Onthaasten op z’n Chinees: wat wij van China kunnen leren over tijd

Het nieuwe schooljaar lonkt, en daarmee ook onze race tegen de tijd: straks moeten we ons weer reppen van de schoolpoort naar het werk en terug. Misschien moeten we eens te rade gaan bij de Chinezen.

U hebt ze misschien ook gezien, deze zomer, toen u door Europa reisde. De bussen vol Chinese toeristen, die in een recordtempo ons continent doorkruisen. ’s Ochtends een selfie aan de Big Ben, ’s middags lunchen onder de Eiffeltoren en ’s avonds mosselen met friet in de Rue des Bouchers. Niet bepaald een toonbeeld van onthaasting. Toch hebben de Chinezen, zo zegt de Franse filosofe Christine Cayol, een veel gezondere relatie met de tijd dan wij.

Onthaasten op z'n Chinees: wat wij van China kunnen leren over tijd
© BART SCHOOFS

Cayol, die al 15 jaar in Peking woont, heeft daarover een boek geschreven: Waarom de Chinezen de tijd mee hebben. Volgens haar vinden zij het perfecte evenwicht tussen langzaam en snel. Die hordes toeristen die in een flink tempo achter een gids met paraplu aanhollen? Die zijn niet haastig, en dus bang om iets te missen, maar gretig: ze beschouwen de wereld als een grenzeloze en opwindende plek waarvan ze zoveel mogelijk willen zien.

Onthaasten op z'n Chinees: wat wij van China kunnen leren over tijd
© BART SCHOOFS

Constant op ons horloge (of onze smartphone) kijken, altijd gehaast zijn en de indruk hebben dat de tijd ons inhaalt: volgens Cayol is dat stresserende gevoel begonnen bij Aristoteles. Hij legde het verband tussen tijd en ruimte, en sindsdien zien westerlingen de tijd als een pijl: lineair en meetbaar. We hebben het gevoel dat we in een wedren zitten tegen die ‘horizontale tijd’, en dus willen we alsmaar versnellen. Daardoor wordt de tijd een obstakel tussen onszelf en onze plannen, zegt Cayol. Zij pleit voor meer ‘verticale tijd’, waarin we volledig in onszelf gekeerd zijn. Maar een goed evenwicht is wel cruciaal. Waarom de Chinezen de tijd mee hebben is geen pleidooi voor de slowbeweging. Dat we altijd slow kunnen leven, is volgens de filosofe een illusie: wacht maar tot je je kind op een dag naar de spoedafdeling van het ziekenhuis moet brengen. Dan ben je blij dat je een (snelle) auto of ambulance hebt.

Onthaasten op z'n Chinees: wat wij van China kunnen leren over tijd
© BART SCHOOFS

Wachten als ethische daad

Maar terug naar China. Wat maakt dat ze daar minder te kampen hebben met die typische tijdsdruk? Christine Cayol doorspekt haar boek met anekdotes en bizarre situaties die ze de voorbije jaren beleefde. Zo ziet ze de Chinezen overdag vaak dutjes doen – gewoon in een park, zonder gêne – of met vliegers spelen. Loslaten is iets wat in hun cultuur ingebakken zit. Hun agenda is veel flexibeler dan de onze: ze laten bewust ruimte open voor onverwachte kansen en aarzelen niet om een afspraak te schrappen als zich iets beters voordoet. Ook langetermijndenken is bij hen minder ingeburgerd: Cayol was het gewend dat haar agenda maandenlang volgepland stond. Maar als je aan een Chinees vraagt om een afspraak vast te leggen over drie maanden, zal hij je fronsend aankijken. Dat is voor hem net zo onrealistisch als een termijn van drie jaar voor ons. Dat wil nog niet zeggen dat Chinezen luiwammesen zijn. Hun economie boomt en ze werken zich te pletter. ‘Ook zij zijn gehaast’, schrijft Cayol, ‘maar ze proberen de tijd niet te beheersen, ze beschouwen hem als een vriend.’ En een vriend laat je niet wachten: op afspraken komen Chinezen gemiddeld een kwartier te vroeg. Dat doen ze niet om hun gastheer zenuwachtig te maken, maar gewoon om rustig te wachten.

Onthaasten op z'n Chinees: wat wij van China kunnen leren over tijd
© BART SCHOOFS

Dat rustige wachten getuigt van een bescheiden houding, een vorm van ethiek zelfs. Volgens Cayol is onze westerse kijk op tijd een symbolische uiting van machtsverhoudingen. Als een arts ons een uur laat zitten in de wachtkamer, betekent het dat zijn tijd superieur is aan de onze. Hoe hoger op de sociale ladder, hoe minder tijd.

Christine Cayol, Waarom de Chinezen de tijd mee hebben, Uitgeverij Ten Have, 256 blz., 20 euro.
Christine Cayol, Waarom de Chinezen de tijd mee hebben, Uitgeverij Ten Have, 256 blz., 20 euro.

Terwijl in China degene die kan wachten net méér respect afdwingt: hij heeft een vaste greep op zijn eigen tijd. Dat verklaart wellicht het oeverloze geduld van de meeste Chinezen.

Cayol vertelt het treffende verhaal van enkele Franse zakenlui die naar Peking reisden voor een zakendeal, maar amper de kans kregen om daarover te praten.

In plaats daarvan werd uitgebreid gedineerd en over koetjes en kalfjes gepraat. Een kwestie van vertrouwen opbouwen, zo bleek. En van geduldig wachten tot je kunt oogsten. ‘Je moet niet aan de stengels trekken om ze te laten groeien’, aldus een Chinees boerengezegde.

Dat zo’n oogst soms lang op zich laat wachten, blijkt uit de Pangu-mythe, de Chinese versie van het scheppingsverhaal. Terwijl onze katholieke wereld in zes dagen geschapen werd, duurde dat in China ‘minstens 18.000 jaar’.

Voor een rondreis door Europa is er dan natuurlijk minder tijd over.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content