Negen wapenhandelaars gaan vrijuit na procedurefout

© Thinkstock

Negen beklaagden in een zaak van grootschalige wapenhandel zijn vrijgesproken. Volgens de rechter waren de afgeluisterde telefoongesprekken nietig, omdat de onderzoeksrechter ze onvoldoende had gemotiveerd.

“De bewijzen die voortkomen uit onregelmatig verkregen bewijs zijn besmet en moeten eveneens geweerd worden.” Dat oordeelde de rechter van de Gentse correctionele rechtbank. De telefoontaps zijn dus nietig, net als alle bewijsmateriaal dat volgt uit het afluisteren. Alle processen-verbaal en bewijsstukken die de schuld aantonen zijn volgens de rechtbank rechtstreeks gevolg van de telefoontaps. Bijgevolg gaan alle verdachten vrijuit.

De onderzoeksrechter motiveerde volgens de correctionele rechtbank onvoldoende dat het om een criminele organisatie zou gaan. Een telefoontap is namelijk niet mogelijk voor wapenhandel, maar wel als er een link is met misdadigersorganisatie.

Politie moet huiswerk doen

Volgens advocaat Joris Van Cauter, de advocaat die de fout in de telefoontap ontdekte, is de beslissing van de rechtbank een logisch gevolg van de procedurefout. “De rechtbank bestraft een onderzoek waarin de politie zich de baas heeft getoond en haar huiswerk niet heeft gedaan.”

“De onderzoeksrechter had moeten motiveren om mer onderzoek te doen. Men moet eerst aanwijzingen hebben voor een misdrijf en mag dan pas beginnen tappen. Niet omgekeerd, want dan gaat men vissen om iets te vinden”, meent de advocaat.


Mogelijk geen beroep
Het Gentse hof oordeelde eerder al in een tussenvonnis dat de beschikking tot het afluisteren onvoldoende gemotiveerd en dus nietig was. Het openbaar ministerie tekende wel beroep aan tegen dat tussenvonnis, maar kon de slag dus niet thuishalen.

De zaak draait rond een bende die in 2010 werd opgerold. Negen verdachten werden opgepakt, nadat een grote hoeveelheid wapens in beslag werd genomen.

Het Gentse parket kan nog in beroep gaan tegen de vrijspraak. In een eerdere zaak van een procedurefout was dat niet het geval. Vorige maand raakte bekend dat een 24-jarige man die verdacht werd van een inbraak bij een juwelier in Sint-Martens-Latem, door een materiële vergissing van het Gentse gerecht buiten vervolging gesteld werd voor de feiten. Het DNA-materiaal van de man werd nochtans op de plaats van het misdrijf gevonden, maar het parket vroeg de buitenvervolgingstelling omdat het twee feiten door elkaar haalde. (Belga/EA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content