Oxford-historicus Martin Conway: ‘Samusocial is een typisch Belgisch schandaal’

© Eva Vermandel

Hij is een van de weinige buitenlandse historici die gespecialiseerd zijn in België. En ook onze actualiteit volgt Oxford-prof Martin Conway met veel verbazing. ‘In welk ander land kan een partijvoorzitter met één manoeuvre drie regeringen tegelijkertijd lamleggen? Never a dull moment in Belgium!’

Balliol College, Oxford. Hoe Brits kan het worden? Balliol werd opgericht in de 13e eeuw en is het oudste college van Oxford en bij uitbreiding Engeland. Het kloosterachtige complex aan Broad Street, het decor voor verschillende Harry Potter-films, ademt traditie en prestige. Balliol, zo vernemen we van Martin Conway, was lange tijd hofleverancier voor de hoogste bestuursregionen van het Verenigd Koninkrijk en het British Empire. Met Herbert Asquith, Harold Macmillan en Edward Heath werden drie allumni premier, een exploot dat de huidige minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson hoopt over te doen. Academische hoogvliegers waren er eveneens. Dat kamertje bovenaan in de toren waar Conway zelf een bescheiden kantoor heeft? Daar heeft Adaminvisible handSmith, de Schotse filosoof en grondlegger van de politieke economie, nog gestudeerd.

De Welshman Conway trok als 18-jarige naar Brussel. ‘Uit interesse voor Europa’, zegt hij. ‘Het Verenigd Koninkrijk was pas tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG) toegetreden. In deze brexit-tijden kun je je moeilijk voorstellen hoeveel geestdrift het Europese project toen veroorzaakte, zeker in Wales. Daarom wilde ik naar Brussel vooraleer ik geschiedenis zou studeren, het was tenslotte de plek waar het allemaal gebeurde.’

Het kan dat er een coup gepleegd zal worden tegen Elio Di Rupo

De belangstelling voor Europa is gebleven. Professor Martin Conway doceert moderne Europese geschiedenis. Aan zijn Brusselse intermezzo hield hij nog een passie over. Conway is een van de uiterst zeldzame buitenlandse historici die met kennis en gezag over België kunnen spreken. Zijn doctoraat over Léon Degrelle, de leider van de Waalse collaboratiebeweging Rex, bezorgde hem vooral in Franstalig België grote faam. The Sorrows of Belgium, een werk uit 2012, geldt intussen als dé referentie voor de woelige periode na de bevrijding. In dat boek verraste Conway met een opvallende analyse. De periode van naoorlogse normalisering bracht, zoals algemeen bekend was, stabiliteit, welvaart en lanceerde België als draaischijf van de Europese integratie. Maar tegelijkertijd werd de kans gemist om de Belgische staat op een nieuwe grondwettelijke leest te schoeien. Daardoor verzeilde België vanaf de jaren zeventig in een eindeloze cyclus van politieke crisissen en staatshervormingen, zegt Conway. Met als voorlopig eindresultaat een institutioneel kluwen waarin een kat haar jongen niet vindt. Conway verklaarde onlangs in The New York Times dat de Samusocial-affaire een typisch Belgisch fenomeen is. Een nonprofit waar politiek benoemde bestuurders publieke middelen afromen om zichzelf rijkelijk te belonen? Business as usual, legde hij uit, alleen hebben de voormalige Brusselse burgemeester Ivan Mayeur (PS) en kompanen wat overdreven bij hun zelfbediening.

Geen flatterende vaststelling. Is het zo erg gesteld met de politieke zeden in ons land?

Martin Conway: Wat heet erg? Wat de Brusselse burgemeester en anderen gedaan hebben, kan natuurlijk niet door de beugel. Geld voor daklozen voor eigen profijt gebruiken hoort niet. Toch blijf ik erbij: het is vooral de hoogte van de sommen en de symboliek van de daklozen die een schandaal hebben veroorzaakt. Samusocial is een instituut zoals er in België honderden bestaan, en de toestanden waar men nu schande van spreekt, passen perfect bij de manier waarop België de voorbije honderd jaar werd bestuurd.

Wat bedoelt u?

Conway: Het is geen nieuws dat het Belgische politieke systeem complex en ondoorzichtig is. De veelheid van bestuurslagen gecombineerd met de verzuiling maakt dat niemand weet wie precies waar verantwoordelijk voor is. Dat is allemaal weinig efficiënt en daardoor worden affaires zoals Samusocial mogelijk. Toch zie ik dat niet per se als iets negatiefs. Die complexiteit is immers niet uit de lucht komen vallen, maar beantwoordt aan de complexiteit van de Belgische samenleving. Ik houd van jullie woord ‘verzuiling’. In het Frans hadden ze daar geen woord voor, ze hebben de Engelse vertaling ‘pilarisation‘ geleend. Over die verzuiling wordt veel gekankerd, maar de zuilen zorgden tot diep in de 20e eeuw voor een opmerkelijke verbondenheid tussen burgers en politiek. Katholiek of socialist, arbeider of middenklasse, iedereen kende wel een burgemeester of een volksvertegenwoordiger met relaties in Brussel. Het was tweerichtingsverkeer, want dankzij de verzuiling hielden politici de vinger aan de pols van de maatschappij. Bij die verzuiling hoorde een verdeelsleutel. Iedereen kreeg zijn deel van de publieke middelen en benoemingen en voelde zich daardoor betrokken. Ik zeg niet dat het een perfect systeem was, maar het is wel wat België altijd overeind heeft gehouden.

Oxford-historicus Martin Conway: 'Samusocial is een typisch Belgisch schandaal'
© Eva Vermandel

Nochtans klinkt er in België weinig applaus voor dat systeem. Zeker na Samusocial leeft de overtuiging dat het zo niet verder kan. Zowat alle partijen lanceerden de voorbije weken voorstellen voor een nieuwe politieke cultuur.

Conway: Ik bespeur een zekere schijnheiligheid. Veel politici die nu moord en brand schreeuwen hebben zelf dapper meegedaan aan het verfoeide cliëntelisme. Ik ben niet onder de indruk van de pleidooien voor hogere morele standaarden in politiek en bestuur. Alle ideeën over decumul of intercommunales ten spijt, vrees ik dat er weinig zal veranderen. De meeste Belgen aanvaarden het gebrek aan transparantie en efficiëntie als een noodzaak om een complexe samenleving te doen draaien.

In Vlaanderen wordt Samusocial als een typisch PS-schandaal afgedaan. Akkoord?

Conway: Nogmaals, het gaat om een kwalijk neveneffect van de manier waarop de macht in België wordt uitgeoefend. Ook katholieken of liberalen zijn daar niet immuun voor, hooguit kun je stellen dat de PS een groter risico loopt omdat de partij in bepaalde streken al decennialang met de macht is vergroeid. In die streken heerst bovendien veel armoede. Door de combinatie van macht en armoede stijgt de kans dat er misbruik zal gemaakt worden van publieke middelen voor armoedebestrijding. Dat is niet typisch Waals, het had even goed een Vlaamse burgemeester kunnen overkomen. Schandalen zijn er in België altijd geweest, aan weerskanten van de taalgrens. Guy Spitaels (PS) was een Waal, Willy Claes (SP) een Vlaming en allebei zijn ze door het Augusta-schandaal ten onder gegaan. En Publifin is een Luikse affaire, maar heeft uitlopers in Vlaanderen.

Belt de media u vaak om duiding over België te geven?

Conway: Helaas alleen wanneer het grondig mis gaat, zoals bij de terreuraanslagen van vorig jaar. Als je in de database van de BBC zit, ben je ineens een dag lang in de media, pratend over een land waar anders niemand om maalt.

U mocht ook opdraven toen Wallonië de ratificatie van het Europees-Canadese vrijhandelsakkoord CETA dreigde te blokkeren. De Waalse minister-president Paul Magnette beheerste toen vijftien minuten lang het wereldnieuws. Wat vond u van zijn verzet?

Conway: Ik vond het interessant, een staaltje van ‘brinkmanship’, politiek blufpoker. Magnette speelde het hard, maar wist perfect wanneer hij moest stoppen. Niet dat iemand ook maar een seconde geloofde dat Wallonië CETA echt zou saboteren, maar dat is het punt niet. Je kunt Magnette uiteraard van opportunisme beschuldigen. Hij rook zijn kans om de PS te profileren en zijn extreemlinkse concurrent PTB de wind uit de zeilen te halen. Je kunt ook zeggen dat zijn verzet niet veel heeft opgeleverd. Aan het eigenlijke verdrag werd geen komma veranderd, de Walen lieten zich paaien met enkele waarborgen in een aparte bijlage. Toch verdient Magnette krediet omdat hij een belangrijk debat heeft geopend. Voor het eerst in jaren werd in België nagedacht over een fundamentele kwestie: wat voor land willen we zijn? Volgen we de EU blind in de richting van meer kapitalisme en vrijhandel, of kiezen we voor een maatschappij met meer regulering en sociale bescherming?

Tot de jaren zeventig werd België internationaal gezien als een succesvol land. Daarna werd het een bron van spot en minachting

U waarschuwde tijdens de CETA-crisis dat de Waalse strijdlust niet onderschat mocht worden. Waarom?

Conway: Als er al belangstelling is voor België, dan is die voor Brussel gereserveerd – of voor Vlaanderen omdat dat de economische motor van het land is. Maar wat weet de buitenwereld over Wallonië? Niets, het is een blinde vlek op de kaart van Europa. Terwijl het een fascinerende regio is waarvan Europa heel wat kan leren. De Walen zijn een volk van vier miljoen mensen die worstelen met dramatische socio-economische veranderingen en loodzware problemen. Een volk met een traditie van massaal verzet en mobilisatie. Erg boeiend. Ik ben trouwens een publicatie over de Grote Staking van december 1960 aan het voorbereiden, toen het land wekenlang werd lamgelegd door het verzet tegen de Eenheidswet. Als je vandaag de miserie ziet in Charleroi, Seraing of in de Borinage dan vraag je je toch af wanneer er zich een nieuwe explosie zal voordoen. Gaan de Walen hun lot in eigen handen nemen? Of blijven ze gelaten alles ondergaan, conform aan de historische natuurwet dat met de armoede ook de apathie toeneemt?

Misschien komt de Waalse bigbang er wel bij de volgende verkiezingen. Peilingen voorspellen een triomf voor de extreemlinkse PTB. De partij zou met 25 procent zelfs de grootste van Wallonië worden.

Conway: Daar geloof ik niet in. Ik zou al verbaasd zijn als de PTB vijftien procent haalt. Pas op, ook zo’n resultaat zou een schokgolf door de Belgische politiek sturen. Daardoor zou niet alleen de vorming van allerlei regeringen bemoeilijkt worden, een doorbraak van de PTB kan door de Vlaamse nationalisten worden aangegrepen om nogmaals te roepen dat er met de Walen niet te besturen valt. Maar zo’n overwinning kan ook een heel ander effect sorteren en tot meer aandacht voor allerlei vormen van ongelijkheid in de maatschappij leiden. Tussen haakjes, ik zie de aanslagen in Brussel als een pervers gevolg van die ongelijkheid. Het Belgische systeem van verkavelde bevoegdheden en verzuiling heeft democratische legitimiteit, maar het schiet hopeloos tekort bij het voeren van een adequaat integratiebeleid.

Zal de PS, net zoals zijn Franse naamgenoot, compleet van de kaart geveegd worden?

Conway: Zoiets valt nooit uit te sluiten, maar ik verwacht het niet. Ik ben geen PS-watcher, maar ik kan me inbeelden dat er een coup tegen partijvoorzitter Elio Di Rupo gepleegd zal worden, waarna een nieuwe generatie de partij in handen zal nemen. Of de nieuwe leider Paul Magnette zal heten, moet de toekomst uitwijzen. Er is trouwens een belangrijk verschil met de Franse PS die al bij al een zeer jonge partij is. Van de Waalse PS kun je veel zeggen, maar niet dat het de partij aan traditie ontbreekt. Ze werd gesticht in 1885 en is een van de oudste socialistische partijen ter wereld. Ik raad jonge Belgische historici altijd aan om de PS te bestuderen. In Vlaanderen was haar invloed minder doorslaggevend, maar voor Wallonië was en is de socialistische beweging absoluut toonaangevend. Toch vind je er nog altijd weinig wetenschappelijke literatuur over.

U heeft dus niet alleen een zwak voor België, maar ook een bijzondere belangstelling voor Wallonië. Krijgt u dat aan uw collega’s in Oxford uitgelegd?

Conway: (lacht) Why Belgium? Die vraag hoor ik minstens een keer per week, en niet alleen van collega’s. België, antwoord ik altijd, is een verhaal dat nooit af is. Sinds ik me in de jaren tachtig voor het land ging interesseren heb ik vijf politieke crisissen en evenveel staatshervormingen meegemaakt. De abortuscrisis, de Witte Mars, er gebeurt altijd iets. Ik meen het: er bestaat geen beter land om je als historicus over te buigen, zeker omdat er nog heel wat onontgonnen thema’s zijn. In de geschiedschrijving van de jaren dertig zitten vele gaten, en zelfs over het verzet tijdens de oorlog valt nog heel wat te onderzoeken.

Oxford-historicus Martin Conway: 'Samusocial is een typisch Belgisch schandaal'
© Eva Vermandel

Maakt dat indruk?

Conway: Nee, niemand begrijpt waarom België interessant is. De sceptici vragen mij welke impact het land op de twintigste eeuw heeft gehad. Ik zeg dan dat ze de verkeerde vraag stellen en dat ze zich moeten afvragen wat het ons kan leren. Door België kunnen we leren hoe natiestaten op crisissen reageren en hoe een samenleving omgaat met de complexiteit van linguïstische verschillen en sociale en ideologische tegenstellingen. Wist je trouwens dat België tot in de jaren zeventig een voorbeeld van een succesvol meertalig land was? Zelfs Amerikaanse politieke wetenschappers prezen het omdat het zijn complexiteit en tegenstellingen had overstegen om zich tot een gezonde democratie te ontwikkelen. Dat positieve imago leefde ook in Groot-Brittannië. België werd serieus genomen, het was een land waarmee we goede relaties wilden en ons verbonden voelden, niet het minst omdat we jullie tijdens twee oorlogen te hulp zijn geschoten. Ergens in de loop van de jaren tachtig en negentig is dat imago gekanteld. België werd een bron van spot en minachting.

Over imago gesproken: België wordt vaak als een ‘failed state’ omschreven. Terecht?

Conway: Onzin, het is geen mislukte staat. Het probleem is dat het te veel staten tegelijkertijd is. Ik was toevallig in het land toen CDH-voorzitter Benoît Lutgen de stekker uit de Brusselse regering trok. In welk land kan een voorzitter van een kleine partij met één manoeuvre drie verschillende regeringen lamleggen? Dat was alweer een memorabel ogenblik. Ik zei het al, never a dull moment in Belgium.

Als de critici met ‘failed state’ bedoelen dat het federaliseringsproces een veelkoppig monster heeft gebaard met bestuurslagen die als een lasagne op elkaar werden gestapeld, dan ga ik akkoord. Net als de Belgen, want niemand is enthousiast over het resultaat. Maar het is dan wel een failed state waar het merkwaardig goed leven is. En tijdens dat langgerekte proces van mislukken zijn opmerkelijk weinig doden gevallen. Dat is trouwens een trend die ik als historicus zie: sinds de jaren dertig is de Belgische maatschappij steeds vreedzamer geworden.

In The sorrows of Belgium beweert u dat er na de bevrijding een grote kans is gemist om de Belgische staat op een moderne leest te schoeien. Precies daardoor kwam het proces van decentralisering op gang waaruit het veelkoppige federale monster werd geboren. Kunt u dat nader verklaren?

Conway: Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog hebben er in verschillende West-Europese landen politieke aardverschuivingen plaatsgevonden. Frankrijk kreeg een nieuwe republiek en in Duitsland moest de staat vanaf nul heropgebouwd worden. En wat veranderde er in België? Vrouwen kregen stemrecht, maar verder bleef het politiek systeem hetzelfde. Aan de rigide grondwet van 1830 werd niet geraakt, België bleef dezelfde gecentraliseerde staat met negen provincies . Daarmee werden enkele fundamentele veranderingen in de samenleving genegeerd. Bij de stichting van België in 1830 golden drie grondbeginselen: België was een monarchie, de bourgeoisie had de macht en het land was Franstalig. Met die ingrediënten probeerde men een nationale identiteit te kneden. Tijdens en na de oorlog kwamen die principes op de helling te staan, maar die realiteit werd genegeerd. Misschien bekijk ik het door een gekleurde bril, maar Groot-Brittannië draagt daarin een grote verantwoordelijkheid. België viel na de bevrijding onder Brits bestuur. Wij hebben het land in een vooroorlogs keurslijf gedwongen met twee sleutelbeslissingen. De Britten hebben de terugkeer van koning Leopold verhinderd. En ze hebben ervoor gezorgd dat een aantal nieuwe groepen die tijdens de oorlog waren opgestaan geen macht kregen. Het ancien regime van de socialistische premier Paul-Henri Spaak en zijn medestanders werd met Britse steun opnieuw geïnstalleerd.

Vlamingen zijn in het algemeen te intelligent om te geloven in slogans zoals “vrijheid door onafhankelijkheid

Conway: Je kunt je afvragen of het hele decentraliseringsproces wel op gang was gekomen als er een nieuwe grondwet was gekomen. Laat staan dat het op dezelfde manier zou zijn verlopen, met horten en stoten, geritmeerd door regeringscrisissen en staatshervormingen. Toegegeven, dat is een typische ‘wat als’-redenering waar historici dol op zijn. Toch blijf ik ervan overtuigd dat het Belgische federaliseringsproces geen historisch fataliteit was zoals vaak beweerd wordt.

U bent ook kritisch voor het idee dat België wel moest uiteenvallen door allerlei linguïstische problemen.

Conway: De opkomst van het Vlaams nationalisme is een factor van belang, maar hetzelfde geldt voor de teloorgang van de zware industrie in Wallonië. Verschillende oorzaken hebben elkaar versterkt, maar feit is dat het ontmantelen van de federale staat een project van de politieke elites was waar weinig populaire steun voor bestond. De Vlaamse christendemocraten en de Waalse socialisten hadden verschillende drijfveren, maar een gemeenschappelijk belang. Ze wilden zo veel mogelijk macht en middelen naar de regio’s overhevelen omdat ze daar meer controle hadden. Het volk stond erbij en keer ernaar. Naar de mening van de Belgen werd nooit gevraagd. Historici die naar de tweede helft van de 20e eeuw kijken, kunnen maar een conclusie trekken: het nationalisme is altijd een minoritaire stroming geweest. Op geen enkel moment was een meerderheid van de Belgen gewonnen voor onafhankelijkheid, niet in Vlaanderen en niet in Wallonië.

Bij de N-VA zullen ze dat niet graag horen. Tijdens de recente 11 juli-viering werden de Vlamingen door minister-president Geert Bourgeois (N-VA) tot meer fierheid aangespoord. Waarom, zo vragen nationalisten zich steeds weer af, kunnen we onze nationale identiteit niet complexloos omhelzen zoals de Schotten of de Catalanen?

Conway: Omdat de verschillen groter zijn dan de gelijkenissen. Anders dan in Catalonië en Schotland is het Vlaams nationalisme nooit tot een echte volksbeweging uitgegroeid. De Vlaamse onafhankelijkheid slaat niet aan als politiek project, daarvoor is het besef van de interne verdeeldheid te groot. Ik vind dat een geruststellende gedachte. Vlamingen zijn in het algemeen te intelligent om te geloven in slogans zoals ‘vrijheid door onafhankelijkheid’.

Begin deze eeuw leek het ideaal van de Vlaamse onafhankelijkheid een doorstart te nemen. Vlaanderen zou misschien geen onafhankelijke republiek worden, maar wel een autonome regio in een Europees verband. Is die lightversie wel een leefbaar politiek project?

Conway: Ik vrees ervoor. Ook in België is de Europese gedachte niet meer wat ze geweest is. Vijftien jaar geleden noemden studenten in Leuven of Gent zich vol overtuiging Europeanen. Vandaag kun je daar niet meer van uitgaan. Europa is een symbool voor bureaucratie en geldverspilling geworden, zelfs in België.

Vijftien jaar geleden noemden studenten in Leuven of Gent zich vol overtuiging Europeanen. Vandaag kun je daar niet meer van uitgaan

Hoe is de brexit in Oxford aangekomen?

Conway: Als een mokerslag. Het heeft maanden geduurd vooraleer het besef doorsijpelde en nu heerst er nog altijd een rouwstemming alsof we een dierbaar familielid hebben verloren. Het zal heel veel moeite kosten om in Oxford iemand te vinden die voor Leave heeft gestemd. Het brexit-referendum werd meer dan een jaar geleden gehouden, maar het houdt iedereen nog altijd enorm bezig. Als je iets gaat drinken, komt het gesprek vroeg of laat altijd op de brexit.

Vreest de universiteit dat de brexit praktische gevolgen zal hebben?

Conway: Uiteraard, we hebben hier heel veel Europeanen, zowel studenten als wetenschappers. Oxford is sterk genoeg om te overleven, maar de vraag is waar we binnen tien jaar zullen staan. Zal het nog altijd de plek zijn waar jonge, intelligente Europeanen naartoe komen om hun carrière te lanceren? Of wordt Oxford een buitenpost, afgesneden van het continent zoals de rest van het land? Grenzen verschuiven, ook mentaal.

Misschien komt de brexit er nooit, zoals de toekomstige LibDem-leider Vince Cable onlangs liet uitschijnen.

Conway: Zeg nooit nooit. Net zoals de Belgen hebben de Britten aanleg voor politiek pragmatisme. Het land zal langzaamaan beseffen dat de brexit te duur en complex is om uit te voeren. Misschien moeten we wachten op een nieuwe generatie politici die binnen een jaar of vijf een oplossing zullen vinden, zoals een associatie die het lidmaatschap voor drievierden overlapt. Maar er zijn vele scenario’s denkbaar. Zo kan een revanchistische Tory-fractie het land op sleeptouw nemen om nog verder afstand te nemen van Europa en een Noord-Atlantische alliantie met de Verenigde Staten te smeden. De manier waarop de Britse premier Theresa May de Amerikaanse president Donald Trump het hof maakt, is nu al ronduit gênant. Wat een belabberd figuur slaan we in de internationale gemeenschap, zeker naast Frankrijk en Duitsland. De vraag is trouwens of het Verenigd Koninkrijk deze constitutionele revolutie – want daar komt de brexit op neer – overleeft.

Vreest u voor het voortbestaan van het Verenigd Koninkrijk?

Conway: Ieder land dat zichzelf ‘verenigd’ moet noemen, heeft duidelijk een probleem met zijn interne samenhang. In vele opzichten is het VK een kunstmatig land, met verschillende rechtssystemen en grondwettelijke voorzieningen die per landsdeel verschillen. Wat houdt de boel samen? De symboliek van het koningshuis en enkele mythes die een collectief gedeeld verleden moeten oproepen. Ik betwijfel of dat genoeg is om de schok van de brexit te doorstaan. Toen twintig jaar geleden de Schotse queeste voor autonomie in een stroomversnelling belandde, heb ik voorspeld dat we eerder het einde van het Verenigd Koninkrijk zouden meemaken dan dat van België. Dat was toen als boutade bedoeld, maar nu niet meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content