‘Benieuwd of meer fiscale rechtvaardigheid bij de bedrijfspensioenen zal deel uitmaken van de 10 miljard euro die deze Arizonaregering nog zoekt’, schrijft Jef Maes. ‘Zo ongelijk de bedragen, zo onrechtvaardig de belasting erop.’
Uit nieuwe cijfers van SIGEDIS blijkt dat de reserves van de bedrijfspensioenen voor de helft van de vrouwen slechts goed zijn voor 16 euro per maand. Voor de helft van de mannen is dat 42 euro. Amper goed voor een pak friet en een biertje. Daar tegenover staat de 1% met hoogste reserves. Bij de vrouwen hebben die 27 miljoen euro opzij, goed voor 71.000 euro per maand. Bij de mannen is dat 40 miljoen euro, goed voor 105.000 euro per maand.
Onze wettelijke werknemerspensioenen behoren al jaren tot de allerlaagste van West-Europa. Met de besparingen van de regering De Wever zullen zij ook effectief de laagste worden, en zelfs het peloton moeten lossen.
Steevast verwees elke minister van pensioenen in het verleden naar de mogelijkheid van de zogenoemde ‘tweede pijler’, de bedrijfspensioenen, om het gat op de vullen. Frank Vandenbroucke werkte daarvoor zelfs de wet op de aanvullende pensioenen uit, de ‘WAP’.
Uit de nieuwste cijfers van SIGEDIS, de gegevensbank over de pensioenen, blijkt nu echter dat de overgrote meerderheid van de mensen met een kluitje in het riet gestuurd zijn. De helft van de mensen met een aanvullend pensioen heeft een reserve van minder dan 3.821 euro. Als je dat omrekent naar wat dat waard is per maand, kan je amper een pak friet mee kopen.
Meer dan driekwart van de mensen komt niet aan wat als een minimum bijdrage beschouwd wordt: 3% van het loon. Een derde heeft zelfs geen aanvullend pensioen
Nergens ook zo veel verschil als hier tussen mannen en vrouwen. Vrouwen hebben gemiddeld liefst 40% minder reserve opgebouwd dan de mannen. Dat is het dubbele van het verschil bij de wettelijke pensioenen. Bij de 10% hoogste bedrijfspensioenen is het verschil in reserve nóg groter: 220.000 euro bij de mannen, 115.000 euro bij de vrouwen.
Bij de vermaarde ‘1%’ met de grootste reserve, komen we plots in hogere sferen. De 1% vrouwen bezit een reserve van 27 miljoen euro, goed voor een ‘pensioen’ van meer dan 70.000 euro per maand. De 1% mannen met de grootste reserve komt gemiddeld op 40 miljoen, goed voor meer dan 105.000 euro per maand. Het gaat hier ongetwijfeld om CE0’s die voor zichzelf, met sterk verminderde sociale bijdragen en belastingen, een ‘appeltje voor de dorst’ uitbouwden.
Zo ongelijk de bedragen, zo onrechtvaardig de belasting erop. Als je je aanvullend pensioen in één keer, als kapitaal, laat uitbetalen, en je werkt tot je wettelijke pensioenleeftijd, dan kom je ervan af met 10% vlaktaks, en 5,5% sociale bijdrage. Een werknemer met een klein aanvullend pensioentje die het niet zo lang vol houdt, betaalt meer dan 20%: 16,66% belasting en 3,5 sociale bijdrage.
Benieuwd of meer fiscale rechtvaardigheid bij de bedrijfspensioenen zal deel uitmaken van de 10 miljard euro die deze Arizonaregering nog zoekt. Tot hiertoe komen de 3 miljard euro besparingen alleen ten laste van de gewone wettelijke pensioenen, terwijl daar net veel minder ongelijkheid bestaat.
Jef Maes is auteur van ‘Onze sociale zekerheid. Ervaringen en voorstellen.’