Moeders getuigen: de vernietigende impact van online seksueel misbruik

Slachtoffer Lisa: 'Wat ik heb meegemaakt, maken duizenden jongeren elk jaar mee.' 'Op sociale media speelt een soort cockpiteffect, zoals beschreven bij gevechtspiloten: je ziet je slachtoffers niet.' © Serge Baeken

Naarmate onze levens zich steeds meer online afspelen, neemt ook het fenomeen van de wraakporno toe. Ondanks de medewerking van de grote internetplatforms blijft het haast onmogelijk om de ongewenste verspreiding van intieme beelden tegen te houden. ‘Er is bijna geen enkele school in Vlaanderen waar dit niet gebeurt.’

Lisa Geudens zat met haar ouders in een restaurant aan de andere kant van de wereld toen ze plots haar vriend aan de lijn kreeg. Ze kreeg te horen dat haar ex zonet naaktfoto’s van haar op een Instagramaccount had gezet. ‘Ik was in shock’, vertelt ze. ‘Ik ben in huilen uitgebarsten. Ik heb het meteen aan mijn ouders verteld, en hun gesmeekt om even geen vragen te stellen en mij te helpen. Ik was totaal in shock.’ Geudens was op dat moment 17 jaar oud.

Anderhalve maand voordien had ze het uitgemaakt met haar eerste vriend, na drie jaar van wat ze zelf ‘een toxische relatie’ noemt. ‘Tijdens die relatie heeft hij me onder meer gepusht om naakt- foto’s door te sturen’, zegt Geudens. ‘Liefde maakt blind, dus ik deed wat hij vroeg, hoewel ik me er eigenlijk niet goed bij voelde. Ik stuurde hem foto’s via Snapchat, omdat ze daar na verloop van tijd verdwijnen. Maar hij nam er blijkbaar screenshots van. Ik ben er later ook achter gekomen dat hij die foto’s met zijn vrienden deelde.’

Samen met haar zus slaagde Geudens erin om haar ex onder druk te zetten. De beelden werden redelijk snel verwijderd. Met het besef dat haar beelden door tal van toenmalige medescholieren gezien waren, had ze ondertussen leren leven. Omdat ze geen zin had in gerechtelijke procedures die maanden of zelfs jaren konden aanslepen, besloot ze uiteindelijk geen klacht in te dienen.

Lisa is een van de vele slachtoffers van wraakporno die nooit in de statistieken zullen terechtkomen. Er bestaan nauwelijks betrouwbare cijfers over hoe vaak het fenomeen voorkomt. Bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), dat sinds juli 2020 meerderjarige slachtoffers van wraakporno begeleidt, werden de voorbije elf maanden 85 dossiers geopend. Bij Child Focus kwamen het afgelopen jaar 65 procent meer meldingen van online seksueel misbruik binnen dan in 2019. Volgens Olivier Bogaert, commissaris bij de Computer Crime Unit van de federale politie, registreerde de politie in 2020 maar liefst 597 klachten wegens wraakporno. Ter vergelijking: in 2014 waren dat er slechts 7. ‘Dit is slechts het topje van de ijsberg’, zegt Bogaert. ‘Het dark number is ontzettend groot.’

Wraakporno is een slecht gekozen term. Porno wordt gemaakt voor consumptie en impliceert medewerking en een publiek.

Onlinereputatiemanager Willem van Lynden

Wraakporno is typisch – maar niet uitsluitend – een probleem van de jongere generaties, die seksualiteit steeds vaker ook online beleven. ‘Dit is een generatie waarin het verschil tussen online en offline bijna volledig is weggevallen’, zegt Catherine Van de Heyning, die als hoogleraar fundamentele rechten en substituut-procureur des Konings bij het parket in Mechelen het fenomeen wraakporno onderzoekt aan de Universiteit Antwerpen. ‘Onder jongeren is het schering en inslag. Er is bijna geen enkele school in Vlaanderen waar dit niet gebeurt.’

Weinig scholen weten goed hoe ze met het nieuwe fenomeen moeten omgaan. ‘Dat is een van de redenen waarom Child Focus is gestart met de website www.sexting.be’, zegt Niels Van Paemel, beleidsadviseur van Child Focus. ‘Stel: er gaat een naaktfoto van een meisje rond in een school. Soms krijgen wij dan telefoon: “We hebben alvast de politie gebeld, maar wat nu?” Dan zeggen wij meestal: “Stuur de politie alvast terug. Die kan er niet voor zorgen dat die foto niet langer wordt gedeeld.” Op zo’n moment moet je vooral luisteren naar het slachtoffer en door gesprekken in de klas ervoor zorgen dat de keten van verspreiding wordt verbroken.’

Wraakporno plaatst ook vertrouwenspersonen voor dilemma’s. ‘Het begint tegenwoordig zelfs al in het eerste middelbaar’, klinkt het bij een leerlingenbegeleidster die actief is in het Antwerpse stedelijk onderwijs. ‘Ik krijg geregeld meisjes over de vloer die in alle staten zijn omdat er intieme beelden van hen circuleren. Het gaat haast altijd op dezelfde manier: ze beginnen te chatten met onbekenden, die hun vertrouwen winnen en hen dan gaandeweg aanmoedigen om steeds uitdagender foto’s te sturen.’ Het probleem doet zich opvallend vaak voor bij leerlingen met een islamitische achtergrond. ‘Veel moslimmeisjes kunnen er niet mee naar hun ouders. Ze beseffen dat ze het risico lopen om verstoten te worden als die beelden uitkomen. Schooldirecties willen daarmee vaak onmiddellijk naar de politie, en de politie gaat dan altijd naar de ouders. Ik weiger dat pertinent, want dat willen die meisjes juist te allen prijze voorkomen.’

Eveline

België heeft sinds 2016 een wettelijk kader om ‘het niet-consensueel verspreiden van intieme beelden’, zoals wraakporno in het strafwetboek heet, aan te pakken. In 2020 keurde het federale parlement unaniem een wet goed die wraakporno strenger bestraft. Wie tegen de wil van de betrokkene seksueel getinte beelden of opnames verspreidt, riskeert een celstraf tot vijf jaar.

Overigens stuit de term ‘wraakporno’ nogal wat experts tegen de borst. ‘Het is een heel slecht gekozen term’, zegt Willem van Lynden, jurist bij MediaMaze, een Nederlands bedrijf gespecialiseerd in onlinereputatiemanagement voor slachtoffers van online- shaming en woordvoerder van de stichting Stop Online Shaming (SOS). ‘Porno wordt gemaakt voor consumptie en impliceert medewerking en een publiek. Hier gaat het vaak om beelden die niet bedoeld zijn om breed bekeken te worden. Wraak suggereert dan weer dat het slachtoffer iets heeft gedaan dat moet worden gewroken.’ Van Lynden pleit ervoor om de term ‘online seksueel misbruik’ breder ingang te doen vinden. ‘Woorden doen ertoe voor wie dit meemaakt en hoe het grote publiek ernaar kijkt.’ De in overgrote meerderheid mannelijke daders worden volgens Van Lynden doorgaans ook niet gedreven door wraak. ‘Ze doen het om stoer te doen, te pochen tegenover vrienden, of om een filmpje voor een ander filmpje te kunnen ruilen.’

In Vlaanderen raakte het concept wraakporno ingeburgerd in september vorig jaar, toen een (mannelijke) student onder de alias Eveline naaktfilmpjes ontfutselde aan verschillende bekende Vlamingen. De filmpjes werden gretig gedeeld via WhatsApp en andere geëncrypteerde kanalen. Dat een aantal van die BV’s uiteindelijk gerechtelijke actie heeft ondernomen, waarbij de dader relatief snel werd gevat, heeft wraakporno wel het brede maatschappelijke debat in getrokken. ‘Het heeft veel Vlamingen doen beseffen dat het doorsturen van zulke filmpjes gewoon strafbaar is’, aldus Van de Heyning.

Tegelijk ziet Van de Heyning negatieve effecten. ‘In de reacties hoorde je vaak dat die BV’s het zelf hadden gezocht, en dat ze die beelden beter niet hadden gemaakt. Op die manier geef je de boodschap mee dat slachtoffers van wraakporno zelf schuld hebben aan wat hun overkomt. Dat is absoluut niet zo. Mensen hebben het recht om intieme beelden van zichzelf te maken. Sexting is doodnormaal onder jongeren. Het is deel van de seksuele ontwikkeling en het is totaal onrealistisch om te denken dat jongeren ermee zullen ophouden omdat het soms uit de hand loopt.’

Over het algemeen zijn de slachtoffers van wraakporno (jonge) vrouwen. Uit een internationaal onderzoek uit 2018 blijkt dat het in 92 procent van de gevallen over beelden van vrouwen gaat. Uit alle internationale onderzoeken wordt ook duidelijk dat de overgrote meerderheid van de wraak- pornoverspreiders mannen zijn. Alleen bij zogenaamde sextortion, waarbij mensen worden afgeperst met zelfgemaakte naaktbeelden, zijn mannen vaker de dupe. En soms is wraakporno gewoon een wapen in handen van criminelen. RTL-journalist Daniël Verlaan ontdekte in 2018 een waar wraakpornonetwerk waarin duizenden Nederlandse en Vlaamse gebruikers beelden met elkaar deelden. Door met een alias in de chatkamers binnen te breken, stelde Verlaan vast dat tussen de gebruikers een ware ruileconomie was ontstaan. ‘Het was bijna alsof ze Pokémonkaarten met elkaar ruilden’, aldus Verlaan. ‘Hoe vaker de beelden gedeeld werden, hoe minder ze waard werden. De kostbaarste beelden, die vaak slechts in het bezit van één persoon zijn, worden original content genoemd.’

Bepaalde gebruikers gingen bijzonder ver om aan beeldmateriaal te raken. ‘De gebruikers wisselden onderling tips uit om telefoons en accounts te hacken’, vertelt Verlaan. ‘Ze maakten valse profielen aan om tienermeisjes om de tuin te leiden. Er was zelfs een jongen bij die de computer van zijn eigen nichtje had gehackt om aan intieme beelden te komen.’ Verlaan ergert zich aan de manier waarop het verspreiden van intieme beelden vergoelijkt wordt. ‘Dit zijn gewoon criminelen’, benadrukt Verlaan. ‘Het zijn mannen die door het verzamelen van intieme beelden macht willen vergaren over hun slachtoffers, en het zelfs aan- durven om losgeld te eisen. Ze weten donders goed dat ze levens kapot- maken.’

Heel wat dorpsgenoten nemen het me kwalijk dat ik een klacht heb ingediend, en vinden dat ik me aanstel. Het is echt verbazend hoe weinig mensen snappen hoe slopend dit is.

Slachtoffer Lore*

Brute pech

Van overheidswege ligt de nadruk sterk op preventie. Wie geen herkenbare naaktbeelden van zichzelf maakt, loopt niet het risico om het slachtoffer van wraakporno te worden, zo luidt de logica. Dat klopt maar tot op zekere hoogte. Niet zelden gebruiken daders Photoshop, waarmee ze het hoofd van hun slachtoffers op een naakt lichaam monteren. Soms gebeurt het ook dat oude naaktbeelden die de betrokkene allang was vergeten opeens zonder aanwijsbare reden online komen te staan. ‘Onlangs kwam een vrouw bij ons aankloppen’, vertelt onlinereputatiemanager Van Lynden, ‘van wie het toenmalige vriendje oude naaktfoto’s had geüpload. Die vrouw had inmiddels kinderen van een jaar of acht. Die zitten natuurlijk ook de hele dag op een tablet, en riskeren dus op naaktfoto’s te stoten die mama twaalf jaar geleden heeft gemaakt. Als je dan niet ingrijpt, is het een kwestie van tijd voor ook al je collega’s die foto’s hebben gezien.’

En sommige slacht- offers hebben gewoon brute pech. Dat geldt bijvoorbeeld voor Lore*, die eind juni 2018 via een vriend een filmpje kreeg doorgestuurd. Op dat filmpje van een tiental seconden is het gezicht te zien van een vrouw die anale seks heeft. Het filmpje ging vergezeld van Lores naam, haar Facebookprofielfoto en een campagnefoto van toen ze enkele jaren eerder deelnam aan lokale verkiezingen. De vrouw in het filmpje lijkt op Lore, maar heeft een andere stem en accent.

Toen Lore aangifte deed, kreeg ze te horen dat de politie machteloos stond, omdat WhatsApp-berichten niet traceerbaar zijn. Lore postte een bericht op Facebook waarin ze uitlegde dat de beelden niet van haar waren, en riep op om de beelden niet te delen. Een dag later kreeg ze telefoon van een journalist van Het Nieuwsblad, die haar meldde dat het filmpje hem via verschillende kanalen had bereikt. ‘Pas op dat moment begon het me te dagen dat dit niet meteen zou overwaaien’, zucht Lore. ‘Plots besefte ik dat heel pornokijkend Vlaanderen die beelden met mijn naam erbij had gezien. Ze circuleerden blijkbaar al meer dan twee maanden op het internet.’

In de daaropvolgende weken drong de omvang van de verspreiding pas goed tot haar door. Haar Facebook- account werd overspoeld met tientallen berichten van wildvreemden die met haar wilden afspreken. Ze besloot meteen al haar accounts af te sluiten. In de gemeente waar ze woont en een leidinggevende functie heeft, gingen de beelden gepaard met allerlei roddels. ‘Ik kreeg te horen dat ik mijn man bedroog. Er werden mails naar mijn werk gestuurd. Familieleden werden de hele tijd op dat filmpje aangesproken.’ Lore en haar echtgenoot trokken zich terug in hun cocon. ‘We zijn het eerste jaar amper buiten geweest. Overal waar je komt, heb je het gevoel dat mensen je herkennen en uitlachen.’

Het filmpje bleek afkomstig van het dark web, en was eerder dat jaar terechtgekomen in een ludieke WhatsAppgroep waarin plaatselijke middenstanders seksfilmpjes deelden. Een van de leden van die groep bemerkte in zo’n filmpje een vrouw die wat op Lore leek, en voegde er tot hilariteit van de groepsleden haar foto’s aan toe. Vervolgens stuurde een lid van de groep de beelden en foto’s door naar een andere WhatsAppgroep. Van daaruit verspreidden de beelden en de foto’s zich als een lopend vuurtje. In die groepen zaten verschillende dorpsgenoten die Lore goed kent. ‘Het is verbazend dat zo veel mensen – ook mensen die me kennen – dat filmpje zijn blijven doorsturen.’

Vorig jaar werden twee leden van de oorspronkelijke WhatsApp-groep veroordeeld tot een symbolische schadevergoeding. ‘Wat me nog het meeste pijn doet, is dat er bij de daders geen schuldbesef is’, zegt Lore. ‘Er zijn heel wat dorpsgenoten die het mij kwalijk nemen dat ik een klacht heb ingediend, en die vinden dat ik me aanstel. Het is verbazend hoe weinig mensen snappen hoe slopend dit is. Ik ben er bijna aan onderdoor gegaan, en het waren niet eens mijn beelden.’

Pornhub

Sinds april vorig jaar kunnen slachtoffers aankloppen bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). Dat voorziet in gratis juridische bijstand, en helpt ook om beelden te verwijderen. ‘Slachtoffers die contact met ons opnemen, zijn doorgaans niet op zoek naar een juridische procedure’, zegt Liesbet Stevens, hoogleraar seksueel strafrecht aan de KU Leuven en adjunct-directeur van het IGVM. ‘Hun eerste vraag is altijd: haal die beelden zo snel mogelijk offline.’

Sinds vorig jaar werkt het instituut samen met internetplatforms als Facebook, Google, YouTube, WhatsApp en Pornhub. Het IGVM is bovendien in het bezit van de status trusted flagger, waardoor het op platforms voorrang krijgt wanneer het een verzoek indient om beelden te verwijderen. Facebook en PornHub kunnen bepaalde beelden bovendien hashen, zodat ze automatisch verwijderd worden als ze online worden geplaatst. Ook is het mogelijk om ervoor te zorgen dat zoekmotoren bepaalde websites en pagina’s niet langer opnemen in hun zoekopdrachten, zodat de beelden minder goed vindbaar worden.

Het is bijna alsof daders Pokémonkaarten ruilen. Hoe vaker de beelden worden gedeeld, hoe minder ze waard worden.

RTL-journalist Daniël Verlaan

De nieuwe wet op wraakporno bepaalt dat internetdiensten met een rechterlijk bevel verplicht kunnen worden om binnen de zes uur de beelden te verwijderen. ‘Dat klinkt mooi, maar in de praktijk gaat het veel te traag’, zegt Stevens. ‘Het duurt minstens 48 uur voor je zo’n rechterlijk bevel vasthebt, en vaak nog langer.’

Sneller gaat het als het IGVM zelf meteen dubieus beeldmateriaal signaleert. Dan slagen platforms er doorgaans redelijk goed in om beelden binnen de wettelijke termijn van zes uur te verwijderen. Die termijn is enorm belangrijk, zegt Stevens. ‘Als je zulke beelden niet snel genoeg verwijdert, is het onmogelijk om ze helemaal weg te krijgen. Dan blijft er altijd wel iets staan op de een of andere obscure website.’ Door een gebrek aan middelen beschikt het IGVM voorlopig evenwel niet over een permanentiedienst zoals Child Focus die heeft. In het weekend en buiten de kantooruren zijn slachtoffers aangewezen op de website van het IGVM (www.igvm-iefh.belgium.be), waar ze uitleg kunnen vinden over hoe ze de beelden eigenhandig offline kunnen zetten.

Stevens toont zich voorlopig wel tevreden over de medewerking die de meeste internetplatforms verlenen. Die verliep aanvankelijk zeker niet altijd en overal van harte. Pornhub, de megapornowebsite die lange tijd alle protesten van slachtoffers naast zich neerlegde, schoot pas in actie nadat de creditcardbedrijven Visa en Mastercard ermee dreigden de betalingen voor de website niet meer te verwerken. Meer dan 70 procent van alle video’s op de website – het ging om miljoenen filmpjes – werd intussen verwijderd omdat Pornhub niet kon waarborgen dat de mensen op de beelden wel degelijk hun toestemming hadden gegeven. De enige grote speler die nog steeds halsstarrig elke vorm van samenwerking weigert, is Twitter. Begin december startte het IGVM zelfs een rechtszaak tegen Twitter. Er is ook nog het probleem dat het IGVM met tal van ‘kleinere’ platforms geen contact heeft, wat de volledige verwijdering van de beelden moeilijker maakt.

Maar terwijl het openbare internet, op voorwaarde dat er voldoende wordt gemonitord, steeds vlotter kan worden schoongeveegd, blijft het nog steeds onmogelijk om op te treden tegen beelden die circuleren via versleutelde groepen op apps als WhatsApp, Signal, TikTok of Telegram. ‘Daar zijn we de strijd aan het verliezen’, zegt onderzoekster Catherine Van de Heyning. ‘Omdat die berichten versleuteld zijn, is het voor die platforms zelfs technisch onmogelijk om beelden te detecteren en te verwijderen.’

‘Het is een dilemma’, erkent ze. ‘Voor burgers is het een goede zaak dat je via encryptie veilig kunt communiceren, maar het geeft natuurlijk ook de mogelijkheid aan criminelen om zonder enige controle om het even wat te delen. Het is moeilijk om daar een goed evenwicht in te vinden.’

Dat ondervindt ook Willem van Lynden. ‘Een mogelijkheid is dat platforms als WhatsApp bepaalde gebruikers blokkeren of dat de hele groep waarin de beelden worden gedeeld, wordt verwijderd. Maar de content die daarin is gedeeld, blijft natuurlijk wel op de telefoontjes staan van de mensen die het aan elkaar hebben verzonden. Er is dus altijd de mogelijkheid dat het opnieuw wordt gedeeld. Zelfs als de bewuste beelden in een cloud worden bewaard, is het heel lastig, zo niet onmogelijk, om tegen bijvoorbeeld Apple te zeggen: “Jongens, kunnen jullie dit filmpje weghalen?” Om privacyredenen willen die niet in de bestanden van hun gebruikers rondneuzen. Al geloof ik wel dat we in de toekomst die cloudhostingproviders zullen kunnen aanspreken.’

Wanhoopsdaden

Voorlopig is het nog zo dat slachtoffers moeten leren te leven met de angst en onzekerheid dat ongewenst gedeelde naaktbeelden op elk moment opnieuw kunnen opduiken. Met name voor minderjarige slachtoffers is die wetenschap vaak zwaar om te dragen. Ze slaan volledig in paniek, melden zich ziek op school, sluiten zich af, en maken in het allerergste scenario een einde aan hun leven.

Dat drama overkwam Zara Chiarolini, de moeder van de 14-jarige Maëlle, die eind januari 2020 zelfmoord pleegde. ‘Mijn dochter had een naaktfilmpje van zichzelf gestuurd naar, laten we zeggen, haar vriendje, al weten we niet of er echt een amoureuze relatie was’, vertelt Chiarolini, die lesgeeft op de school in Jumet waar Maëlle schoolliep. ‘Die jongen heeft dat filmpje gedeeld met heel wat vrienden, op allerhande pornosites… Zo is het ontelbare keren bekeken. Nadat het was verspreid, heeft Maëlle tonnen beledigingen en haatboodschappen op haar eigen socialemediakanalen over zich heen gekregen. Het filmpje is een eerste keer gedeeld eind november 2019. Vervolgens is de storm wat gaan liggen. Nadien is de video nog eens gedeeld in januari. Ik denk dat ze toen moet hebben gedacht dat het nooit zou stoppen. Ze zag geen oplossing meer. Het was ook je reinste wraakporno. Hij wilde haar straffen omdat ze in zijn ogen hun relatie te luchtig opnam.’

Dat weet de moeder nú, maar op het moment van de feiten verkeerde ze in volstrekte onwetendheid. ‘Ik heb dat allemaal ontdekt de dag dat ik mijn dochter dood in haar kamer heb aangetroffen. Dat is het gevaar met cyberpesten. Het speelt zich af in een virtuele wereld waartoe volwassenen nauwelijks of geen toegang hebben. Bovendien veroorzaakt het delen van naaktbeelden bij tienermeisjes een gigantisch gevoel van schaamte. Die schaamte zorgt ervoor dat slachtoffers geen hulp zoeken en drijft hen soms tot een wanhoopsdaad.’

De dood van Maëlle bracht in Franstalig België een publiek debat over wraakporno en cyberpesten op gang. ‘Ik kan verder niet veel details geven’, zegt Chiarolini. ‘De rechtszaak tegen de hoofdverdachte loopt op dit moment nog.’

Met andere ouders die een kind verloren door zelfmoord als gevolg van cyberpesten, bestuurt Chiarolini de vzw Les MOTs de TOM. Die staat ouders bij die niet weten wat ze moeten doen als hun kind slachtoffer wordt, biedt hulp aan slachtoffers en voert campagnes in scholen.

‘Er is nog veel werk aan de winkel, op alle vlakken’, zegt Chiarolini. ‘Als je kind is overleden, voel je je totaal verloren. In mijn geval is de politie zelf een onderzoek begonnen en vond het parket dat de bewijslast zwaar genoeg woog om de daders te vervolgen. Maar dat is lang niet bij alle ouders zo. Bovendien is dit soort onderzoek door het gebruik van pseudoniemen en anonieme accounts erg lastig en tijdrovend. Het onderzoek naar de dood van Maëlle heeft meer dan een jaar geduurd.’

Een jongen van 15 kun je niet in de gevangenis stoppen, beseft de moeder, maar ze hoopt wel dat de jeugdrechter een voorbeeld zal stellen: ‘De schaamte moet van kant veranderen. Jongeren moeten leren dat er onlinerechten en onlineplichten zijn. Op sociale media speelt een soort cockpiteffect, zoals beschreven bij gevechtspiloten in de Tweede Wereldoorlog: je ziet je slachtoffers niet, vaak ken je ze niet eens persoonlijk. Je kunt ze dus volstrekt anoniem en zonder enige empathie bombarderen.’

Niet alleen beelden kunnen vernietigen, maar ook woorden, in de vorm van geruchten en toespelingen. Daarover getuigt Maria Isabel Villalobos, een Boliviaanse die met haar Belgische echtgenoot in Waver, in Waals-Brabant woont. Haar dertienjarige dochter Maeva pleegde op 13 januari 2020 op een zondagnacht zelfmoord, terwijl haar ouders en drie broers en zussen rustig lagen te slapen. ‘We waren die zondag nog allemaal samen naar de film gegaan. Ze had dat weekend ook een nieuwe tas in de solden gekocht, waarin we haar schoolspullen zondagavond hadden overgeladen’, vertelt Villalobos in haar zitkamer, waar grote foto’s en een geschilderd portret van haar overleden dochter hangen. ‘Die avond zat ze nog laat voor school te werken. Ik ben gaan slapen. Toen ik ’s ochtends vroeg opstond om voor iedereen ontbijt te maken en het licht aandeed, heb ik haar in de mezzanine gevonden.’

Ze moet hebben gedacht dat het nooit zou stoppen. Ze zag geen oplossing meer.

De moeder van de 14-jarige Maëlle, die zelfmoord pleegde

Niemand in het gezin wist hoezeer Maeva leed onder de onlinepesterijen van haar voormalige vriendengroep op school. ‘Achteraf hebben we vernomen dat er veel gedoe was met een jongen, met wie ze close was. Maar Maeva was een vrolijk, slim en supersociaal meisje. Ze hield van dansen, hing de clown uit in de klas en verstopte voor iedereen hoe slecht ze zich voelde. Pas na haar dood kregen wij, via mails, filmpjes en spraakberichten van vriendinnen die zich schuldig voelden omdat ze niets hadden gedaan om het pesten en de seksuele roddels te stoppen, een zicht op wat er was gebeurd. Zo kwamen we te weten hoe ze tot het allerlaatste moment haar vrienden had gesmeekt ermee op te houden.’ Op haar socialemediakanalen was Maeva, een tiener met lange, sluike bruine haren, die hield van mooie kleren en er wat ouder uitzag dan haar leeftijd, maandenlang voor vuile hoer, slet en erger uitgemaakt.

‘We wisten dat Maeva ruzie had met vriendinnen, maar niet hoe hard of in welke zin. Toch hebben we dat bij de school aanhangig gemaakt in november, maar die wuifde het weg’, zegt Villalobos. ‘Wat online gebeurde, vond de school niet haar verantwoordelijkheid. Bovendien was het heel lastig voor Maeva, want het kwam uit de hoek van haar eigen vrienden, en die wil je natuurlijk niet verklikken.’

Niet alleen de houding van de school, ook die van de politie liet volgens de ouders van het meisje te wensen over. ‘Pas zeven maanden na haar dood kregen we haar telefoon en tablet terug, zonder dat ze er iets mee hadden gedaan. Wij zijn zelf ook pas gehoord door de politie nadat we contact hadden gehad met de procureur des Konings.’

Alsof het verlies van hun dochter op zich nog niet ondraaglijk genoeg was, werden de ouders ook nog geconfronteerd met roddels en verzinsels over hun gezin op sociale media, verspreid door klasgenoten van Maeva in doorzichtige pogingen om zichzelf van alle verantwoordelijkheid vrij te pleiten. Huiselijke problemen zouden de oorzaak zijn van Maeva’s suïcide. Intussen heeft de politie het familiale hoofdstuk in het onderzoek zonder gevolg afgesloten, en spitst het onderzoek zich alleen nog toe op pesterijen.

Cultuuromslag

Onderzoekster Catherine Van de Heyning benadrukt dat ook de zogenaamde tweede verspreiders – mensen die een wraakpornofilmpje ontvangen en dat weer doorsturen – strafbaar zijn in België. ‘De wet maakt geen onderscheid tussen hen en de oorspronkelijke verspreider’, aldus de ondezoekster. ‘Iedereen die een wraakpornofilmpje ontvangt en vervolgens doorstuurt, pleegt een strafbaar feit. In theorie zou half Vlaanderen dus gestraft kunnen worden omdat ze de Eveline-filmpjes van de BV’s hebben doorgestuurd.’ Bovendien ligt de bewijslast in België bij de dader. Wie intieme beelden van anderen verspreidt, moet kunnen bewijzen dat hij of zij daarvoor expliciet toelating heeft gekregen.

Een veelvoorkomend probleem bij het daadwerkelijk vervolgen van daders, als slachtoffers al de moed vinden om bij de politie een klacht in te dienen, is bewijsmateriaal. ‘Mijn belangrijkste advies aan slachtoffers van wraakporno is om zo veel mogelijk screenshots te nemen van de beelden die circuleren en van de beledigingen die je online te verduren krijgt’, zegt Olivier Bogaert van de federale politie. ‘Slachtoffers hebben vaak de neiging om die zo snel mogelijk te deleten. Ze komen dan wel een klacht indienen, maar zonder screenshots kunnen we ons geen goed beeld vormen van de beschadigingsoperatie die aan de gang is.’

Tegelijk leert de ervaring dat beelden doorgaans niet eeuwig circuleren. ‘Het gaat vaak relatief snel weer liggen’, zegt Van de Heyning. ‘Veelal worden jongeren die het meemaken inderdaad enkele maanden gepest, maar vaak is het daarna voorbij. Dat is natuurlijk héél moeilijk om aan een tiener uit te leggen, want op dat moment is dat allesoverheersend, en op die leeftijd lijkt een maand een eeuwigheid. Maar de tijd dat je er nog jarenlang bij elke sollicitatie mee werd geconfronteerd, is voorbij. Hoe cru het ook klinkt: de buitenwereld vergeet die beelden sneller dan het slachtoffer.’

Er wacht politiediensten een heuse uitdaging om hun aanwezigheid op platforms waar naaktbeelden worden gedeeld op te voeren, al was het maar om te sensibiliseren. Momenteel is een groot deel van het internet immers het Wilde Westen. Jongeren lijken zich wel steeds vaker tegen wraakporno te wapenen. Met name door ervoor te zorgen dat beide partijen beelden van hun sextingpartner in hun bezit hebben, wordt gehoopt op een soort wederzijds afschrikeffect. Van de Heyning benadrukt dat een betere vervolging sowieso geen wonderoplossing is. ‘Een groot deel van de oplossing zal maatschappelijk zijn’, voorspelt ze. ‘Wie vandaag wraakporno verspreidt, wordt daar nauwelijks op aangesproken. Het moet duidelijk worden dat dit echt niet kan. Daders zouden sociaal in de ban moeten worden gedaan. En ook hier geldt de boodschap die bij #MeToo zo vaak wordt gebruikt: educate your sons. ‘

Lisa Geudens benadrukt dat ze met haar getuigenis niet op zoek is naar medelijden. ‘Wat er met mij is gebeurd, is enorm kut en heel stom, maar ik heb niets verkeerds gedaan. Ik heb intieme beelden in vertrouwen naar iemand gestuurd, en die heeft daar misbruik van gemaakt. Het is zijn schuld. Ik heb niets gedaan waarover ik me moet schamen. Wat ik heb meegemaakt, maken duizenden jongeren elk jaar mee. Ik wil laten zien dat dit mijn leven niet bepaalt

* Lore is een schuilnaam.

Denk je aan zelfmoord en heb je behoefte aan een gesprek, dan kun je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be.

EERSTE HULP BIJ ONLINE SEKSUEEL GEWELD

1. Contacteer de verspreider van de beelden en vraag om ze offline te halen.

2. Signaleer het probleem bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). Zij kunnen helpen om de beelden verwijderd te krijgen. Alle info: www.igvm-iefh.belgium.be

3. Neem contact op met de website die de beelden verspreidt. Het IGVM heeft ook een onlinehandleiding over hoe u zelf aan de slag kunt gaan.

4. Als uw beelden vindbaar zijn via Google, kunt u een vergeetverzoek indienen.

5. Verzamel zo veel mogelijk bewijs. Maak screenshots van chatgesprekken, apps of websites waar uw beelden staan. Zorg ervoor dat de URL zichtbaar is.

6. Neem contact op met de politie en doe eventueel aangifte. Het IGVM voorziet gratis in juridische bijstand.

7. Zoek steun. Praat erover met vrienden/familie/een vertrouwenspersoon.

8. Minderjarige slachtoffers kunnen contact opnemen met Child Focus via 116 000. U kunt ook chatten of bellen met de jongerenfoon Awel (102).

9. Besef dat u niets fouts hebt gedaan. Niemand heeft het recht uw beelden zonder toestemming te verspreiden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content