Omdat het niet ondenkbaar is dat een schutter op een dag een Vlaamse school binnendringt, organiseren sommige politiezones simulatieoefeningen. ‘We hopen natuurlijk dat zoiets hier nooit gebeurt, maar we mogen ook niet naïef zijn’, klinkt het bij de lokale politie van Aalst.
In het Oostenrijkse Graz vielen deze week 11 doden en 12 gewonden bij een schietpartij in een middelbare school. De schutter, die uiteindelijk zelfmoord pleegde, was een oud-leerling. Zulke schoolshootings zijn al lang geen exclusief Amerikaans fenomeen meer. Ook in Europa vielen de voorbije jaren slachtoffers in en rond scholen. Ons land is tot nu toe gespaard gebleven, maar het is niet ondenkbaar dat een schutter of messentrekker op een dag een Vlaamse school binnendringt. ‘We hopen natuurlijk dat zoiets hier nooit gebeurt, maar we mogen ook niet naïef zijn. We moeten goed kijken naar de buitenlandse incidenten en ons zo goed mogelijk op zulke scenario’s voorbereiden’, zegt Lisa Wynendaele, woordvoerster van de Lokale Politie Aalst.
Sommige lokale politiezones geven schooldirecties vandaag al systematisch preventieadvies of hebben een draaiboek voor dergelijke interventies uitgewerkt. Her en der worden, naar Amerikaans voorbeeld, zelfs oefeningen opgezet waarbij op school een AMOK-situatie wordt gesimuleerd. ‘AMOK betekent dat een dader de bedoeling heeft om met een mes of vuurwapen zo veel mogelijk slachtoffers te maken’, zegt Wynendaele. ‘Schoolschietpartijen zijn daar het bekendste voorbeeld van, maar zo’n situatie kan zich bijvoorbeeld ook in een bedrijf of overheidsgebouw voordoen.’
‘Onze politiemedewerkers moesten tieners die schreeuwend naar hen toekwamen van zich afduwen om op zoek te gaan naar de dader.’
Begin dit jaar organiseerde de lokale politie van Aalst AMOK-oefeningen in negen secundaire scholen en één hogeschool. ‘Al onze operationele medewerkers hebben vijf verplichte trainingsmomenten per jaar’, legt Wynendaele uit. ‘Meestal doen ze dan standaardoefeningen waarbij ze, bijvoorbeeld, een nagebootst huis doorzoeken. Maar in januari en februari kozen we bewust voor een grootschalige oefening op een echte locatie.’
Sinds twee leerlingen in 1999 een bloedbad aanrichtten in de Columbine High School, worden in Amerikaanse scholen systematisch zulke drills georgeniseerd. Zelfs kleuters worden daarbij betrokken.
Lisa Wynendaele: Zover willen wij absoluut niet gaan. Voor jonge kinderen kan zo’n oefening heel traumatiserend zijn doordat ze nog niet kunnen bevatten wat de bedoeling precies is. Daarom werken we alleen met secundaire scholen en dan nog met leerlingen uit de derde graad, die al een zekere maturiteit hebben. De scholen zorgden er ook voor dat er geen kwetsbare jongeren deelnamen en iedereen moest de expliciete toestemming van zijn ouders krijgen. Op de dag zelf hebben we dan nog de hele voormiddag uitgetrokken om de leerlingen en leerkrachten te briefen en heel traag het scenario te doorlopen.
Onze collega’s, die natuurlijk niet mochten weten wat er zou gebeuren, kregen ondertussen een andere briefing zodat ze precies wisten wat van hen zou worden verwacht. Normaal richten ze zich bij een interventie eerst op de slachtoffers, maar in een AMOK-situatie moeten ze die laten liggen om zo snel mogelijk de dader op te sporen.
Hoelang duurde de eigenlijke oefening?
Wynendaele: Heel kort: acht minuten. Wel hebben we de oefening in elke school drie keer gedaan zodat verschillende groepjes collega’s konden deelnemen. En ik moet zeggen: bij elke oefening werden de acteerprestaties van de leerlingen beter. (lacht) Sommigen moesten zich verschansen, anderen kregen de opdracht om in paniek weg te rennen. Daarnaast waren er gewonden die om hulp moesten roepen en ook doden. Om alles wat realistischer te maken, werden sommigen geschminkt en we hadden hen ook gevraagd om zo veel mogelijk chaos te creëren. Ons sociaal team was de hele tijd aanwezig om jongeren op te vangen die het te moeilijk kregen, maar dat bleek niet nodig. De meeste leerlingen vonden het vooral cool dat ze aan zo’n oefening mochten meedoen.
Wat hebben jullie uit al die simulatieoefeningen geleerd?
Wynendaele: Dat het een enorme meerwaarde is om die in een realistische context te organiseren. Onze politiemedewerkers moesten tieners die schreeuwend naar hen toekwamen van zich afduwen om op zoek te gaan naar de dader. Dat voelde natuurlijk veel realistischer dan bij een oefening in een nagebootste omgeving. Een ander voordeel is dat die tien scholen nu weten hoe wij in zo’n situatie tewerk gaan. Als we daar op een dag daadwerkelijk moeten tussenbeide komen, zal ons dat veel tijd besparen.
Elke school heeft achteraf ook preventieadvies op maat gekregen. Daarin staat vooral hoe ze hun noodplannen of veiligheidsmaatregelen kunnen bijsturen. Zo is er in de meeste scholen geen herkenbaar alarmsignaal. Ze hebben wel een schoolbel en een brandmelder, maar geen signaal waardoor iedereen meteen weet dat er iets heel ernstigs aan de hand is. In een van de scholen was er aan het onthaal, waarlangs veel mensen binnenkomen, ook geen enkele mogelijkheid om alarm te slaan. Daar willen ze nu een noodknop installeren.
Ik denk dat de oefeningen veel directies de ogen hebben geopend. We willen zeker geen paniek zaaien, maar het is belangrijk dat zowel de politie als de scholen op zo’n scenario zijn voorbereid.