Peilingen 26/05: Limburg en de KU Leuven als spiegel voor Vlaanderen

Zuhal Demir doet het in de peiling van Het Belang Van Limburg minder goed dan de N-VA van haar verwacht. © belga
Walter Pauli

Bij het begin van de laatste week voor de verkiezingen houden peilingen van Het Belang van Limburg en van het Leuvense studentenblad Veto Vlaanderen een spiegel voor. Ondanks de vooruitgang van Groen zal vooral centrumrechts zondag veel stemmen winnen. Al is dat niet per se gunstig voor de N-VA.

Het is al vaker gezegd: nationale peilingen zijn niet het fijnste instrument om de winst of het verlies in zetels te voorspellen, omdat de verschillen tussen de kieskringen – in Vlaanderen vallen die samen met de provincies – soms erg groot kunnen zijn. Het Limburgse voorbeeld illustreert dat andermaal.

De N-VA doet het in Limburg minder goed dan verwacht. Met 23,0 procent zakt de partij 7,4 procentpunten, dus mogelijk onder de psychologische ondergrens van 25 procent (de foutenmarge bedraagt 3 procent). De N-VA zou bijna een kwart van haar Limburgse kiezers kwijtspelen in vergelijking met 2014.

De N-VA zou bijna een kwart van haar Limburgse kiezers kwijtspelen in vergelijking met 2014.

En dat ondanks het feit dat de partij bijzonder hoge verwachtingen koestert in de nieuwe Limburgse lijsttrekker, Zuhal Demir. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar had zij in Genk de score van de CD&V-lijst van burgemeester Wim Dries danig aangevreten: de CD&V zakte er onder de grens van 40 procent tot 38,6 procent, terwijl de N-VA klom met 9,3 procentpunt tot 27,5 procent.

De verwachting was dat Demir de N-VA bij de Kamerverkiezingen ook in heel Limburg vooruit zou stuwen. Dat is blijkbaar te hoog gegrepen. Voor de Kamerverkiezingen is de N-VA gezakt tot hetzelfde niveau als de CD&V, want een verschil tussen 23 procent (N-VA) en 22,7 (CD&V) is statistisch irrelevant.

CD&V: meer zorgen om Antwerpen

In de eigen provincie doet CD&V-voorzitter Wouter Beke wat zijn partij in Vlaanderen niet kan: boven de grens van 20 procent stijgen (en daar blijven), en wedijveren met de N-VA om de koppositie.

Het ziet ernaar uit dat de CD&V vooral haar uiterst zwakke Antwerpse resultaten cash zal betalen. In Antwerpen, een provincie waarvan de ene helft (de Kempen) ooit ‘CVP-land’ was, en de andere kant (Antwerpen en de Antwerpse rand) de kieskring van het onklopbare stemmenkanon Leo Tindemans, blijft haast niets over van die oude koppositie.

Want de CVP had niet alleen Tindemans: ook topnamen als Jos De Saeger, Rika De Backer, Frank Swaelen, Paul Akkermans, Luc Van den Brande, Wivina De Meester of de Kempense stemmenkampioen Jos Dupré (de schoonvader van Koen Geens) hielden de provincie Antwerpen in christendemocratische handen.

Zelfs met een mooie Limburgse uitslag krijgt Wouter Beke de christendemocraten niet in de slipstream van de N-VA.

Een peiling van Gazet van Antwerpen van halfweg mei leert dat de CD&V in de provincie Antwerpen zou kunnen afklokken op amper 12 procent. In Antwerpen zijn er 24 Kamerzetels te verdelen, dubbel zoveel als de 12 van Limburg. Een mooie Limburgse uitslag kan Wouter Beke eventueel inroepen ter verdediging van zijn eigen positie, maar zet te weinig zoden aan de dijk om de christendemocraten in de Kamer en het Vlaams Parlement getalsmatig in de slipstream van de N-VA te krijgen.

Maar toch. In 2007 maakte ook in Limburg het zogenaamd kartel tussen CD&V en N-VA furore met een score van 31,4 procent. Straks zijn beide partijen mogelijk goed voor een gezamenlijke score van 45,7 procent.

Vlaams Belang zonder vedetten

En dat terwijl de kans groot is dat de N-VA stemmen verliest aan de grote winnaar van die peiling, ook in Limburg: Vlaams Belang. VB klimt met 8,2 procentpunt van 6,1 naar 14,3 procent. Het gaat dus om meer dan een verdubbeling van haar kiezers.

En dat in een provincie waar VB niet kan terugvallen op politieke vedetten als lijsttrekkers: in de Kamer is het oud-Kamerlid Annick Ponthier (zij zat al tussen 2009 en 2014 in de Kamer) en voor het Vlaams Parlement Chris Janssens, een bezig Vlaams volksvertegenwoordiger maar geen naam zoals Filip Dewinter, Tom Van Grieken of nieuwkomer Dries Van Langenhove.

VB zou van 6,1 naar 14,3 procent klimmen – meer dan een verdubbeling.

Blijkbaar is de merknaam ‘Vlaams Belang/VB’ sterk genoeg om fors vooruit te gaan in de eerste verkiezing na de aanslagen in Zaventem en Maalbeek, en na een regeerperiode waarin het zogenaamde identitaire debat (moslims, vluchtelingen) voortdurend de agenda heeft bepaald.

In die zin hebben de maatschappelijke ontwikkelingen, gekoppeld aan de koers van de belangrijkste partijen en ook de wijze waarop de media die hebben gevolgd en weergegeven, het VB wellicht opnieuw groot gemaakt.

Of is het de combinatie van dat met het feit dat er op links een gat lag? Net zoals het Rassemblement National (ex-Front National) van Marine Le Pen in Frankrijk voert het VB bij ons campagne met een programma waarin identitaire slogans gekoppeld worden aan sterke sociale eisen – net zoals de PVDA en de SP.A is VB voor een minimumpensioen van 1500 euro per maand.

Aan Gazet van Antwerpen zei Tom Van Grieken alvast dat hij ‘liever de SP.A zou leegeten dan de N-VA’. VB is nog ver verwijderd van zijn maximumscore uit 2004 (toen behaalde de partij 24,15 procent in heel Vlaanderen): de ene Zwarte Zondag is dus de andere niet. Maar de opmars van extreemrechts is desondanks indrukwekkend.

Tom Van Grieken zei onlangs dat hij ‘liever de SP.A zou leegeten dan de N-VA’.

De gezamenlijke Limburgse score van VB en de ‘ex-kartelpartijen’ N-VA en CD&V bedraagt 60,0 procent. En dat in een provincie die nog niet zo lang geleden het land van Steve Stevaert (SP.A) was, waar het ‘gezellige socialisme’ werd uitgedragen als een soort volkspolitiek, en Vlaams Belang in de Hasseltse gemeenteraad besliste dat nog langer oppositievoeren ’toch geen zin meer had’.

De PS-provincie van Vlaanderen

Links staat er bar slecht voor. De krant Het Belang van Limburg schreef dat de neergang van de SP.A nog meeviel: de Vlaamse socialisten klokken er af op 14,2 procent: met dat resultaat over heel Vlaanderen zou John Crombez zich inderdaad als een van de winnaars van de verkiezingen durven uit te roepen.

Maar toch. Limburg is sinds de tijd van Willy Claes in de jaren zeventig stelselmatig roder gaan kleuren. Limburg was en is in zekere mate een arbeidersprovincie, en werd politiek de sterkste kieskring van de SP(A). Zelfs partijgenoten spraken van ‘de PS-provincie’ van Vlaanderen.

Bij de vorige verkiezingen, in 2014, klokte de Limburgse SP.A af op 17,2 procent, drie volle procentpunten beter dan de algemene SP.A-score van 14,2 procent. Maar dat was zo goed als een halvering van het succesverhaal van 2003 – de Stevaert-verkiezing toen hij met SP.A-Spirit 32,6 procent haalde.

De PVDA zou 5 procent behalen. In theorie is daarmee de kiesdrempel bereikt, maar in de praktijk niet.

De erosie van de Vlaamse socialisten is niet opgevangen door de vooruitgang van Groen en de PVDA. Groen klimt in Limburg voor het eerst tot aan de grens van 10 procent (10,1 procent), waardoor er opnieuw een groene Limburger in de Kamer zou komen, de eerste sinds 2003 (in het Vlaams Parlement heeft Vlaams lijsttrekker Johan Danen zitting). Dat wijst erop dat Groen het sowieso goed tot uitstekend zou moeten doen in Vlaanderen, want Limburg is historisch de zwakste provincie van die partij (en nu lijkt zelfs het kleine Limburg méér stemmen te behalen dan de 8,5 procent van heel Groen in 2014).

De PVDA behaalt 5 procent. In theorie is daarmee de kiesdrempel bereikt, maar in de praktijk niet: afhankelijk van het resultaat van de andere partijen is ongeveer 7,5 procent nodig om in Limburg een Kamerzetel binnen te rijven. Voor het Vlaams Parlement en zijn 16 Limburgse zetels ligt die drempel lager.

Een Limburger in Luik

Hoe dan ook bestaat de kans dat er een bekende Limburgse PVDA’er in de Kamer zal zitting. In Luik heeft Gaby Colenbunders, de PVDA-fractieleider in de gemeenteraad van Genk, de derde plaats op de PVDA/PTB-lijst gekregen. Het is wettelijk toegelaten om voor de Kamer in een andere kieskring op te komen dan die van je woonplaats.

De derde plaats is een strijdplaats: als de Luikse PVDA/PTB ongeveer evenveel stemmen behaalt voor de Kamer als voor de provincieraadsverkiezingen (13,3 procent), dan zit een zetel erin. Alleen is de PVDA/PTB in Wallonië in vrije val in de peilingen. Het zal dus afwachten zijn tot zondag 26 mei of er vanuit Franstalig België inderdaad een versterking komt voor de Limburgse linkerzijde.

Het is immers veelzeggend dat de SP.A, Groen en de PVDA samengeteld (29,3 procent) beduidend lager scoren dan de 32,6 van Stevaert in 2003. (Agalev behaalde 4,1 procent, de PVDA 1,07 procent, dus 37,77 procent van de Limburgers stemde toen links-progressief).

Open VLD: licht achteruit

Dan rest nog de Open VLD. Tussen 1999 en 2003 was Patrick Dewael nog minister-president van Vlaanderen, in 2003 stapte hij over naar de federale regering als minister van Binnenlandse Zaken – Guy Verhofstadt had toen de ambitie om voorzitter te worden van de Europese Commissie, Dewael zou hem dan mogelijk in België opvolgen. In Limburg waren de liberalen in die tijd goed voor 21,20 procent van de stemmen.

Voor de Vlaamse liberalen lijkt het erg moeilijk om de uitstekende resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen te herhalen.

Vandaag behaalt de Open VLD in Limburg 11 procent, een lichte terugval vergeleken met de 12,3 procent voor de Limburgse liberalen in 2014, en net evenveel als de 11 procent die de partij in heel Vlaanderen zou behalen (volgens de peiling afgelopen weekend van Het Laatste Nieuws-VTM-Le Soir-RTL Info).

De Vlaamse liberalen slagen er blijkblaar niet in een stempel te drukken op de campagne. Ook de Limburgse peiling lijkt uit te wijzen dat het voor de Vlaamse liberalen erg moeilijk om de uitstekende resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen te herhalen.

Intussen aan de KU Leuven

Dat groen en rechts het in heel Vlaanderen en in alle milieus goed lijken te doen, wordt ook geïllustreerd door een peiling van het studentenblad Veto naar de kiesintenties van de Leuvense universiteitsstudenten. De steekproef werd gewogen naar de grootte van de faculteiten, de foutenmarge bedraagt 3,07 procent.

De grote winnaar is Groen (29,6 procent voor de Kamer, 28,6 procent voor het Vlaams Parlement), dat de N-VA (tweede met respectievelijk 22,8 en 22,3 procent voor Kamer en Vlaams Parlement) van de algemene koppositie verdrijft.

Open VLD wordt derde (met 15,8 en 19 procent), CD&V krijgt een dreun aan de Katholieke Universiteit: min 7,3 procentpunt voor de Kamer (er blijft nog 13,7 procent over), min 4,4 procent voor het Vlaams Parlement (een terugval tot 14 procent).

Intussen doet Vlaams Belang het beter dan de SP.A, en breekt de PVDA helemaal niet door. De grote verliezer is de SP.A. In 2004 was die partij nog de nummer één bij de Leuvense studenten, nu halen de Vlaamse socialisten er amper de kiesdrempel. Zelfs dat is onbereikbaar voor de PVDA.

In 2004 was de SP.A nog de nummer één bij de Leuvense studenten, nu halen de Vlaamse socialisten amper de kiesdrempel.

De N-VA blijft veruit de sterkste partij aan de faculteiten Economie en Bedrijfswetenschappen (33,3 procent), Farmaceutische Wetenschappen (34,8 procent), Geneeskunde (29,6 procent) en bij de ooit zo groene Bio-ingenieurs (33,3 procent) – zij het dat Bart De Wever en co. bijna overal achteruitgaan.

Groen boomt op faculteit Wetenschappen

Ook in die traditioneel meer rechtse faculteiten gaat Groen (bijna) overal vooruit. In de traditioneel meer progressieve faculteiten menswetenschappen – Sociale Wetenschappen, Letteren, Psychologische & Pedagogische Wetenschappen, Wijsbegeerte – is het al groen wat de klok slaat. Dat beeld komt ook terug bij de faculteit Wetenschappen (wiskunde, natuurkunde, biologie, scheikunde, aardrijkskunde en computerwetenschappen): Groen boomt tot 42,9 procent, een stijging van meer dan 14 procentpunten.

Vlaams Belang haalt in een aantal belangrijke faculteiten de kiesdrempel, en soms (véél) meer.

Ook in Leuven is, zij het ver achter Groen, Vlaams Belang de enige partij die in elke faculteit vooruitgaat. In 2014 was extreemrechts met scores rond de 1 procent feitelijk onbestaande aan de KU Leuven. Nu haalt het VB in een aantal belangrijke faculteiten de kiesdrempel, en soms (véél) meer. De opvallendste scores voor VB zijn 17,4 procent bij de Farmaceutische Wetenschappen; 13,7 procent bij de grote en belangrijke faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen; 7,7 procent bij Geneeskunde en 5,9 procent bij Rechtsgeleerdheid.

Twee op de drie studenten noemen ‘milieu, klimaat en energiekwesties’ als de belangrijkste problemen van vandaag. Dat is ruim meer dan ‘immigratie’ (50 procent) en het ‘onderwijssysteem’ (32,5 procent).

Professorenpartij

Bij professoren en assistenten (332 respondenten, de foutenmarge stijgt tot 5,2 procent) is Groen nog populairder dan bij de studenten. Met 40 procent is Groen zelfs een heuse ‘professorenpartij’ geworden, ver voor de CD&V (21,3 procent) en de N-VA (19,6).

De Open VLD (8,9 procent) en de SP.A (6 procent) doen het niet goed, de PVDA blijft met 2,7 procent verwaarloosbaar klein. Maar de linkse partijen, hoe klein ook, zijn voor de Leuvense academici nog altijd belangrijker dan het in dit milieu blijkbaar volstrekt irrelevante VB (0,9 procent). Het verschil tussen het kiesgedrag van de Leuvense academici en dat van het algemene electoraat is opvallend.

Peiling Het Belang van Limburg (2019)

N-VA 23,0

CD&V 22,2

SP.A 14,2

Open VLD 11,0

Vlaams Belang 14,3

Groen 10,1

PVDA 5,0

Uitslag Kamerverkiezingen Limburg (2014)

N-VA 31,4

CD&V 22,7

SP.A 17,7

Open VLD 12,4

Vlaams Belang 6,1

Groen 6,0

PVDA 2,6

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content