Minister Van Quickenborne over seksueel strafrecht: ‘Justitie moet veel empathischer worden’

VINCENT VAN QUICKENBORNE: 'We mogen als samenleving niet meer tolerant zijn jegens seksueel geweld.' © ID/Photo Agency

Strengere straffen, een aangepast begrippenkader, het strafbaar stellen van zaken als stealthing en spiking, een zedenhond die sperma kan opsporen: minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wil het seksueel strafrecht en de vervolging van seksueel geweld de 21e eeuw binnenloodsen.

De nakende hervorming van het seksueel strafrecht is minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) heel dierbaar. Dat wil hij bij de start van dit gesprek nog eens benadrukken. ‘Marit, een medewerkster van me die heeft meegeschreven aan het wetsontwerp seksueel strafrecht, is zelf bijna het slachtoffer van een verkrachting geworden. Dat heeft me persoonlijk hard geraakt. Ook in de samenleving leeft het thema heel sterk. Daarom zijn we met het wetsontwerp zo snel mogelijk naar de Kamer getrokken, waar de bespreking nu is gestart.’

Wat zijn de kernpunten van de hervorming?

Vincent Van Quickenborne: Het seksueel strafrecht dateert uit 1867 en bevat veel verouderde definities. Neem die zaak in Veurne, waarbij een man die onder de rok van een vrouw had gekeken toch vrijuit ging. De rechter oordeelde toen dat er geen sprake was van voyeurisme omdat de lichaamsdelen van het slachtoffer niet waren ontbloot. Dat oude wetboek moest dringend worden aangepast. Het begrip ’toestemming’ wordt voortaan de rode draad door de behandeling van alle zaken met betrekking tot seksueel geweld. Zodra er geen toestemming is, is er sprake van een seksueel misdrijf. En die toestemming kan bovendien op elk moment worden ingetrokken.

Ook de strafmaten zijn ontoereikend. De maximumstraf voor verkrachting is nu vijf jaar. Dat wordt tien jaar, maar als er verzwarende omstandigheden zijn, bijvoorbeeld als het slachtoffer jonger is dan 16, kan de straf oplopen tot dertig jaar. Verder zullen we voor de eerste keer alternatieve straffen zoals verplichte begeleiding kunnen opleggen. Algemeen verwacht ik dat daders van seksuele misdrijven zwaarder zullen worden gestraft, ook bij feiten die vroeger min of meer ongemoeid werden gelaten. Als iemand vandaag wordt aangerand én de gsm van die persoon wordt gestolen, dan is de straf voor de diefstal groter dan die voor de aanranding – stel je voor. Dat zal veranderen. Iets als stealthing, waarbij iemand stiekem een condoom afdoet tijdens seksueel contact, zal ook strafbaar zijn.

Het begrip ’toestemming’ wordt de rode draad door de behandeling van alle zaken met betrekking tot seksueel geweld.

57 procent van de klachten in zedenzaken wordt geseponeerd, aldus het parket, vooral wegens gebrek aan bewijzen. Wat kunt u daaraan doen?

Van Quickenborne: In zedenzaken is het vaak woord tegen woord. Met het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) en het parket van Antwerpen hebben we Code 37 (genoemd naar de code die parketten hanteren voor zedendelicten, nvdr) ontwikkeld. Dat is een interessant proefproject dat het onderzoek naar bewijzen danig probeert te verbreden. Klassiek doet men spermaonderzoek, maar vaak levert dat niets op. Met Code 37 zijn er alternatieve onderzoeksmethoden ontwikkeld. Huidschilfers onder de nagels worden onderzocht, net als sporen van speeksel of blauwe plekken, dus alles wat erop kan wijzen dat er geen toestemming was. Daardoor is het aantal veroordelingen sterk gestegen.

In verkrachtingszaken zijn er drie categorieën. Dossiers met een onbekende dader, dossiers waarbij wordt betwist dat er seksueel contact heeft plaatsgevonden, en dossiers waarbij de vermoedelijke dader toegeeft dat er seksueel contact is geweest, maar wel met toestemming. Dankzij het aanvullende onderzoek in het Code 37-project is het aantal veroordelingen in de eerste categorie van 11 naar 36 procent gestegen, in de tweede van 20 naar 36 procent en in de derde van 11 naar 24 procent. Opmerkelijk betere cijfers dus. We zullen bij het parket 15 extra mensen in dienst nemen om die werkwijze over het hele land uit te rollen, te beginnen in Brussel.

Daarnaast leveren andere verhoortechnieken betere vervolgingsresultaten op. Als minderjarigen vandaag ergens getuige van zijn, krijgen ze een audiovisueel in plaats van een klassiek verhoor. We zullen die mogelijkheid uitbreiden naar kwetsbare meerderjarigen. In de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) wordt al op die manier verhoord en dat werkt heel goed. Het slachtoffer hoeft haar of zijn verhaal zo maar één keer te doen en je vermijdt een rechtstreekse confrontatie tussen slachtoffer en dader. Bovendien gaat een verdachte die met videobeelden wordt geconfronteerd veel sneller tot bekentenissen over. Verder beschikt de politie sinds een aantal weken over een zedenhond die sperma kan detecteren, want vaak weet een slachtoffer niet meer precies waar de feiten hebben plaatsgevonden. De hond kan dan op zoek gaan naar sporen. Dat levert in Noorwegen uitstekende resultaten op.

De laatste weken worden sociale media overspoeld door getuigenissen van jonge vrouwen over seksueel geweld in het nachtleven, met name in Gent en Brussel. Wat kan de nieuwe wet daartegen doen?

Van Quickenborne: We maken een maatschappelijke omslag mee. #MeToo heeft daartoe bijgedragen, en ook de nieuwe strafwet kan een belangrijke rol spelen. We laten er als samenleving mee zien wat onze normen en waarden zijn, en wat we absoluut niet tolereren. Meewarige reacties zoals ‘ze had wel een kort rokje aan’, horen we gelukkig minder vaak. Al laten de vele incidenten in cafés zien dat sommigen nog veel te makkelijk wegkomen met ontoelaatbaar gedrag. Het is aan Horeca Vlaanderen om horecapersoneel en buitenwippers aangepaste opleidingen te geven, zodat iedereen in het nachtleven seksueel geweld ernstig gaat nemen. Horecamedewerkers kunnen er ook voor zorgen dat, als er een klacht wordt ingediend, meteen bewijsmateriaal wordt verzameld. En waarom zouden ze in cafés niet werken met stickers met opschriften als ‘Hier wordt seksueel geweld niet geduld’ of ‘Handen af’? Justitie kan maar een deel van het antwoord bieden. We mogen als samenleving niet meer tolerant zijn jegens seksueel geweld.

Er is ook veel te doen rond spiking. Daarbij worden slachtoffers gedrogeerd, vaak door middel van een verdovend middel in een drankje, waarna ze worden verkracht. Hebben we zicht op de omvang van dat fenomeen?

Van Quickenborne:Spiking is geen nieuw fenomeen. Vroeger gebruikten daders vooral het slaapmiddel Rohypnol, vandaag is dat vloeibare xtc. Uit cijfers van het ZSG in Brussel blijkt niet dat spiking toeneemt, maar er is wel meer aandacht voor. We zullen het in de nieuwe strafwet als verzwarende omstandigheid opnemen, niet alleen bij verkrachting, maar ook bij de aantasting van de seksuele integriteit – bijvoorbeeld als een dader iemand iets toedient om die persoon vervolgens te betasten. De straf daarvoor kan oplopen tot 15 jaar. In het oude strafrecht geldt spiking niet eens als een verzwarende omstandigheid.

Slachtoffers van verkrachting van wie de klacht is geseponeerd, hebben het vaak moeilijk met de manier waarop het parket communiceert. Maandenlang horen ze niets, en ineens krijgen ze een kurkdroge brief.

Van Quickenborne: Ik ken zulke standaardbrieven. We moeten ze personaliseren en opstellen in een taal die mensen begrijpen. Veel belangrijker nog is samenwerken met de dienst slachtofferonthaal. Zo maakt procureur van Halle-Vilvoorde Ine Van Wymersch er een erezaak van om bij geseponeerde zaken met betrekking tot seksueel geweld aan het slachtoffer uit te leggen dat de seponering niet noodzakelijk betekent dat er niets is gebeurd. Daarna nodigt ze het slachtoffer uit om langs te gaan bij de dienst slachtofferonthaal, waar een en ander wordt toegelicht. Die goede praktijk zou ik ook willen zien in de andere parketten. Ik weet dat het voor veel slachtoffers heel moeilijk is als de dader niet wordt gevonden of er te weinig bewijsmateriaal is. Zij zijn voor de rest van hun leven getekend, de daders ontspringen de dans. Justitie moet op dat gebied veel empathischer worden.

Vincent Van Quickenborne

— 1973: geboren in Gent

— Studeerde rechten aan de KU Leuven

— Titelvoerend burgemeester van Kortrijk

— Sinds oktober 2020 vicepremier en minister van Justitie voor Open VLD in de regering-De Croo

Partner Content