Ewald Pironet

‘Ons ziekte- en invaliditeitsstelsel moet worden herdacht, want het systeem zelf is ziek’

België kent een hoog aantal langdurig zieken. Hoe komt dat? En kunnen we ze opnieuw aan de slag krijgen? Dat is nodig als we onze sociale zekerheid willen ondersteunen.

België is een van de ziekste landen van Europa. Bijna 500.000 Belgen zitten al een lange tijd ziek thuis. In 2019 was 6,4 procent van onze bevolking tussen 20 en 64 jaar buiten strijd door ziekte of invaliditeit. Dat is de helft meer dan het Europese gemiddelde (4,3 procent). Wat het nog erger maakt: het aantal zieken en invaliden in België stijgt, terwijl het elders in Europa sinds 2015 niet meer toeneemt. De kostprijs van de langdurige arbeidsongeschiktheid bedraagt ruim 9 miljard euro. Het zijn ontnuchterende cijfers, die de voorbije week nauwelijks aan bod kwamen toen minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) zijn maatregelen presenteerde om meer langdurig zieken te activeren.

Ons ziekte- en invaliditeitsstelsel moet worden herdacht, want het systeem zelf is ziek.

In België zijn 1,4 miljoen mensen inactief: 23 procent heeft geen baan en is er ook niet naar op zoek. Frankrijk telt 20,3 procent inactieven, Nederland 16,5 procent en Duitsland 15,6 procent, merkte arbeidsmarktexpert Stijn Baert (UGent) al op. Onder die inactieven vallen studenten, huisvrouwen en bruggepensioneerden, maar de langdurig zieken en invaliden vormen de grootste groep. Daarbij zijn er grote verschillen tussen de gewesten: in Vlaanderen steeg het aandeel langdurig zieken en invaliden tussen 2012 en 2019 met bijna 1 procentpunt tot 5,7 procent, in Brussel steeg dat ongeveer evenveel tot 5,9 procent. Maar in Wallonië was de klim met 2,6 procentpunten tot 7,5 procent opmerkelijk groter. Niet dat Vlaanderen tevreden mag zijn met zijn cijfers, want ook die zijn beduidend hoog.

Waarom scoren we zo betreurenswaardig? Jan Denys, arbeidsmarktexpert van hr-dienstenverlener Randstad, beantwoordde die vraag in een studie die Knack begin dit jaar in primeur bracht. Komt het door de vergrijzing, het ouder worden van onze bevolking? Dat kun je niet met cijfers hardmaken, want de grijste Europese landen, Duitsland en Italië, tellen niet de meeste zieken en invaliden. Zou het werk in ons land dan zwaarder zijn? Ook dat kun je niet met cijfers staven, want België scoort goed tot gemiddeld in de Europese statistieken als het gaat over de arbeidsomstandigheden, en we kennen ook minder nachtwerk dan gemiddeld.

Er moeten dus andere oorzaken zijn. Een eerste verklaring is dat werklozen vandaag meer worden aangespoord om te gaan werken, om dan even later naar het ziekte- en invaliditeitsstelsel te verkassen. Terwijl het aantal werklozen de afgelopen tien jaar met pakweg 300.000 afnam, steeg het aantal zieken en invaliden met 200.000. François Perl, de directeur-generaal van de dienst Uitkeringen bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv) die eerder dit jaar overstapte naar de Socialistische Mutualiteiten, spreekt daarom van ‘communicerende vaten’. En we zijn daarin eerder een uitzondering, want terwijl ook elders in Europa de werkloosheid afnam, steeg het aantal zieken en invaliden er niet.

De instroom ligt in ons land ook hoog omdat artsen blijkbaar sneller dan elders iemand ongeschikt schrijven voor de arbeidsmarkt. Professor arbeidsgeneeskunde Lode Godderis (KU Leuven) suggereerde al om op een ziektebriefje niet meer in te vullen dat de patiënt arbeidsongeschikt is, maar wat hij wél nog kan. Tegelijkertijd ligt de uitstroom erg laag: ziekenfondsen, vakbonden en werkgevers worden te weinig aangemaand om langdurig zieken opnieuw aan een baan te helpen.

België combineert een minder dan gemiddelde werkzaamheidsgraad met een hoger dan gemiddelde ziekte- en invaliditeitsgraad en is daarmee redelijk uniek in Europa. Als we willen dat 80 procent van de mensen aan de slag is – wat een ambitie is van de Vlaamse én de federale regering -, moet elk talent worden benut, ook de langdurig zieken. Om hen naar de arbeidsmarkt te begeleiden wil Vandenbroucke 60 Terug naar Werk-coördinatoren inzetten. ‘Het beleidsequivalent van homeopathie’, noemde arbeidseconoom Ive Marx (UAntwerpen) dit. ‘Homeopathie kost wel wat maar haalt zelden veel uit. Of die extra kost zal renderen is ook maar de vraag.’

In talloze rapporten en beleidsdocumenten staat beschreven wat er moet gebeuren om echt verandering te realiseren: ons ziekte- en invaliditeitsstelsel moet worden herdacht, want het systeem zelf is ziek. Homeopathie is dan zelfs schadelijk, omdat een serieuze aanpak wordt uitgesteld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content