NAVO-baas Jens Stoltenberg: ‘Ik verwacht dat België zijn defensie-inspanningen opschroeft’

Secretaris-Generaal van de NAVO Jens Stoltenberg © .
Kamiel Vermeylen

Ondanks de economische klap van de coronacrisis verwacht NAVO-baas Jens Stoltenberg dat België de komende jaren de defensie-inspanningen nog verder opschroeft. ‘Zonder adequate landsverdediging geen weerbare gezondheidszorg’, vertelt Stoltenberg aan Knack.

Ondanks de coronacrisis zijn de spanningen binnen de NAVO er niet minder op geworden. VS-president Donald Trump heeft aangekondigd dat de Verenigde Staten het Open Skies-verdrag zullen verlaten en een derde van de aanwezige troepenmacht in Duitsland willen terugtrekken. Duits bondskanselier Angela Merkel liet daarop weten dat ze niet op de uitnodiging van Trump voor de G7-top zou ingaan.

Intussen liggen Frans president Emmanuel Macron – die de Verdragsorganisatie eind vorig jaar nog hersendood noemde – en zijn Turkse evenknie Recep Tayyip Erdogan op ramkoers over de oorlog in Libië. En dat terwijl er spanningen heersen over de opkomst van China, nieuwe vormen van oorlogsvoering en de afkalving van het multilateralisme. Knack sprak met secretaris-generaal Jens Stoltenberg over de huidige stand van zaken binnen de NAVO.

Hoe heeft de NAVO kunnen bijdragen aan de aanpak van de coronavirus?

Jens Stoltenberg: Onze defensieapparaten hebben de afgelopen maanden een niet te onderschatten bijdrage geleverd: er werden honderden militaire vluchten met medisch materieel georganiseerd, patiënten van het ene naar het andere land verplaatst en tal van veldhospitalen in een mum van tijd uit de grond gestampt. Veel van die inspanningen werden gecoördineerd in NAVO-verband.

Met het oog op de toekomst werken we aan een operationeel plan zodat we de NAVO-bijdrage nog beter en sneller kunnen afstemmen op de noden die in onze lidstaten opduiken. We zullen zowel een strategische voorraad als een speciaal fonds oprichten zodat we nog beter voorbereid zijn wanneer NAVO-landen opnieuw worden geconfronteerd met een gezondheidscrisis. Maar het belangrijkste is natuurlijk dat de NAVO voorkomt dat de gezondheidscrisis geen alomvattende veiligheidscrisis wordt.

Onder andere China en Rusland hebben de coronapandemie aangegrepen om met desinformatie het vertrouwen in onze democratische instellingen aan te tasten. Is dat geen veiligheidskwestie waar ook de NAVO zich zorgen over moet maken?

Stoltenberg: Sommigen trachten de NAVO-bondgenoten uit elkaar te spelen met nepnieuws. Dat is inderdaad een uitdaging. Maar we mogen niet dezelfde fout maken en met propaganda in de tegenaanval gaan. Het zijn de feiten die tellen en die moeten we blijven benadrukken. De waarheid zál uiteindelijk overwinnen. Wat mij betreft spelen ook media daarin een cruciale rol. Nepnieuws en desinformatie benadrukken nogmaals het belang van een vrije en onafhankelijke pers. Journalisten moeten de tijd krijgen om hun bronnen steeds te kunnen controleren om feit en fictie van elkaar te scheiden.

Het coronavirus heeft een verregaande impact op de economieën van alle NAVO-lidstaten. Vreest u niet dat de ambitie om in 2024 naar twee procent van het bbp aan defensie-uitgaven te evolueren een flinke knauw zal krijgen?

Stoltenberg: Er zullen inderdaad moeilijke keuzes moeten worden gemaakt en daarbij is het niet evident om defensie op de eerste plaats te zetten. Maar we moeten beseffen dat de internationale uitdagingen tijdens de coronacrisis helemaal niet zijn verdwenen. Wel integendeel: de opkomst van China, de Russische assertiviteit, cyberdreigingen en terrorisme zijn misschien nog wel belangrijker geworden dan voordien.

Eigenlijk is het zinloos om een strikte keuze te maken tussen gezondheidszorg enerzijds en veiligheid anderzijds. Zonder vrede en stabiliteit zullen we onze welvaart – en dus ook onze gezondheidszorg – niet kunnen vrijwaren. Bovendien kunnen investeringen in defensie de economie opnieuw aanzwengelen zodat we de crisissituatie sneller achter ons kunnen laten.

Ik ben blij met de stijging van de afgelopen jaren maar ik ga ervan uit dat België die inspanningen nog opvoert.

België spendeert momenteel iets minder dan één procent van het bbp aan defensie-uitgaven. Tegen 2030 wil het dat optrekken naar 1,3 procent. Leveren we volgens u voldoende inspanningen?

Stoltenberg: België is een belangrijke partner en wordt hoog ingeschat: het huisvest het NAVO-hoofdkwartier op zijn grondgebied en neemt deel aan verscheidene NAVO-operaties die in het belang zijn van de voltallige alliantie. Tegelijk is België er net als andere bondgenoten mee akkoord gegaan om zijn defensie-uitgaven verder op te schroeven. Dat is ook wat ik van België verwacht. Ik ben blij met de stijging van de afgelopen jaren maar ik ga ervan uit dat België die inspanningen nog opvoert.

De NAVO is opgericht als tegengewicht voor de toenmalige Sovjet-Unie. Intussen verandert de opkomst van China als wereldmacht het internationale toneel ingrijpend. Is de Verdragsorganisatie daar voldoende op voorbereid?

Stoltenberg: De opkomst van China is een verhaal met meerdere facetten. Enerzijds heeft de economische groei er honderden miljoen mensen uit armoede getild en er ook voor gezorgd dat onze welvaart toeneemt. Aan de andere kant is het een kwestie van tijd vooraleer het land de grootste economie ter wereld wordt. Het spendeert na de Verenigde Staten het grootste bedrag aan defensie en zal binnenkort over wapensystemen beschikken waarmee het zonder problemen de Europese Unie kan bereiken. De coronacrisis heeft bovendien duidelijk gemaakt dat we op bepaalde gebieden erg afhankelijk zijn van de Chinese productieketens.

We zijn met andere woorden kwetsbaar en moeten grondig nadenken over hoe we onze weerbaarheid op uiteenlopende vlakken zoals defensie, energie, gezondheidszorg en telecommunicatie kunnen verbeteren. Het belangrijkste is vooral dat de NAVO-lidstaten schouder aan schouder blijven staan, want in vergelijking met China zijn zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten kleinere spelers. Zonder een gezamenlijke aanpak komen we nergens.

Jens Stoltenberg
Jens Stoltenberg© .

Dat is de afgelopen jaren niet erg evident gebleken. Donald Trump lijkt zijn traditionele buitenlandse bondgenoten soms slechter te behandelen dan zijn rivalen. Dat maakt het toch niet eenvoudig om zulke inspanningen te coördineren?

Stoltenberg: Ik ga niet ontkennen dat er inderdaad meningsverschillen tussen de NAVO-lidstaten bestaan. We kunnen enkel vaststellen dat de Verenigde Staten hebben besloten om onder meer het nucleair akkoord met Iran op te zeggen en het klimaatakkoord van Parijs te verlaten. Het beste zou natuurlijk zijn dat de NAVO-bondgenoten de onderlinge plooien gladstrijken. Maar zolang dat niet gebeurt, is het mijn taak om de samenwerking op het vlak van veiligheid te garanderen. Daar heb ik ook alle vertrouwen in.

In het verleden is namelijk steeds gebleken dat zulke geschillen uiteindelijk worden overwonnen en iedereen op dezelfde lijn komt te staan. Binnen het bondgenootschap doen we momenteel veel meer oefeningen en investeringen dan ooit voordien. Bovendien zijn de defensie-inspanningen van de Europese NAVO-landen en de aanwezigheid van zowel Canadese als Amerikaanse troepen op Europees grondgebied de afgelopen jaren toegenomen.

Donald Trump heeft wel zopas aangekondigd dat hij een derde van de Amerikaanse troepenmacht in Duitsland wil terugschroeven. Naar verluidt werd de NAVO daar op voorhand zelfs niet over ingelicht.

Stoltenberg: Ik heb daar met Donald Trump over gesproken en mijn boodschap was dat de Amerikaanse aanwezigheid in Europa van groot belang is voor de Verenigde Staten. Met een troepenmacht in Europa kunnen de Verenigde Staten net een grotere rol spelen in Afrika en het Midden-Oosten. Het Amerikaanse hoofdkwartier voor Afrika is helemaal niet gestationeerd op Afrikaans grondgebied, maar in de Duitse stad Stuttgart. Toen ik het met Trump over de kwestie had, bleek ook dat het nog onduidelijk is hoe en wanneer zijn besluit zal uitgevoerd worden. We zullen daar in de schoot van de NAVO nog verder over discussiëren.

Frans president Macron noemde uw organisatie eind vorig jaar nog ‘hersendood’ en pleit voor een autonome Europese defensie.

Stoltenberg: Wij, Europeanen, durven wel eens te vergeten dat 60 procent van de inwoners van het bondgenootschap niet eens op Europese bodem leeft. Vier vijfde van onze gezamenlijke defensie-uitgaven wordt gedaan door NAVO-landen buiten de Europese Unie. Ik verwelkom bijkomende Europese defensie-inspanningen, maar de Europese Unie kan de NAVO gewoonweg niet vervangen. De twee kunnen elkaar perfect aanvullen en elkaar zelfs versterken.

Bovendien is de NAVO sinds haar oprichting niet alleen een militaire, maar ook een politieke alliantie. Het is de enige plaats waar de Europese Unie en de Verenigde Staten dagelijks kunnen communiceren en dat met open vizier. Soms zijn we het eens en soms zijn we dat niet. Maar ook in het laatste geval wordt er tenminste overlegd. Dat is van een niet te onderschatten belang. Wat mij betreft mag die politieke rol trouwens verder versterkt worden, want in een wereld waarin de globale machtsverhoudingen fundamenteel veranderen en het Westen minder gewicht in de schaal zal kunnen leggen, is het cruciaal dat de alliantie standhoudt.

In een wereld waarin de globale machtsverhoudingen fundamenteel veranderen en het Westen minder gewicht in de schaal zal kunnen leggen, is het cruciaal dat de alliantie standhoudt.

Terwijl Rusland blijft vasthouden aan het Oekraïense schiereiland Krim en de bezette gebieden in Georgië, roepen onder meer Macron en Trump op om het Kremlin meer bij de gesprekken te betrekken. Hoe vindt u dat het Westen Rusland moet benaderen?

Stoltenberg: We mikken zowel op afschrikking en defensie enerzijds als op dialoog anderzijds. Als voormalig premier van Noorwegen, dat lid van de NAVO is, heb ik heel goed kunnen samenwerken met het toenmalige Rusland. Ook vandaag zijn we niet op zoek naar confrontatie en willen we eventuele misverstanden of foutieve inschattingen te alle tijden voorkomen.

Uiteraard zullen we niet accepteren dat een NAVO-lidstaat zou overkomen wat in Oekraïne en Georgië is gebeurd. Dat is de reden waarom we de afgelopen jaren onze aanwezigheid in Oost-Europa hebben vergroot. Toch moeten we blijven onderhandelen om onder meer onze wapenarsenalen op een gestructureerde en gebalanceerde manier af te bouwen.

Momenteel heerst er tussen de NAVO-partners heel wat onvrede over het feit dat Turkije het wapenembargo in Libië schendt, wat het aantal bootmigranten vanuit dat land de hoogte injaagt. In de Europese Unie maakt men zich daar aanzienlijk zorgen over.

Stoltenberg: De situatie in Libië baart me vanzelfsprekend zorgen: het geweld is de afgelopen maanden opnieuw toegenomen en recent werden er massagraven ontdekt. Het wapenembargo moet zowel ter land, ter zee en in de lucht gerespecteerd blijven en ik heb daarover met meerdere NAVO-landen gesproken. Het enige antwoord op de oorlog is een politiek akkoord tussen de betrokken partijen.

De NAVO steunt expliciet de Europese initiatieven om zo’n overeenkomst te bereiken. Tegelijkertijd zijn we natuurlijk bezorgd over de toegenomen Russische aanwezigheid in dat land, zeg maar in het Midden-Oosten in het algemeen. Zeker voor het zuidelijke deel van het bondgenootschap heeft die evolutie aanzienlijke gevolgen. We zullen de situatie nauwgezet opvolgen.

Verscheidene NAVO-landen, waaronder Hongarije en Griekenland, hebben de Verdragsorganisatie gevraagd om op migratievlak een grotere rol te spelen. Vindt u het nodig om migratie met militaire middelen aan te pakken?

Stoltenberg: Als organisatie heeft de NAVO niks over het migratiebeleid te zeggen, dus ook niet over het aantal vluchtelingen dat een land mag binnenkomen. Wel kunnen we steun leveren wanneer de lidstaten dat vragen. Tot op een bepaalde hoogte helpen we zowel de Europese Unie als Turkije zodat de migratiedeal tussen beide landen naar behoren functioneert. Op onze patrouilleschepen in de Egeïsche Zee zijn zowel Turkse als Griekse vertegenwoordigers aanwezig en we delen onze informatie met de kustwacht van beide landen om een goede verstandhouding tussen hen te garanderen.

Daarnaast probeert de NAVO de fundamentele oorzaken van migratie aan te pakken: de verdragsorganisatie wil ertoe bijdragen dat de situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten stabiliseert, we bestrijden onder meer terrorisme. Wel zijn we ervan overtuigd dat preventie waardevoller is dan interventie. We zullen militair ingrijpen wanneer nodig, maar het is uiteraard veel beter om bijvoorbeeld lokale veiligheidsdiensten op te leiden die vervolgens hun eigen land kunnen stabiliseren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content