‘Niet gecontroleerd op risico op foltering bij terugkeer Sudan’

© Belga
Simon Demeulemeester

‘Pas zeven dagen nadat ze mijn Sudanese cliënt hadden proberen te repatriëren, heeft de Dienst Vreemdelingenzaken getoetst of hij wel naar zijn vaderland teruggestuurd mocht worden’, zegt advocaat Kati Verstrepen.

Op dinsdag 13 februari heeft de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) geprobeerd om een Sudanees te repatriëren zonder te hebben afgetoetst of hij in zijn thuisland risico op foltering of onmenselijke behandeling liep, zoals artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) voorschrijft. Dat zegt Kati Verstrepen, de advocaat die hij in de arm heeft genomen, tegen Knack.

Die toetsing was een expliciete vraag van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) in zijn rapport van 8 februari. Dat rapport was op 22 december 2017 besteld door minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) nadat getuigenissen, verzameld door het Tahrir-instituut van Midden-Oosten-expert Koert Debeuf, waren opgedoken over de foltering van Sudanezen na hun repatriëring uit België. Dat gooide olie op het vuur in de toen al hevige Sudan-kwestie, die was losgebarsten rond de identificatiemissie die staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) had opgezet: ambtenaren van het dictatoriale Sudanese regime waren hier komen helpen om transitmigranten te identificeren, met het oog op hun repatriëring. In afwachting van het CGVS-onderzoek stelde premier Charles Michel (MR) een moratorium in op repatriëringen naar Sudan. Dat werd opgeheven nadat het CGVS had besloten dat de getuigenissen ‘niet waarheidsgetrouw’ waren en de foltering onvoldoende bewezen was. Tegelijk beval het CGVS een verfijning aan van het identificatie- en terugkeerbeleid. Centraal daarin: een voorafgaande toetsing ’ten gronde’ van artikel 3 van het EVRM.

Als meester Verstrepen problemen met onze beslissing heeft, kan ze naar de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen stappen

Geert De Vulder (DVZ)

Ondanks die expliciete vraag is dat niet gebeurd bij een van de twee Sudanezen die op dinsdag 13 februari naar hun vaderland teruggestuurd moesten worden, zegt Kati Verstrepen. Dat bleek twee dagen later, toen zij een deel van zijn dossier kon inkijken. Tot haar verbazing vond ze geen bewijs voor een artikel 3-toetsing. ‘Daarop heb ik bij de raadkamer een verzoek tot invrijheidstelling ingediend. Op die manier kon ik het volledige dossier inkijken.’

Knack vroeg op donderdagavond 15 februari zowel aan de DVZ als aan het kabinet-Francken of de artikel 3-toetsing was gebeurd vooraleer er geprobeerd werd de Sudanees te repatriëren. Het kabinet bevestigde dat die avond: ‘Hij heeft asiel aangevraagd en in het onderzoek daarnaar is een eventuele schending van artikel 3 van het EVRM bij terugkeer naar Sudan nagegaan. Dat draaide uit op een geweigerde asielaanvraag.’

Ook adviseur Geert De Vulder van de DVZ bevestigde die avond dat de toetsing was gebeurd, en wel door het CGVS. Hij reageerde gepikeerd op de suggestie van het tegendeel: ‘Ik vind het een beetje laag bij de grond dat meester Verstrepen op basis van een onvolledig dossier deze conclusie trekt.’ Op de vraag van Knack om het document te mogen inkijken waaruit de toetsing moest blijken, was De Vulders antwoord negatief. ‘Ik kan geen inzage geven in een individueel dossier, en al zeker niet in een document dat van een andere instantie komt.’

Over naar Dirk Van den Bulck, commissaris-generaal van het CGVS. Op vrijdag 16 februari zei hij dat het resultaat van een toetsing ‘op zijn minst in het dossier aanwezig moet zijn’. Ook van het CGVS kreeg Knack geen inzage in het dossier. ‘Vanwege het beroepsgeheim mag ik zelfs niet bevestigen of het CGVS met dit dossier bezig is geweest. Voor een aantal dossiers vroeg de DVZ deze week (die van 12 februari, nvdr.) om advies, en het CGVS zal dat geven. Maar of het om de cliënt van meester Verstrepen gaat, kan ik niet bevestigen.’

Visumrel

Omdat dit verhaal er op vrijdag 16 februari een was van woord tegen woord, besloot Knack het niet te publiceren en af te wachten tot de advocaat het volledige dossier kon inkijken. Dat gebeurde op donderdag 22 februari, negen dagen na de eerste poging tot repatriëring. Meester Verstrepen kreeg die dag inzage in het volledige dossier omdat ze de dag nadien mocht pleiten over het verzoek tot invrijheidstelling dat ze had ingediend. Opnieuw bleek de toetsing te ontbreken.

Kati Verstrepen: ‘Daarop heb ik een e-mail naar de DVZ gestuurd, met de vraag of ik iets over het hoofd had gezien. Hun raadsman stuurde me een document dat was opgemaakt op 22 februari, dus diezelfde dag nog. Er stond in dat op 20 februari een gesprek met mijn cliënt had plaatsgevonden over een mogelijke schending van artikel 3 bij een repatriëring naar Sudan. Dus zeven dagen nadat ze mijn cliënt hadden proberen te repatriëren, en vijf dagen nadat Knack naar de toetsing had gevraagd.’

Graffiti op de ambtswoning van premier Michel. 'Ze hebben iemand proberen uit te wijzen zonder de regels te volgen.'
Graffiti op de ambtswoning van premier Michel. ‘Ze hebben iemand proberen uit te wijzen zonder de regels te volgen.’© ID

Dat DVZ zelfs na de hoogoplopende regeringscrisis en de daaropvolgende expliciete vraag van het CGVS nog iemand probeerde te repatriëren zonder toetsing aan artikel 3 van het EVRM, laat staan ’ten gronde’, doet de wenkbrauwen fronsen. Dat kan alleen wijzen op nalatigheid of grove onzorgvuldigheid van de DVZ. Meester Verstrepen: ‘Mijn cliënt heeft zich vorig jaar in een asielaanvraag uitgegeven voor Eritreeër. In dat onderzoek is wel degelijk getoetst of hij teruggestuurd kon worden zonder risico te lopen op foltering of onmenselijke behandeling. Het resultaat van die toetsing was positief. Maar dat ging over repatriëring naar Eritrea. Nadat hij als Sudanees was geïdentificeerd, tijdens de veelbesproken identificatiemissie, had er een nieuwe toetsing moeten volgen.’

Dat getuigt van slordigheid, een verwijt dat de DVZ al vaak heeft gekregen, bijvoorbeeld in de visumrel rond het Syrische gezin uit Aleppo en ook rond de Afghaanse vrouw met vijf minderjarige kinderen die niet naar Duitsland teruggestuurd mocht worden. In beide gevallen kreeg de DVZ een njet van de rechter, omdat zijn beslissing onvoldoende gemotiveerd was. Verstrepen: ‘En nu is er pas een toetsing gedaan nadat een advocaat en een journalist ernaar gevraagd hadden. Dat gaat in tegen het rapport van het CGVS, waarin duidelijk wordt gezegd dat een repatriëring naar Sudan pas kan, en ik citeer, ‘mits er voor elke persoon vooraf “ten gronde” is nagegaan of de betrokken persoon al dan niet een nood aan bescherming heeft, inclusief een nood conform artikel 3 van het EVRM.’

Hypocriet

Met meester Verstrepens nieuwe bevindingen over de verwarring tussen Sudan en Eritrea in de hand, hebben we een nieuwe reactie gevraagd aan het kabinet-Francken en de DVZ. Het kabinet houdt het bij een doorverwijzing naar de DVZ, waar Geert De Vulder aan het initiële antwoord vasthoudt: ‘Die toetsing rond Sudan is wel gebeurd. Als meester Verstrepen problemen met onze beslissing heeft, kan ze naar de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen stappen.’ Het CGVS blijft bij zijn gebondenheid aan de privacywetgeving en geeft geen commentaar.

Het ziet er volgens Kati Verstrepen naar uit dat de repatriëring van haar cliënt naar Sudan alsnog zal doorgaan. ‘Uit de summiere toetsing van 20 februari leidt de DVZ af dat hij daar geen gevaar loopt. De enige reden die mijn cliënt opgaf, was dat Sudan hem als “Eritreeër” naar Eritrea zal terugsturen. Ook tegenover mij houdt hij aan dat verhaal vast, zonder uit te leggen waarom hij dan wel gevaar loopt in Sudan. Dan stopt het, natuurlijk. Zolang ik geen bewijs had van een toetsing, moest ik mij als advocaat verzetten tegen een repatriëring. Nu ligt dat moeilijker. Maar daar gaat het eigenlijk niet om. Het gaat erom dat ze iemand hebben proberen uit te wijzen zonder de regels te volgen.’

Verstrepen besluit dat het hypocriet is van België om asielzoekers genadeloos af te straffen op grond van elke leugen in een asielaanvraag, terwijl overheidsdiensten zelf niet eens hun eigen regels volgen. ‘Mijn cliënt mag dan gelogen hebben, hij spreekt de waarheid wanneer hij zich afvraagt waarom hij hier iemand zou vertrouwen en écht uit de doeken doet waarom hij zo bang is.’

In afwachting van een definitieve uitspraak blijft de Sudanese man opgesloten in een gesloten instelling.

Dit artikel verschijnt woensdag 28/02 in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content