‘De financiële transfers van Vlaanderen naar Franstalig België zullen toenemen. Niet meteen het bilan waar wij op gerekend hadden’, schrijft Paul Becue van het Overlegcentrum van de Vlaamse .
Hij vroeg 50 dagen, maar hij had ze niet nodig. Bart De Wever kon sneller dan verwacht een begrotingsakkoord smeden en de volgende jaren het tekort met 9,2 miljard verminderen. En toch kunnen we niet echt opgewekt zijn over dit akkoord. Vooral Vlaanderen, en zijn sterke middenklasse, niet meteen de sterkste schouders, zal de rekening betalen. Wat maakt dat de financiële transfers van Vlaanderen naar Franstalig België zullen toenemen. Niet meteen het bilan waar wij op gerekend hadden. De Wever en co trappen in de klassieke Belgische val.
Hogere lasten, wat dit akkoord toch inhoudt, zijn de gemakkelijke oplossing. Ze zullen de uitgaven verder laten stijgen omdat de verleiding bij politici altijd groot is om in betere tijden cadeaus uit te delen. Volgt daarna opnieuw een magere periode dan nemen de politici terug hun wijk naar hogere lasten. Met andere woorden, men zit gevangen in een vicieuze cirkel. Dit principe laat het overheidsbeslag alleen maar toenemen.
Het bewijs zien we in Wallonië. Volgens de Nationale Bank, NBB, bedraagt het overheidsbeslag daar 70% van het gewestelijk BBP en kan de privé-sector al lang niet meer voldoen aan de financiële noden. Voor heel België is het overheidsbeslag 55%. Het IMF stelt resoluut dat dit praktisch het hoogste in de wereld is, en dat is geen goede zaak. Het remt ondernemerschap af en smoort de economische dynamiek in de kiem.
In het bedrijfsleven hanteert men een principe als de Balance Score Card. Met dit principe leggen bedrijven zichzelf objectieven op. Waarom kan een overheid dat niet? Dé Balance Score Card van deze regering zou moeten zijn: een overheidsbeslag van 45%. Als dat hoger ligt, dan moet men maatregelen nemen zoals een reductie van het aantal ambtenaren op alle bestuursniveaus. In Wallonië werkt nu al meer dan 40% van de effectief werkende bevolking voor de overheid. In Vlaanderen is dat 30%. Veel te veel dus, en wat erger is de trend gaat enkel opwaarts.
Dat de federale regering op droog zaad zit, is al lang duidelijk. Maar de oplossing ligt dus niet in meer belasten. “Iedereen”, zo zei Professor Carl Devos in De Afspraak, “is ervan overtuigd dat een nieuwe staatshervorming nodig is. Al willen ze het vaak niet gezegd hebben voor de camera.” De regio’s zullen mee in het bad getrokken moeten worden. De federale overheid heeft maar 20 miljard om zijn eigen kerntaken te financieren.
Dat is ruim onvoldoende om de bepaalde kerntaken adequaat in te vullen zoals een doortastende justitie geconfronteerd met o.a. cybercriminaliteit, overbevolking in gevangenissen en de steeds omvangrijker wordende drugsproblematiek, naast politie en defensie. De regio’s moeten geresponsabiliseerd worden.
In diezelfde uitzending zei vice-eerste minister Vincent Van Peteghem dat vooral Wallonië nog steeds naar de federale overheid als een rijke overheid kijkt, terwijl Vlaanderen al lang weet dat dat niet het geval is. Die mentaliteit maakt dat een regio zoals Wallonië blijft rekenen op dotaties zonder enig gevoel van verantwoordelijkheid. Volgens ons kan die verantwoordelijkheid er enkel komen als de regio’s fiscaal autonoom worden, en dus tegelijk budgettair verantwoordelijk om uitgaven af te stemmen op inkomsten.
Dotaties werken uitgavenfederalisme in de hand en Vlaanderen draait daar, ook met dit begrotingsakkoord, steevast voor op. Het dotatiesysteem maakt immers dat Vlaanderen solidair aansprakelijk blijft voor het financiële wanbeleid van Franstalig België. En dat geldt eveneens voor de kolossaal hoge Belgische schuld, vooral veroorzaakt door Wallonië en het gebrek aan verantwoordelijkheidszin.
Besparen door de staat te hervormen
Besparen kan je pas als je hervormt. Het Belgische huishouden draait voor geen meter meer. Een staatshervorming is dus niet alleen wenselijk, maar vooral nodig. Fiscale autonomie maakt deel uit van de te herbekijken Bijzondere Financieringswet, voor de meesten een zwarte doos.
En er zijn nog punten. Responsabilisering van de gezondheidszorgen. Het feit dat langdurig zieken, vooral in Wallonië, ongemoeid blijven, is toch een teken dat het systeem niet deugd. In Wallonië is 9% langdurig ziek en het telt 5% langdurig werklozen. Met al deze cijfers zitten we in Europa in de kopgroep. Vandaar is een splitsing van de gezondheidszorgen en toewijzing aan de deelstaten noodzakelijk.
Zeker met het oog op het invoeren van de werkloosheidsbeperking in de tijd waarbij de vrees bestaat dat een groot deel zal verschuiven, zoals Prof. Stijn Baert van de Ugent voorspelt, naar de ziekteverzekering, is een responsabilisering van de deelstaten aan de orde. Trouwens volgens eerdere staatshervormingen zijn persoonsgebonden materies sowieso bevoegdheden voor de deelstaten. Er is niks meer persoonsgebonden dan de ziekteverzekering.
De regering De Wever moet dus aan de bak en werk maken van een doordachte, diepgaande en efficiënte staatshervorming. Dat dit niet meteen kan in deze legislatuur valt te verwachten. Deze regering beschikt niet over een tweederde meerderheid. Maar het is wel zaak dat ze de nodige stappen zet ter voorbereiding van zo’n staatshervorming en eventueel bekijkt hoe Vlaamse krachten gebundeld kunnen worden om een grondige hervorming van de staat mogelijk te maken.
Het kan niet dat een njet van Franstalige partijen ervoor zorgt dat Vlamingen de rekening moeten betalen. Kijk maar naar Brussel hoe één Franstalige partij een gewest compleet steriel maakt. Dat belooft niet veel goeds als in 2029 deze regering de plaats moet ruimen voor de PS.
De Wever en co zijn gewaarschuwd, niks in dit land is zeker zolang niet alles is vastgelegd in een hervormde staat. Laat ons nu voor één keer zelf alles eens vastgrendelen in de ambitie om de overheid te responsabiliseren.
Paul Becue is voorzitter van het Overlegcentrum Vlaamse Verenigingen (OVV).