N-VA over basispensioen Groen: ‘Onrealistisch en gevaar voor sociale zekerheid’

© Getty Images/iStockphoto

N-VA ziet het voorstel voor een basispensioen voor iedereen, dat Groen afgelopen weekend lanceerde, niet zitten.

Er bestaat immers al een vorm van basispensioen voor alle 65-plussers, met name de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO), en iedereen met een loopbaan van minstens 30 jaar heeft recht op een minimumpensioen. Zowel IGO als minimumpensioen stegen onder de regering Michel op jaarbasis voor een alleenstaande respectievelijk 1.069 euro en 859 euro, wat hoger is dan bij de start van de regeerperiode, merkt de partij dinsdag op. Het minimumpensioen voor zelfstandigen werd ook extra verhoogd tot het niveau van de werknemers.

N-VA vindt het gevaarlijk dat Groen geen enkele voorwaarde of controle verbindt aan dit basispensioen en het pensioensparen wil ontmoedigen. ‘Zonder voorwaarden over minimumduur van verblijf of band met effectief gewerkte jaren zal een basispensioen een gat slaan in de sociale zekerheid’, vreest de partij. ‘Bovendien willen we mensen aanmoedigen om ook voor hun eigen pensioen iets opzij te zetten, Groen wil mensen afhankelijk maken van de overheid op basis van onberekende beloften die de belastingdruk voor die spaarders met 280 euro (fiscale aftrek pensioensparen) verhogen’.

N-VA wil de bestaande IGO en het minimumpensioen in de komende jaren onder voorwaarden verder versterken. Door een middelentoets op de IGO-uitkering voor 65-plussers uit te voeren, komt deze uitkering terecht bij de meest kwetsbaren. Ook heeft de regering-Michel een verblijfsvoorwaarde voor de IGO ingevoerd: minstens 10 jaar verblijf, waarvan 5 jaar ononderbroken, ‘om zo “sociale zekerheidstoerisme” onmogelijk te maken’.

De partij benadrukt ook dat ze de band tussen gewerkte periodes en het pensioen absoluut wil behouden en verder versterken. Zo voorziet het zomerakkoord een extra verhoging van het minimumpensioen na een volledige loopbaan, een hoger pensioen voor wie blijft werken na een loopbaan van 45 jaar, en het niet langer meerekenen van periodes van langdurige werkloosheid voor de pensioenopbouw aan het laatst verdiende loon maar aan een forfaitair bedrag.

Partner Content