De (s)preekstoel van Knack.be

‘Ouderenweek: als er geen woorden meer zijn, wordt tederheid de mooiste uitdrukking’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

Naar aanleiding van de Ouderenweek schrijft Hennie Janssen van Logia over haar relatie met haar demente moeder, die ze ook tijdelijk in huis nam.

Het is voor de meesten onder ons een ‘beladen’ woord dat onmiddellijk allerlei gevoelens oproept en misschien ook wel angst. Niemand wil dement worden. Nochtans zal het aantal dementerenden in de toekomst vermeerderen. Mede door de goede gezondheidszorg bij ons worden mensen ouder en is er meer kans om dement te worden.

Moest mijn moeder, die vanaf haar 63ste plots weduwe werd, gestorven zijn voor ze 82 werd dan zouden wij haar herinneren als een zelfstandige vrouw die kon genieten van bijeenkomsten met leeftijdsgenoten en altijd klaar stond voor ons ook nog toen ze oud was. Bijvoorbeeld om de kleinkinderen op te vangen.

Maar vanaf die leeftijd van 82 was het aan ons om voor haar te gaan zorgen omdat zij dement aan het worden was. Ze woonde in die periode in een serviceflat. We gingen enkele keren per week bij haar langs maar toch heeft het een hele tijd geduurd voor we echt door hadden wat er precies aan de hand was. Ze wist het zo goed te verbergen tot we kaas in de microgolf zagen staan en het brood in de ijskast.

Wij verbouwden een gedeelte van onze woning tot een kangoeroewoning en mijn moeder kwam bij ons wonen. Zij besefte zelf dat ze aan het vergeten was en dat was zwaar om te aanvaarden. Haar gedrag veranderde stilaan, ze was opstandig en boos en kon fel reageren. Het was voor haar en voor ons allemaal een nieuwe ervaring. Maar er waren ook heel mooie, intense momenten. Soms stelde ze mij vragen met een zekere schroom, verlegen omdat ze het zelf niet meer wist, waarop ze een eerlijk antwoord van mij verwachtte. Ik leerde haar heel anders kennen en tijdens die gesprekken begreep ik wat voor haar moeilijk geweest was maar ook wat het meest belangrijkste was in haar leven. Wanneer ze angstig was ten gevolge van het dementieproces hoorde ik haar weesgegroetjes bidden in haar bed en ik merkte dat dàt haar een innerlijke rust gaf. Op zo’n moment was ik ontroerd en had ik veel bewondering voor de waardigheid waarmee zij omging met deze situatie.

Toen voor mij de zorg te zwaar werd is zij naar een woon- en zorgcentrum verhuisd. Dat was alles uit handen geven en dat was niet eenvoudig. De verzorgenden deden hun best. Maar dikwijls heb ik gemerkt hoe weinig kennis men heeft over het dementieproces en daardoor schrijnende situaties ontstaan. Er is nog veel te doen in de opleiding in de zorg omtrent het begeleiden van dementerenden.

Naarmate het dementieproces vorderde werd het rustig in haar hoofd en ze was altijd tevreden en opgewekt. Elke avond was er iemand van haar kinderen bij haar tot ze ging slapen.

Na een tijd kon zij niet meer lopen en de laatste jaren wist zij ook niet meer hoe ze moest eten. Die zorg om haar eten te geven hebben wij dan ook op ons genomen.

Telkens als we bij haar vertrokken, nog voor de deur dicht was, wist ze al niet meer dat er iemand geweest was. Maar wat wel bleef hangen bij haar was wat ze gevoeld had bij deze ontmoeting. Vergeten deed ze, maar aanvoelen deed ze des te meer. Dat hielp ons om fijngevoeliger te worden in onze relatie met haar.

Het is misschien moeilijk te begrijpen voor sommigen, maar die laatste jaren die we met haar mochten doorbrengen hebben ons nog dichter bij haar gebracht. En zij heeft ons hierdoor als broers en zussen ook dichter bij elkaar gebracht. We hebben bij onszelf en bij mekaar andere aspecten mogen ontdekken, want als er geen woorden meer zijn, wordt tederheid de mooiste uitdrukking.

Mijn moeder stierf een maand voor ze 92 werd. Ik heb nooit de indruk gehad dat ik tijdens het dementieproces afscheid nam van haar. Het was wel telkens opnieuw een zoeken naar een echte relatie met haar. En dat deed mij terug denken aan de levensfases van mijn kinderen waar het ook telkens opnieuw een zoeken was om een echte relatie te onderhouden. Reeds tijdens mijn zwangerschap probeerde ik een relatie op te bouwen met de baby door ertegen te praten. Na de geboorte kon ik de baby knuffelen en ermee praten, ook nog zonder wederwoord. Maar deze contacten waren zo belangrijk opdat het kind gelukkig zou kunnen opgroeien. Waar is de tijd dat een kind niet ernstig werd genomen, terwijl nu iedereen weet hoe belangrijk het is om de psychologie van het kind te kennen.

Het lijkt me nu een grote uitdaging voor onze samenleving om beter de psychologie van dementerenden te begrijpen, en hen in die laatste fase van hun leven als volwaardige mensen te blijven zien.

Hennie Janssen is lid van Logia.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content