Partijen krijgen hun kieslijsten amper gevuld

© Belga
Ewald Pironet

Nog nooit hadden politieke partijen het zo moeilijk om kieslijsten samen te stellen als voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgende maand.

Politici van alle partijen over heel Vlaanderen vertellen het: nog nooit was het zo moeilijk om volwaardige kieslijsten te vormen als voor de lokale verkiezingen van 14 oktober. Professor Herman Matthijs (VUB, UGent), voorzitter van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen, en zijn collega-professoren Herwig Reynaert (UGent), Johan Ackaert (UHasselt) en Filip De Rynck (UGent),die als politicologen de lokale verkiezingen van nabij volgen, bevestigen dit ook onafhankelijk van elkaar aan Knack. ‘Twee weken geleden kwam een partij hier aan de deur aanbellen, met de vraag of mijn vrouw op de lijst wilde staan, want ze hadden nog volk te weinig’, zegt een van de hoogleraren. Een collega van hem: ‘Gisteren vertelde een medewerker me nog dat een partij bij hem was komen aankloppen met de vraag of hij zich kandidaat wilde stellen, want ze zocht nog mensen.’

De politieke wereld wordt al te vaak als pispaal gebruikt. Het gevolg is dat mensen de stap naar de politiek – en nu zelfs ook naar de gemeentepolitiek – niet meer willen of durven te zetten.

Herwig Reynaert, professor UGent

Het blijkt dat het vooral moeilijk is om vrouwen te vinden die zich kandidaat willen stellen, en het kiesdecreet bepaalt dat er op één na evenveel mannen als vrouwen op de lijst moeten staan. Maar het heeft ook te maken met een nieuw fenomeen: de lokale partijpolitiek spreekt de mensen minder aan. Lange tijd voelde de burger zich het meest betrokken bij de gemeentepolitie, maar de desinteresse en soms zelfs afkeer die we eerder merkten voor de nationale en de Europese politiek treft tegenwoordig ook de lokale politiek.

Behalve aan de moeilijke lijstvorming is dat duidelijk te zien aan het groeiende aantal mensen dat ondanks de opkomstplicht zijn stem niet uitbrengt bij de gemeenteraadsverkiezingen. Decennialang kwam 5 à 6 procent van de kiezers daarbij niet opdagen. In 2006 trok 5,6 procent van de stemgerechtigde Vlamingen niet naar de stembus, in 2012 verzaakte 11,7 procent aan de opkomstplicht, een verdubbeling. Tel daar de 3,5 procent blanco en ongeldige stemmen bij, en je komt uit op goed 15 procent van de Vlaamse kiezers die zich bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen niet uitspraken. Voor heel België zijn de cijfers trouwens vergelijkbaar: 10,3 procent daagde in 2012 niet op, 4,7 procent stemde blanco of ongeldig. Meer dan 1 miljoen ingeschreven kiezers bracht bij de vorige gemeenteraadsverkiezing dus geen stem uit.

De professoren Ackaert, De Rynck, Matthijs en Reynaert wijzen erop dat het stijgende absenteïsme én het feit dat politieke partijen het zo moeilijk hebben om volledige kieslijsten te vormen op een dieper liggende malaise wijzen: het vertrouwen in de politiek is ook op lokaal niveau aangetast, de gemeenteraadsverkiezingen zijn niet langer een feest van de democratie. De klad zit in de gemeentepolitiek, mensen voelen er zich minder door aangesproken. Politiek – ook de lokale – is één pot nat. ‘Dat baart mij het meeste zorgen’, zegt Reynaert. ‘De politieke wereld wordt al te vaak als pispaal gebruikt. Het gevolg is dat mensen de stap naar de politiek – en nu zelfs ook naar de gemeentepolitiek – niet meer willen of durven te zetten. Dat is niet goed voor onze democratie.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content