Mensenrechtenhof buigt zich over verzoek gezin uit Aleppo

Archiefbeeld van de belegerde Syrische stad Aleppo

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens buigt zich woensdag over het verzoek van een gezin uit het Syrische Aleppo dat tevergeefs had geprobeerd een humanitair visum voor ons land te krijgen. Elf andere landen hebben gevraagd te mogen tussenkomen in de procedure, terwijl zeven ngo’s hun standpunten hebben uiteengezet.

De poging van het Syrische gezin bracht enkele jaren geleden een polemiek teweeg. Terwijl hun thuisstad Aleppo door oorlog verscheurd was, hadden de ouders op 22 augustus 2016 in het Belgisch consulaat in Beiroet (Libanon) een humanitair visum voor kort verblijf voor zichzelf en hun twee minderjarige kinderen gevraagd, om in ons land asiel aan te vragen. Dat werd geweigerd door de Dienst Vreemdelingenzaken.

Wat volgde was een opeenvolging van juridische procedurestappen. In eerste instantie veroordeelde een rechter de overheid tot een dwangsom van 4.000 euro per dag zolang het gezin geen visum kreeg. Uiteindelijk bleek in maart 2017 dat ons land geen visum moest afleveren omwille van een procedurefout. De advocaten van het gezin hadden nagelaten een beroepsprocedure op te starten na de eerste weigering van de DVZ.

Het gezin besliste daarop naar het EVRM in Straatsburg te stappen. Het houdt vol dat het door België zonder mogelijkheid op beroep in een situatie is gehouden die indruist tegen artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat verbiedt dat iemand wordt onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.

Toenmalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) bleef steevast weigeren de visa af te leveren. Volgens Francken gaat het om een wel erg verregaande interpretatie van het artikel 3. Bovendien argumenteerde hij dat hierdoor de grenzen van de Schengenzone zouden worden verlegd naar elk consulaat of elke ambassade in de wereld.

Hij gaf indertijd aan dat hij zijn Europese collega’s zou oproepen zich bij ons land aan te sluiten. Uiteindelijk kregen elf andere landen toestemming om tussen te komen in de procedure: Oostenrijk, Denemarken, Kroatië, Frankrijk, Duitsland, Letland, Noorwegen, Tsjechië, Slovakije, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Maar ook verschillende andere organisaties kregen toestemming tussen te komen. Het gaat veelal om mensenrechtenorganisaties en advocatenordes. Zij voeren onder meer aan dat de Europese landen verantwoordelijk zijn ten opzichte van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens voor de gevolgen buiten hun grondgebied van hun daden of nalatigheden.

Voor een aantal onder hen toont het recente dossier rond de mogelijke fraude met humanitaire visa aan dat er nood is aan duidelijke criteria in de wet en aan meer transparantie en democratische criteria door de invoering van een onafhankelijke commissie die bevoegd wordt voor de toekenning van de visa.

De zitting woensdag start om 9.15 uur. Wanneer het arrest valt, is nog niet bekend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content