Bram Van Hecke

‘Als de christendemocratie geen wind durft trotseren, zal ze nooit stemmen oogsten’

Bram Van Hecke Oud-voorzitter Groene Kring

‘Laten we de komende jaren het werk van Wilfried Martens voor ogen houden’, schrijft Bram Van Hecke. Hij roept CD&V op om weer de aanbodpartij van weleer te worden. Daarvoor moeten volgens hem een aantal oude principes afgestoft worden.

De Vlaamse christendemocratie is lang een brede volkspartij geweest. Maar we moeten eerlijk zijn. De grote volkspartij van Tindemans, Martens en Dehaene is niet meer. Gelukkig maar. Het bevrijdt ons van de vloek de lijm te moeten zijn voor een hele coalitie. Het geeft ons de ruimte om de aanbodpartij van weleer te worden.

De afgelopen weken heb ik al verschillende keren gehoord of gelezen dat “N-VA graag de nieuwe CVP wil worden.” Valerie Van Peel, de kersverse voorzitter van de partij kondigde zich alvast aan als voorzitter van een brede, gemeenschapsvormende volkspartij, in zowat alle kranten. En in de pers wordt daarbij gespind over de angst die CD&V daarbij zou moeten voelen.

Maar moeten christendemocraten wel schrik hebben? Allen we niets doen. Als alles hetzelfde blijft, dan zal de partij verder terugvallen. Het wordt, een langzame doodstrijd, a slow agony, om het in Mario Draghi’s woorden te zeggen. Een voortschrijdend verval met onvermijdelijk gevolg. En misschien zullen we volgende verkiezingen nog wel overleven. Maar je kan niet eeuwig blijven dalen.

De kernvraag doemt op. Kan het tij gekeerd worden? Het evidente antwoord is: ja. Het probleem is immers niet de ideologie van de christendemocraten. Meer dan ooit missen we een maatschappij van waarden en normen, waar verantwoordelijkheid centraal staat. Een politiek die zorgt voor de kwetsbaarsten, zonder hen te bepamperen. Een overheid die wegblijft van eeuwige betutteling, en vertrouwen geeft aan de lokale gemeenschap. Een regering die moedige keuzes maakt, ook als het spant. Maar zijn we nog die partij?

CD&V is te veel verworden tot een partij van het midden. Niet omwille van het standpunt, maar omwille van het midden zelf. Daar is het veilig. Daar is niemand ooit tegen, namelijk. Het pragmatisme viert hoogtij, de compromisbereidheid is al te groot geweest. Dat voelt goed, maar je wint er geen harten mee.

Voor herbronning moeten we niet gaan loeren bij andere partijen. In 1967, nog voor de grote partijen splitsten in een Vlaamse en een Waalse tak, toen België nog unitair was en de grote studentenrevolte nog moest plaatsvinden, stond plots Wilfried Martens op. Zijn wonderbureau, de CVP-jongeren van toen, met Miet Smet en Jean-Luc Dehaene in de rangen, kwam met een autonomiemanifest op de proppen. “Een stijlvolle, blitse plooifolder”, dixit Martens in zijn memoires. Maar belangrijker: voor het eerst wordt een vlammend pleidooi gehouden voor federalisme. Bij de liberalen en socialisten is het dan nog oorverdovend stil.  

Voor het applaus van de partijtop moest Martens het alvast niet doen. Er was een maatschappelijke groep die veel voelde voor de Vlaamse zaak, zeker en vast, maar de algemene teneur was wat anders. Het hield Martens niet tegen. Subsidiariteit is essentieel voor een christendemocratische partij. Paus Leo XIII stelde in zijn befaamde encycliek Rerum Novarum van 1891 reeds dat alles zo dicht mogelijk bij de burger diende georganiseerd te worden. Hoger overheidsoptreden is maar gerechtvaardigd, als het lokale niveau niet volstaat. De blitse folder werd gepubliceerd, zorgde voor de nodige ophef, en werd de volgende decennia nagenoeg volledig gerealiseerd.

Laat ons Martens voorhouden de komende jaren. De vraag mag niet en nooit meer zijn, of een standpunt wel electoraal gewin oplevert. Dat zal N-VA, het zelfbenoemde nieuwe CVP, wel doen. Te veel heeft CD&V de voorbije jaren meegewaaid met de wind. Te veel heeft ze haar maatschappijvisie laten ondersneeuwen, omdat er tegenwind kwam.

Het is dat pad dat het enthousiasme voor de christendemocratie doet verstillen. Wie kiest immers voor een partij die louter lijm is?

Tijd dus om die oude principes af te stoffen. Personalisme, subsidiariteit, verantwoordelijkheid, rentmeesterschap. Vage principes lijkt het. Dat zijn ze ook als je ze niet uitdiept. Tegen mensen zeggen dat ze zelf verantwoordelijk zijn, dat je de meeste zaken beter dicht bij de mensen zelf regelt en niet in hoge internationale salons, pleiten voor een middenweg tussen het verlammende collectief en de jungle van de individuele vrijheid, dat is misschien tegen de wind in fietsen.

Het is de weg die wij moeten afleggen.

Om die principes uit te diepen, wacht ons een lange tocht. En het constante gekissebis in de hedendaagse politiek zal onze aandacht telkens wegtrekken, zal constant in ons oor roepen. Het vergt concentratie en verbetenheid om de ogen op de bal te houden. Een aanbodpartij, die vormt zichzelf niet. Die plaats van het aanbod, tegen de wind in, komt stilletjesaan vrij. Tijd om ze in te vullen.

Bram Van Hecke is oud-voorzitter van de Groene Kring. In Europa is hij de eerste opvolger voor CD&V. Momenteel voert hij campagne om voorzitter te worden van Jong CD&V.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content