Tom Hannes

Na Mawda: ‘Ik hoop op betere conservatieven’

Tom Hannes Zenboeddhist en Auteur (Foto: © Koen Broos)

Woorden hebben betekenis, zeker als ze van een machtig politicus als Bart De Wever komen en zeker rondom een delicate kwestie als Mawda, schrijft Tom Hannes. ‘Als hij een retorische mix van onbegrip en waardigheid hanteert, roept hij mogelijk wel erg gevaarlijke krachten in het leven.’

Ja, ook dit stukje gaat over Mawda. Ja, over de reacties van Bart De Wever op het hele gebeuren. Neen, niet zozeer over zijn uitspraak dat ook de ouders van Mawda verantwoordelijkheid dragen. Zelfs niet over het gebruikelijke rondje links-bashen dat we al sinds lang van hem kennen. Ik zal hier ook niet meedoen aan het opbod aan huis-tuin-en-keukendiagnoses op linkse fora: ‘Bart heeft geen empathie’, ‘hij is een pathologisch psychopaat’ en (daar komt de boemerang terug) ‘daaraan zijn zijn te kille ouders wellicht mee verantwoordelijk voor’. Het liefst zou ik het helemaal niet over De Wever hebben, want ik ken de man niet. Maar zijn woorden kennen we wel. De woorden die hij als machtige publieke figuur gebruikt. Die woorden hebben een betekenis. Die betekenissen zaaien hun gevolgen in ons aller onderbuiken. Nog los van wat De Wever er zelf precies mee bedoelt. Want hoe machtig hij als politicus vandaag ook is, de vraag is of hij de krachten die zijn woorden opwekken onder controle kan houden.

Ik hoop op betere conservatieven

Ik wil het hier met name hebben over zijn verweer op de VRT tegenover de kritiek dat zijn eerste reacties meedogenloos en polariserend waren. ‘Ik weet niet wat er polariserend is aan wat ik zeg (…) Ik gebruik altijd kalme en serene bewoordingen, dat kan ik helaas niet zeggen over anderen in dit debat.’ Sereen is van origine een Latijns woord. Het betekent ‘kalm en helder’. Sereen zijn is onder wijzen een groot goed. Wie niet in de greep van zijn emoties is, begrijpt immers beter de draagkracht van zijn woorden en daden en kan vrijer en beter leven. De Romeinse stoïcijnen waren er groot fan van. De boeddhisten ook.

Dus als De Wever sereen is als hij stelt: ‘Ik zie niet…’ dan mogen we ervan uitgaan dat hij hier de serene betekenis van ‘ik zie niet’ gebruikt. Namelijk: ik begrijp uw woorden niet. Een sereen mens vraagt dan: ‘Wat bedoelt u daar precies mee?’ Zo kom je nog wat te weten over de ander, de wereld en waarschijnlijk ook jezelf.

Maar er is ook een emotioneel opgewonden betekenis van ‘ik zie niet’: ‘wie mij dit toewerpt is kwaadwillig of moet zijn hoofd laten nakijken.’ Dat klinkt, moet ik toegeven, herkenbaarder voor De Wever. De man van wie de mondhoeken standaard in een geïrriteerde frons staan, die vele jaren geleden op een vrachtwagen vol geld over de transfers naar Wallonië sprak met zijn vuisten gevuld met vijftig euro biljetten, de man wiens oogbollen draaien als het over de culturele sector gaan, die geen kans voorbijlaat om zijn walging voor politiek links te etaleren, die bij Friedl Lesage op de radio zat te wenen toen het over de kille verhouding met zijn vader ging, de man van de geplande (maar niet uitgevoerde) fakkeltocht toen hij het Schoon Verdiep innam. Sereen? Kom. Na Bert Anciaux is De Wever de meest expliciete sentimentalist in de Vlaamse politiek.

De verwijten van links, de oproep om meer empathie, het kan allemaal sereen afgedaan worden als hysterie van een zwakke levensfilosofie

Maar er is meer aan de hand. Als er iets sereen is, is het de kalmte en ijzigheid waarmee De Wever koketteert met onbegrip. Hij verleent het niet begrijpen van empathie een air van waardigheid en moed. Dat is, zo lijkt de boodschap, wat grote geesten doen: sereen en manhaftig tonen dat ze niet week zijn. Weekhartigen brengen alleen maar hysterie voort. Zij horen te zwijgen en de grote mensen hun werk te laten doen. De boodschap doet zijn werk bij de toehoorders. Niet hun sereniteit wordt aangesproken, maar hun woelige onderbuik. Tegenstanders voelen zich begrijpelijkerwijs beledigd en tonen zich nog verontwaardigder, waarmee ze de hysterie-hypothese alleen maar lijken te bewijzen. De achterban gniffelt om zoveel botte moed van de leider. Want, inderdaad, zo ziet een manhaftige geest het: wie klappen krijgt, heeft er wellicht zelf om gevraagd.

De Wevers sereniteit bij het leed van migranten, tot op het onverschillige en wreedaardige af, is een zuiver emotionele boodschap gericht voor empathisch vermoeide onderbuiken. De onderbuikgevoelens waarop in alle sereniteit gemikt wordt is die van de Vlaming die het gehad heeft met medeleven voor andermans leed, de Vlaming die met rust gelaten wil worden in zijn knusse cocon en die een veilig en welvarend Vlaanderen wil voor zich. Sereen? Nauwelijks.

Meent De Wever wat hij zegt? Geen idee. Ik hoop het niet. Maar woorden hebben een betekenis en die blijft niet hangen in de mond van wie ze uitspreekt. Als De Wever, met zijn machtige maatschappelijke positie, een retorische mix van onbegrip en waardigheid hanteert, roept hij mogelijk wel erg gevaarlijke krachten in het leven. Als de Vlaamse empathie-vermoeidheid op deze manier noblesse krijgt, is het koffiedik kijken hoe zwaar het sneeuwbaleffect zal zijn. Hoeveel gruwelijk leed we aan ons zullen kunnen laten voorbijgaan, of er zelfs aan bijdragen, met als eeuwig wederkerende refrein om niets te moeten voelen: ’tja, wie afziet heeft dat toch ook aan zichzelf te danken.’ Sereen? Nauwelijks. Populisme eerste klas.

Volgens cultuurcriticus Slavoj Zizek is de wereld toe aan een links populisme om het rechts populisme te stuiten. Wie weet. Maar ik merk dat ik, hoewel ik zelf wellicht eerder progressief links denk, vooral hoop op een beter conservatisme. Eén dat een volwassen waardigheid kan huldigen, dat het kostbare weefsel van onze maatschappij sterker kan maken, zonder dat het zich hoeft te identificeren met de allerlaagste reflexen van onze geest. De Wever is nog jong. Wie weet lukt het hem wel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content