Kristien Bruggeman

‘Kritisch denken is meer dan slim redeneren: het moet de kern van ons onderwijs worden’

Kristien Bruggeman Directeur LAB-onderwijs

‘Als we willen vermijden dat de volgende generatie even vatbaar blijft voor desinformatie, moeten we jongeren leren zich te wapenen. Het beste middel daarvoor is kritisch denken’, schrijft Kristien Bruggeman van Itinera.

Waarom geloven zoveel mensen liever in leugens dan in feiten? Hoe kan een politicus die keer op keer de waarheid geweld aandoet, toch democratisch verkozen worden? Het fenomeen beperkt zich niet tot de Verenigde Staten. Ook in Europa winnen leiders terrein die het systeem verketteren, eenvoudige oplossingen beloven en schaamteloos leugens vermengen met halve waarheden tot makkelijk verteerbare ‘politieke fastfood’.

Ze weten perfect in te spelen op onze cognitieve kwetsbaarheid. Mensen zoeken vooral informatie die hun overtuigingen bevestigt en sluiten zich op in vertrouwde echokamers. Wat daar niet in past, roept wantrouwen op.

Dat mechanisme – de bevestigingsbias – had ooit nut: het zorgde voor groepscohesie en snelle beslissingen. Vandaag maakt het ons echter bijzonder vatbaar voor manipulatie. Het verklaart waarom complottheorieën, nepnieuws over vaccins of simplistische slogans over migratie zo makkelijk wortel schieten.

Onderwijs als tegengif

Als we willen vermijden dat de volgende generatie even vatbaar blijft voor desinformatie, moeten we jongeren leren zich te wapenen. Het beste middel daarvoor is kritisch denken. Dat is geen aangeboren talent, maar een vaardigheid die groeit met kennis, oefening en begeleiding.

Kritisch denken betekent meer dan slim redeneren. Het is de kunst jezelf vragen te stellen: waarom geloof ik dit, waarop baseer ik me, welke andere perspectieven bestaan er? Zulke vragen lijken eenvoudig, maar het volhouden ervan vergt oefening en vooral: een spiegel. Kritische zelfreflectie ontwikkel je pas in dialoog met anderen, wanneer je overtuigingen botsen op die van de ander en je gedwongen wordt tot heroverweging.

Meer dan feiten alleen

Daar ligt een grote opdracht voor het onderwijs. Scholen moeten jongeren niet alleen feiten aanreiken, maar hen ook leren die kennis te begrijpen, te verbinden en toe te passen in nieuwe contexten. Een leerling die enkel kan reproduceren wat in de handboeken staat, is slecht gewapend tegen nepnieuws of misleidende framing.

Dat lukt niet in een onderwijsmodel dat opgesplitst is in strakke vakhokjes. Kritisch denken floreert wanneer leerlingen samenwerken aan complexe, levensechte vraagstukken die vakgrenzen overstijgen: van klimaat tot artificiële intelligentie, van migratie tot economische ongelijkheid. Zulke uitdagingen bieden tegelijk de kans om zelfreflectie te oefenen: waar sta ik, hoe kijk ik, wat zou een ander denken?

Ruimte voor samenwerking

Dat vraagt om een onderwijsorganisatie die teamwerk en interdisciplinariteit niet langer als uitzondering behandelt, maar als norm. Leerkrachten hebben de tijd en ruimte nodig om samen zulke leersituaties te ontwerpen en leerlingen van dichtbij te begeleiden. Vandaag is dat nauwelijks mogelijk. Het rechtspositiedecreet, dat de grote lijnen van de arbeidsorganisatie in onderwijs bepaalt, houdt samenwerking vaak tegen. Als we willen dat scholen structureel inzetten op interdisciplinair werken, moet ook dat kader aangepast worden.

Leerkrachten als sleutel

Daarnaast is blijvende professionalisering van leerkrachten cruciaal. Vandaag zijn de budgetten daarvoor ontoereikend. Toch is het noodzakelijk dat leerkrachten zich permanent kunnen ontwikkelen, niet alleen in vakinhoud, maar ook in vaardigheden zoals luisteren, confronteren, samenwerken en zelfreflectie. Alleen zo kunnen zij jongeren de weerbaarheid bijbrengen die onze samenleving broodnodig heeft.

Ook de lerarenopleidingen moeten hierin mee evolueren. Studenten worden vandaag nog te vaak enkel voorbereid op het individueel lesgeven in hun vak. In een toekomstgericht onderwijs zouden ze evenzeer leren werken in teams, interdisciplinair leren denken en kritische dialoogvaardigheden ontwikkelen.

Een duidelijke politieke keuze

Tot slot moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen. In het Vlaamse curriculum komt kritisch denken wel voor, maar slechts als voetnoot bij de eindtermen. Dat is veel te mager. In tijden waarin leugens sneller reizen dan feiten, kan kritisch denken geen bijkomstigheid zijn. Het moet een kerncompetentie worden, stevig verankerd in het curriculum, en met de nodige middelen om dit ook in de praktijk te realiseren.

Wie meent dat dit een luxe is, vergist zich. Democratie staat of valt met burgers die in staat zijn feiten van fictie te onderscheiden en simplistische slogans door te prikken.

Willen we jongeren echt voorbereiden op de samenleving van morgen, dan kan kritisch denken niet langer een randnotitie zijn. Het moet het hart van ons onderwijs vormen.

Kristien Bruggeman is een van de initiatiefnemers van de secundaire LAB-school in Sint-Amands. Ze is visiting fellow bij denktank Itinera.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise