‘Ontwikkelingshulp en bedrijfsleven moeten samenwerken’

Didier Reynders (MR) © BELGA

Uittredend minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) is ervan overtuigd dat het zin heeft om het bedrijfsleven nauwer te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking.

De Belgische ontwikkelingssamenwerking moet zich focussen op domeinen “waar de Belgische bedrijven sterk staan”. Dat meent uittredend minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR). In de marge van een bijeenkomst met zijn Europese ambtgenoten in Milaan onderstreepte hij dat deze benadering weerhouden zal worden in het regeerakkoord.

Op basis van de nota van formateurs Kris Peeters en Charles Michel starten CD&V, Open VLD, N-VA en MR maandag de tweede fase van de onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord. In Milaan ging Reynders alvast in op enkele elementen voor het buitenlands beleid. Zo zal een afstemming van ontwikkelingssamenwerking op de troeven van de Belgische bedrijven volgens de liberaal “in het regeerakkoord staan”.

Beducht voor ‘witte olifanten’

Reynders verwees onder meer naar vaccins, baggerwerken en watermanagement. Indien België bijvoorbeeld fondsen zou vrijmaken voor waterdistributie, zou een Belgisch bedrijf in beeld kunnen komen voor een overheidscontract voor de sanering. “Kunnen we niet met pakketten werken?”, vroeg hij zich af.

De minister is wel beducht voor “de witte olifanten van het verleden, toen een project werd uitgevonden voor een bedrijf”. Met de blik op “de gigantische nood aan vaccinatie in de wereld” is het volgens Reynders ook “niet absurd” om gebruik te maken van troeven van in België gevestigde ondernemingen, “zoals GSK en anderen”, die een erkende expertise op dat domein hebben.

Reynders is ervan overtuigd dat het zin heeft om het bedrijfsleven nauwer te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking. Het is zelfs essentieel om projecten te doen slagen, meent hij. “Er zijn mensen, met name bij de groenen, die steeds gedacht hebben dat we geld moeten geven met onze ogen dicht.”

Groen: ‘In strijd met OESO-gedragsregels’

Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders “houdt woord” als hij zegt dat de Belgisch ontwikkelingssamenwerking zich moet focussen op domeinen waar de Belgische bedrijven sterk staan. “Ontwikkelingssamenwerking blijft zo gebonden hulp: de partnerlanden worden gedwongen om een beroep te doen op Belgische bedrijven, en niet op lokale ondernemingen.” Dat zegt Kamerlid Wouter De Vriendt (Groen) in een reactie op de verklaringen die Reynders (MR) deed over het luik buitenlands beleid van het toekomstig regeerakkoord.

Volgens De Vriendt is de “gebonden hulp” waarvan zo sprake is, een minder efficiënte vorm van ontwikkelingssamenwerking. Bovendien, zo zegt hij, is dit in strijd met de OESO-gedragsregels over ontwikkelingssamenwerking en drijft het de kostprijs omhoog.

‘Reynders moet te rade gaan bij Michel’

Ook de Franstalige Noord-Zuidbeweging CNCD-11.11.11 reageert afwijzend en zegt dat België dreigt te breken met zijn internationale engagementen. “Het heeft zich er met de verklaring van Parijs in 2005 toe verbonden zijn hulp te ontdoen van elke verplichting die bij zijn eigen bedrijven te besteden.”

Volgens de koepelorganisatie moet Reynders te rade gaan bij zijn partijgenoot en coformateur Charles Michel, “die als voormalig minister van Ontwikkelingssamenwerking de materie ongetwijfeld beter kent”. (Belga/AVE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content