‘Het pensioenbeleid van Arizona komt neer op een ingreep in de arbeidsmarkt met de ontmoediging van het ambtenarenstatuut als doel’, vreest Robrecht Vanderbeeken (ACV Puls).
Ooit was het normaal dat ambtenaren trots zijn op hun job. Ze stelden hun talent ten dienste van het algemeen belang, niet voor de winstmarges van een commercieel bedrijf. Onderwijs, zorgberoepen, sociale dienstverlening, de brandweer, justitie of beleidsadministratie: openbare diensten zorgen samen voor een stabiele en rechtvaardige samenleving waarin iedereen kan meegenieten.
Na een paar decennia neoliberale beeldvorming circuleren de stereotypen over ambtenaren vandaag helaas talrijk. Wat soms misloopt, wordt uitvergroot. Ze zouden traag, ouderwets en bureaucratisch zijn. Te weinig ambitie, teveel bezig met vergaderen en koffie drinken. Innovatie en verandering is niet aan hen besteed: ze kloppen slechts hun stressvrije uurtjes en klampen zich vast aan hun gegarandeerd salaris, hun overvloedig verlof en overdreven pensioenen. Op onze kosten!
Dat overheidsbedrijven de afgelopen decennia de motor voor innovatie waren, we zouden het vergeten omdat het rolmodel van de ondernemer intussen zo dominant postvatte. Het visioen van de CEO als hemelsblauwe superheld deed zijn intrede, met de grauwgrijze overheid als sta-in-de-weg voor de markt. Dat verdraaide ons economiebegrip waardoor heel wat mensen denken dat het de ondernemers zijn die eigenhandig de economie doen draaien en met hun belastingen al de rest betalen.
Alsof de publieke economie al niet meer zou bestaan en ambtenaren belastingvrij door het leven gaan. Dat publieke diensten dikwijls het complexe, inclusieve werk moeten doen waarin de markt telkens faalt en soms minder klantgericht kunnen werken vanwege jarenlange besparingen, foute beleidskeuzes en voortdurende reorganisaties, er is nog weinig begrip voor.
En zo is de ambtenaar steeds meer in de schaduw gezet, soms gebukt gaande onder beroepsschaamte. Tegelijk kwam diens arbeidsstatuut, dat onafhankelijkheid en zekerheid beloofde in ruil voor hun loyaal engagement, steeds meer onder druk te staan. Wie een alternatief zocht voor de competitie en de risico’s waar zelfstandigen onderhevig aan zijn, vond dat in een solidair stelsel van rechtvaardige loonbarema’s. En een spaarsysteem via uitgesteld loon waarmee je ook een degelijk pensioen kon opbouwen, zonder dat je daarvoor zelf moest scoren via zakendoen.
Ideologisch pensioenbeleid
Het recente pensioenbeleid illustreert treffend hoe die waardering kantelde. Zelfstandigen kozen er in het verleden voor hun eigen boontjes te doppen en zelf aan pensioensparen te doen: als concurrenten onderling gingen ze liever voor individuele vrijheid, een solidair systeem van sociale bescherming via bijdragen bleef beperkt tot een minimum. Toen kwamen de afgunstige vergelijkingen met de ambtenarenpensioenen. Die hielpen de zelfstandigen uiteindelijk wel vooruit: de Vivaldi-regering besliste hun pensioenen gelijk te trekken, een gratis stijging zonder een verhoging van de bijdragen. Dank u, ambtenaren!
Zelfstandigen betalen minder sociale bijdragen dan werknemers en geven dikwijls een laag inkomen aan zodat ze slechts de minimumbijdrage moeten betalen. Het stijgende aanbod aan fiscale vrijstellingen, een fors voordeel dat werknemers en ambtenaren ontberen, wordt wel maximaal benut. Deze fiscale free rider-moraal geldt vandaag misschien als slim en creatief, het zwengelt wel de vervreemding van solidariteit aan.
De Arizona-regering zette de gelijktrekking verder en nivelleerde recent de statutaire pensioenen van de ambtenaren richting die van de werknemers en zelfstandigen. Er kwam een verhoging van de pensioenleeftijd voor bepaalde beroepsgroepen. En de nieuwe pensioenberekening neemt voortaan de volledige loopbaan als basis in plaats van enkel het einde ervan, de jaren waarin je door de opgebouwde anciënniteit het meeste verdient. Die pensioenknip, zoals Olivier Pintelon van de ABVV-studiedienst het in een artikel het zomernummer van Sampol noemt, kan voor jongeren die nog aan hun loopbaan moeten beginnen gemakkelijk oplopen tot een verlies van meer dan 20%.
Nochtans stelde Arizona dat de pensioenhervormingen – een eufemisme voor een miljardensaneringen – noodzakelijk zijn omdat, aldus pensioenminister Jan Jambon, ‘onze kinderen en kleinkinderen ook een pensioen verdienen’. Nieuw is ook dat Arizona de nieuwe pensioenregels met terugwerkende kracht invoert, wat jongeren het signaal geeft dat ze niet teveel op de overheid moeten vertrouwen. Wat je vandaag hebt, kan je morgen kwijt zijn: je kan dus maar beter jouw eigen pensioen in een privaat stelsel opbouwen. Het achterliggende motto: maak je eigen toekomst, manage zelf jouw miserie, iedereen een start-up?
Sanering als schuldbelijdenis?
De zelfstandigen blijven bij deze hervormingen opvallend buiten schot: het rolmodel van de zelfstandige, eventueel in bijberoep, krijgt daarentegen beleidsmatig nog meer de wind in de zeilen. Zelfstandigen zetten in verhouding veel meer in op de tweede pensioenpijler, waarvoor ze verschillende fiscale stelsels hebben om dat voordelig te doen waardoor ze slechts een symbolische bijdrage moeten betalen. Dat kunnen ze nu bovenop hun verhoogd wettelijk pensioen verder opbouwen. De pensioenberekening van hun effectieve tewerkstelling gebeurt bovendien op basis van hun bijdragenbetaling, niet het aantal gewerkte dagen. Zo ontlopen ze de nieuwe bespaarregels inzake de zogenaamde gelijkgestelde periodes, waardoor deeltijdse werknemers en ambtenaren vanaf nu trager hun pensioenrechten opbouwen en daarmee een pensioenmalus riskeren.
Anders gezegd, de meewerkende echtgenoot van de zelfstandige, die feitelijk deeltijds werkt en waarvoor de partner de minimumbijdragen betaalt, bouwt wel voltijdse pensioenrechten op.
Ambtenaren zien hun pensioen nu een duik nemen en een compenserende loonsverhoging of een verlaging van hun sociale bijdragen komt er niet. Zij boeten samen met de werknemers in voor de pensioenen van de zelfstandigen, die van een gunstige beleidsbehandeling genieten.
De ‘harmonisering’, zoals ons beleid de kanteling verkoopt, komt neer op een ingreep in de arbeidsmarkt met de ontmoediging van het ambtenarenstatuut als doel. De populariteit ervan keldert verder, met de verzwakking van het overheidsapparaat als gevolg. Noem het een neoliberale aflaat, voor wie zich schuldig maakt om voor die vervloekte overheid te werken? Maar in een maatschappij waarin iedereen een ondernemer moet zijn, is niemand nog veilig.
Robrecht Vanderbeeken is filosoof en vakbondsverantwoordelijke (ACV Puls) en schrijft in eigen naam.