Ewald Pironet

‘Platte partijpolitiek is doorslaggevend geworden in de Wetstraat’

Zeven medailles brachten de Belgische olympiagangers mee uit Tokio. De feliciterende politici kunnen een voorbeeld aan hen nemen.

’28e? Echt? Dat kan niet!’ zei Mieke Gorissen, huilend van geluk. Ze had net de vrouwenmarathon in Tokio gelopen, was euforisch dat ze de finish had gehaald en toen ze haar plaats vernam, barstte ze in tranen uit. De 38-jarige lerares fysica gaf na haar prachtprestatie het meest beklijvende interview van de Olympische Spelen. ‘Ik ben wel een teennageltje kwijt, maar dat hebben we ervoor over.’ Gorissen had nochtans geen perfecte voorbereiding, ze was niet op stage kunnen gaan: ‘Ik wil mijn leerlingen zo goed mogelijk helpen aan het einde van het schooljaar,’ verklaarde ze, ‘dat heeft mijn prioriteit’. De dag dat haar ontwapenende woorden de pers haalden, zaten veel politici ergens op vakantie, terwijl in het zuiden van het land nog tienduizenden mensen in diepe ellende ploeteren na de watersnoodramp, die meer dan dertig mensenlevens kostte.

De mannenhockeyploeg behaalde het hoogste schavotje, het eerste goud van een Belgisch team op de Olympische Spelen in meer dan 100 jaar. Hun prestatie toont aan dat succes maakbaar is. Want ze komen van ver: tijdens de Olympische Zomerspelen van 1920 in Antwerpen behaalde de Belgische hockeyploeg brons, daarna was het tot begin deze eeuw wachten eer er weer enig succes werd geboekt. Met een goede focus, een volgehouden beleid en de juiste investeringen werd toegewerkt naar de gouden olympische medaille. Ook daaraan kunnen onze beleidsmakers een voorbeeld nemen. De hockeymannen vormen een hechte ploeg. In de nasleep van corona en de watersnoodramp klinkt de roep om een sterke federale overheid hier en daar luider, maar dat werkt niet als je niet eensgezind hetzelfde doel nastreeft. Als het ene deel van het land steeds meer naar links trekt en het andere naar rechts, kom je niet vooruit.

Platte partijpolitiek is doorslaggevend geworden in de Wetstraat.

Zevenkampster Nafi Thiam was de eerste Belgische atlete die zichzelf als olympische kampioen mocht opvolgen. Gymnaste Nina Derwael behaalde goud in een mondiale sport, Wout van Aert zilver in de wegrit van het wielrennen. Ze presteerden uitstekend onder hoge druk, want de verwachtingen waren hooggespannen. Dan komen de echte kampioenen naar boven. Dat geldt evenzeer voor politici: in moeilijke situaties, als onder immense druk belangrijke beslissingen moeten worden genomen, wordt echt staatsmanschap duidelijk. Dat zagen we de voorbije dagen, weken, maanden, jaren nauwelijks.

Bovendien kenden Thiam, Derwael en Van Aert de voorbije jaren hun deel van het blessureleed. Het Belgische jumpingteam, dat brons behaalde, kan er van mee spreken: een paard blesseerde zich tijdens de individuele finale en moest voor de teamfinale (samen met de ruiter) worden vervangen. En judoka Matthias Casse pakte brons met een geblesseerde schouder. Succes komt niet vanzelf, het kost bloed, zweet en tranen, in de sport zelfs letterlijk. Ook in het beleid is dat het geval, maar al te vaak kiezen onze politici voor de makkelijkste weg en ontbreekt het hen aan moed en discipline. Ze gaven de voorbije decennia veel geld uit, bij voorkeur aan hun achterban, maar er werd nauwelijks geïnvesteerd. Integendeel, ze beknibbelden op het onderhoud van de wegen, bruggen, tunnels, verlichting, fietspaden en ja ook op afwatering. Ooit volgt dan de rekening.

Op de slotdag won Bashir Abdi, op zijn dertiende als vluchteling uit Somalië in België beland, brons voor ons land op de marathon. Nog zo’n prachtprestatie, 45 jaar na Karel Lismont. De manier waarop zijn Nederlandse lotgenoot Abdi Nageeye hem daarbij hielp was schitterend: toen Bashir Abdi dreigde de kopgroep te moeten lossen, riep Nageeye hem toe: ‘Blijf bij mij, we gaan geschiedenis schrijven’ en in de laatste meters bleef hij Abdi constant aansporen. Dolgelukkig vielen Nageeye, die zilver won, en Abdi na de meet in elkaars armen. Het illustreert hoe je je eigen succes kunt nastreven én tegelijkertijd elkaar kunt helpen. Daar is in onze politiek helemaal geen sprake meer van. Regeringen besturen niet meer met het algemeen belang voor ogen, platte partijpolitiek en zich profileren ten koste van de ander, dat is doorslaggevend geworden in de Wetstraat.

De volgende Olympische Spelen zijn er al snel, in Parijs in 2024. Dat is ook het jaar dat er bij ons verkiezingen worden gehouden, voor het Europese en het Vlaamse Parlement, de gemeente- en provincieraad en ook voor het federale parlement – tenzij de regering-De Croo er eerder de brui aan geeft. Atleten en politici hebben nog drie jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content