Bart De Valck

‘Onderwijs, zorg, ondernemen, milieu: Vlaanderen lijkt in al deze domeinen wel wat buiten adem’

Bart De Valck Voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging.

‘Het ‘achteruitboeren’ van Vlaanderen heeft zo zijn redenen. Daar iets aan doen, vraagt een brede bewustmaking van de Vlamingen’, schrijft Bart De Valck, voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging (VVB).

Het afgelopen half jaar werd ik om de oren geslagen met allerlei doemberichten over hoe goed Vlaanderen wel (niet) ‘boert’. We slagen er niet in meer dan twee universiteiten (KULeuven en UGent) in de top-100 van wereldwijd de beste universiteiten te krijgen. In de PISA-rangschikking (leesvaardigheid van kinderen) gaan we elke twee jaar steevast achteruit. Onze hoofdstad Brussel is gebuisd in een vergelijkend onderzoek van het Wuppertal-instituut, dat de mobiliteit in Europese hoofdsteden in kaart bracht. De files worden elk jaar langer. Het aantal rokers in Vlaanderen neemt al enkele jaren niet meer af. Onze jongeren zijn goed in vreemde talen, maar we laten toch steeds meer pluimen in vergelijking met andere landen. Het Vlaamse zorgmodel dreigt te verzwakken door een teveel aan mensen die afstuderen in zorgberoepen. Let wel: verpleegkundige blijft een knelpuntberoep, maar op logopedisten kan je het Kanaal oversteken. Het gebrek aan externe financiering blijft het doorgroeien van succesvolle start-ups van ambitieuze Vlaamse ondernemers handicappen. Ze zoeken hun heil nog veel te vaak in het buitenland. Elke dag gaan nog steeds zes hectare open ruimte verloren, omdat het aartsmoeilijk blijkt een goed akkoord over een betonstop te sluiten. Het is maar een greep.

Onderwijs, zorg, ondernemen, milieu: Vlaanderen lijkt in al deze domeinen wel wat buiten adem. Lang reden we mee in de kop van het peloton van Europese landen en regio’s. We werden vergeleken met Beieren, met Noord-Rijn-Westfalen, met Ierland in de tijd van de dot.com-bubbel. Maar da’s al lang geleden. Makkelijk vijftien jaar. Sindsdien is het voor Vlaanderen aanklampen geweest. Inmiddels stond de wereld niet stil. Ierland ging door een diep dal, maar herstelde zich spectaculair. De Duitse Länder vernieuwden voor een deel hun economische structuur. Alleen Vlaanderen trappelt ter plaatse, zo lijkt het wel.

De vraag is hoe dat komt. De maatschappelijke stress is in elk geval enorm: de geestelijke gezondheidszorg noteert de laatste jaren een opmerkelijke toename van burn-outs en depressies. Het ‘aanklampen’ waarover ik het heb gebeurt in derde versnelling tegen 140 kilometer per uur, daar waar onze concurrenten en collegae elders in Europa royaal naar vijfde of zesde versnelling zijn overgeschakeld. Het gieren van de motor is er niet naar om in het eigen hart te laten kijken hoe het zo ver is kunnen komen…

‘Onderwijs, zorg, ondernemen, milieu: Vlaanderen lijkt in al deze domeinen wel wat buiten adem.’

Hard werken, zwoegen, afzien: het zou bij de Vlaamse identiteit behoren. Maar louterend kan je het niet echt noemen. Het is weinig kies om te spreken over een autonome Vlaamse regio binnen België, laat staan over een Vlaamse republiek, indien je toelaat dat de inwoners van Vlaanderen zó weinig kansen op emancipatie hebben. Gezin en werk verzoenen, mantelzorg op je nemen, sparen voor je oude dag, letten op je gezondheid, een zinvolle vrijetijdsbesteding vinden (het ‘moet’ allemaal…): welke tijd blijft er nog over om kritisch te staan tegenover de algemene richting die het met de samenleving uitgaat?

Het is de essentie van ontvoogding. De Vlamingen hebben zich al vele decennia ‘aan de klei’ ontworsteld en dat we ‘goed blijven boeren’ blijkt in een snel wijzigende internationale context geen vaststaande zekerheid. De paradox is dat de Belgische staatshervormingen – op ruim Vlaams verzoek – aan Vlaanderen de bevoegdheden en de centen hebben gegeven om zelf te schakelen. Maar op de autosnelweg kunnen we niet mee, terwijl daar wel de landen en de regio’s rijden waarmee wij ons plegen te vergelijken. Beieren is geen onafhankelijke staat, dat klopt. Maar de bevoegdheidsverdeling van de Duitse Länder met de federale Duitse overheid ligt wel glashelder vast, heel anders dan in België, waar – echt waar – acht ministers bevoegd zijn voor gezondheidszorg.

Dat België nog steeds in een select clubje van landen zit waar het overheidsbeslag op ieders loon tot ver boven de 40% oploopt, is geen toeval. Versnipperd beleid is duur. Bovendien zorgt het voor een verzwakkend verantwoordelijkheidsgevoel bij wie beleid moet uitvoeren, maar eveneens bij wie het plant.

Het Vlaamse geploeter dag na dag en toch terreinverlies in internationale indicatoren: het is het vergiftigde geschenk van een beetje autonoom willen zijn in een land (België) dat die zelfstandigheid maar halfhartig gunde. Autonoom zijn is goed, volledig onafhankelijk van alles en iedereen zijn kan natuurlijk nooit. Je bent al afhankelijk van diegene met wie je jezelf vergelijkt. Je kan ook zeggen dat je aan al die internationale vergelijkingen en rangschikkingen niet wil meedoen. Nu, dat zou pas van autonomie getuigen.

Maar over die sereniteit (dus ook om ‘foert’ te zeggen) beschik je maar in een staatkundig onafhankelijke republiek. Zo’n land waarvan de andere lidstaten van de EU zeggen dat het wel een beetje bijzonder en speciaal is, maar dat er harde werkers wonen – die wél voor hun inspanningen worden beloond. Die hun topprestaties in alle maatschappelijke domeinen tot reclamefolder maken van datgene waartoe ze in staat zijn. De tijd van de hardvochtige binnenvetter Speeltie uit de televisiereeks ‘Hard Labeur’ mag achter ons liggen. Het ‘achteruitboeren’ van Vlaanderen heeft zo zijn redenen. Daar iets aan doen, vraagt een brede bewustmaking van de Vlamingen. Ik neem graag de handschoen op; wie volgt?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content