´s avonds inderdaad terug naar huis met een loon. Een echt schokkend economisch fenomeen kan men dat bezwaarlijk noemen.

De crux is natuurlijk dat Brusselse politici zouden willen dat al die lonen effectief ook in Brussel zouden belast worden, omdat die pendelaars ook gebruik maken van de Brusselse infrastructuur. Dat klopt natuurlijk gedeeltelijk, al hebben ze net zo goed de Vlaamse en Waalse infrastructuur nodig om in Brussel te geraken. Indien ze met de trein reizen is de hele infrastructuur zelfs volledig “Belgisch”. Daarnaast leven die pendelaars en hun gezinnen echter in Vlaanderen en Wallonië, waar hun kinderen schoollopen, waar ze hun vrije tijd doorbrengen, waar ze naar de dokter gaan of verzorgd worden in ziekenhuizen.

Er bestaat vandaag dan ook al een pendelaarscompensatie van 44 miljoen euro per jaar die enkel aan het Brussels Gewest wordt toegekend. Uiteraard kan men zich de vraag stellen of die voldoende hoog is, zeker in verhouding tot de begrotingsinkomsten van 6 miljard waarover Brussel beschikt. Wanneer men vandaag echter ziet hoe de Brusselse politiek zichzelf de afgelopen jaren volledig in de gracht heeft gereden door een totaal onverantwoordelijk begrotingsbeleid, is het niet verwonderlijk dat niemand meteen staat te springen om dat bedrag te verhogen.

Zelf stelde ik reeds een Flandris fonds voor, waarin een kleine bijdrage van Vlaamse pendelaars zou kunnen gebruikt worden voor infrastructuurprojecten, die gezamenlijk beslist zouden worden door de Vlaamse en Brusselse regering. Op die manier krijgt ook Vlaanderen medezeggenschap over hoe Vlaams belastinggeld in Brussel wordt besteed. Gezien het totale fiasco van bijvoorbeeld Metro 3 lijkt dan geen overbodige luxe.

Metro 3

Vorige week raakte bekend dat het parket zelfs een strafrechterlijk onderzoek zal openen naar de openbare aanbesteding van Metro 3, na een vernietigend rapport van het Rekenhof. Zowel qua planning, kostenraming, aanbesteding en uitvoering schoot Metro 3 op alle vlak te kort, inclusief mogelijke belangenvermenging en corruptie. Hoe sommige Brusselse politici dan nog steeds de “culot” (lef) hebben om gewoon meer geld te vragen, is de schaamte ver voorbij. Zeker als het totaalplaatje van de begroting intussen een tekort van 25% vertoont, terwijl die begroting 10 jaar geleden nog min of meer in evenwicht was.

Tot overmaat van ramp wierp Brussels formateur David Leisterh (MR) deze week de handdoek. Moegetergd en uitgeput verlaat hij zelfs de nationale en regionale politiek helemaal. Onderhandelen met de PS is duidelijk een erg slopende bezigheid. Daarmee is hij na Christophe De Beuckelaer (Les Engagés) al de tweede onderhandelaar die er gewoon mee kapt.

Ook voormalige minister van Begroting Sven Gatz is intussen wegens gezondheidsproblemen opgestapt, al blijft hij wel nog even “uitzieken” in het parlement. De PS lijkt op die manier de tactiek van de verschroeide begroting te hanteren. Al wie pogingen doet om het kapseizende Brusselse schip weer recht te trekken, wordt finaal zelf verzwolgen door de intussen bloedrode golven.

Mea culpa van de PS?

Steeds opnieuw stelt zich de vraag wat eigenlijk het einddoel is van de PS van Ahmed Laaouej. In theorie zou de PS tot 2029 de huidige regering in lopende zaken kunnen blijven leiden, al ontkent ze zelf dat dat de bedoeling is. Op die manier zouden alle heilige huisjes wel overeind blijven: de controle over de sociale huisvesting, de veel te goedkope voordeeltarieven bij het openbaar vervoer, het cliëntelisme via de OCMWs, de benoemingen in de opgezwollen administraties, etc… Opmerkelijk is ook dat de PS als leidende partij van de uitgaande coalitie nog geen seconde berouw getoond heeft over de totaal ontspoorde begroting. Voor een mea culpa ben je bij de PS aan het verkeerde adres.

De gretigheid waarmee studies als die van de NBB worden gedeeld, doet vermoeden dat de PS wil aansturen op een nieuwe herfinanciering van Brussel bij een volgende staatshervorming om zo haar Brusselse macht toch verder te kunnen bestendigen. Dit lijkt echter een riskante strategie waarbij de partij op termijn misschien wel zélf in het Brusselse moeras zal ten onder gaan, door de moordende concurrentie van de PTB en Team Fouad Ahidar.

Aan het huidige uitgaventempo en zonder nieuwe begroting, zal de schuld tegen 2029 namelijk geëxplodeerd zijn tot meer dan 22 miljard euro, richting 400% van de inkomsten. Intussen kondigde Belfius al aan dat het kaskrediet van 500 miljoen euro wordt stopgezet vanaf 2026. Verwacht wordt dat ook ING hetzelfde zal doen. Daarmee verdwijnt in 2026 een belangrijk vangnet van 1 miljard euro om eventuele liquiditeitscrisissen op te vangen wanneer de schuldfinanciering even zou stokken.

Betalingsproblemen loeren dan meteen om de hoek. Misschien is de hoop wel dat de federale regering dan tijdelijk zal moeten ingrijpen om nog erger te voorkomen. Op die manier kan de PS dan haar gedroomde oppositie voeren tegen het “hardvochtige” Arizona-beleid, in plaats van zelf verantwoordelijkheid te tonen.

Als Brusselaar kan je dan alleen maar hopen dat het extreme politiek cynisme van de PS in 2029 meedogenloos wordt afgestraft door de Brusselse kiezer. Zo evident zal dat echter niet worden, omdat minstens een deel van die kiezers door een maffieus systeem van cliëntelisme de PS hondstrouw dreigt te blijven. De inzet van de Arizonahervormingen is dan ook niet alleen de federale begroting recht te zetten, maar net zo goed het PS-model in Wallonië en Brussel klein te krijgen. Rotte systemen kunnen helaas heel lang meegaan, tot het rotten zo ver is gevorderd dat het hele huisje in één keer instort.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise