Marc Leemans (ACV) doorbreekt zijn stilzwijgen: ‘Er is enorm veel geld verkwist’

© foto Dieter Telemans
Simon Demeulemeester

Marc Leemans spreekt voor het eerst sinds de verkiezingen. Naar aloude gewoonte neemt de ACV-voorzitter geen blad voor de mond. ‘Er zijn geen goed functionerende democratieën zónder middenveld.’

Na de verkiezingen van 26 mei bleef hij opvallend stil. Dat was vreemd, want Marc Leemans was een van de luidruchtigste critici van het beleid van de regering-Michel. ‘Sociale horror’, daarover had hij het. Het leverde hem voorspelbare kritiek op van de regeringspartijen. Ook van de CD&V, waarmee zijn vakbond een ‘bevriende relatie’ heeft. En zelfs van CD&V’ers die zich rekenen tot ‘de beweging’: de christelijke arbeidersvleugel.

Nu N-VA, CD&V en Open VLD in Vlaanderen werken aan een heruitgave van de centrumrechtse Zweedse coalitie, onder leiding van formateur Jan Jambon (N-VA), acht de ACV-voorzitter de tijd rijp voor enkele signalen naar de politiek. Opvallend: in volle gelehesjestijd gaat Leemans pal achter de klimaatbetogers staan. Maar eerst willen we van hem weten hoe hij de verkiezingsuitslag analyseert. ‘Verwacht niet dat ik het over een “signaal van de kiezer” zal hebben’, zegt Leemans in zijn bureau. ‘Meestal is dat hooguit iets waar politici even voor stoppen – waarna ze weer vijf jaar lang door het rood rijden.’

Was u verrast door de verkiezingsuitslag?

Marc Leemans: Niet door de afstraffing van de regeringspartijen. Het ongenoegen voelden we overal borrelen, al vanaf het begin. Maar dat de reactie zó hard zou zijn? Dat hadden we niet verwacht. Het zal u misschien verbazen, maar gelukkig maakt me dat niet. Zo cynisch ben ik niet.

Als bedrijven moeten verdwijnen door het klimaatprobleem, zullen we over stevige reconversieplannen onderhandelen.

Hebt u voor een centrumpartij gestemd?

Leemans: Dat zijn mijn zaken.

We vragen of u voor een centrumpartij hebt gestemd. Niet eens of dat de CD&V was.

Leemans: Ach, hoe relevant is mijn stem? Ik ben maar één van de 8 miljoen stemgerechtigde Belgen.

Uw stem zegt wel hoe de christelijke vakbond kijkt naar de CD&V.

Leemans: Dat is iets anders. Van bij de aanvang was toch duidelijk dat wij het regeerakkoord onevenwichtig rechts vonden? Een grote groep vakbondsmensen voerde al actie op het CD&V-congres over de regeringsdeelname. Op ons eigen congres in 2015 hebben we aangekondigd dat we vijf jaar in het verzet zouden gaan. Onze kritiek kan dus nooit als een verrassing gekomen zijn.

Waarom zijn de vakbonden en de regering-Michel meteen zo hard gebotst?

Leemans: Door de provocaties van de regering, natuurlijk. Ze trok meteen de pensioenleeftijd op, zelfs al stond dat in geen enkel verkiezingsprogramma. Dan kwam de commotie over de zware beroepen en dan de indexsprong. In oktober 2014 hebben wij 120.000 mensen op straat gebracht. Weet u hoelang de vakbondsleiding toen is ontvangen door het kernkabinet? Twintig minuutjes. Een verplicht nummer. De sfeer was niet bepaald vriendschappelijk. En dat is nadien niet verbeterd.

Erkent u dat de CD&V tenminste heeft geprobeerd om het sociale gelaat te zijn van deze regering?

Leemans: Zeker. Maar het is de verantwoordelijkheid van de partij dat ze in deze onevenwichtig rechtse regering is gestapt. Hoogstens om hier en daar wat te corrigeren hebben de CD&V-ministers vijf jaar lang moeten knokken. Scoren doe je daar niet mee. Dat is enorm frustrerend voor hen, zeker, maar ook voor wie toekijkt en meer rechtvaardigheid verlangt.

Begrijpt u dat binnen de CD&V onvrede leeft over ‘de ondankbaarheid’ van het ACV?

Leemans: Wij zijn toch geen aanhangsel van de CD&V? We hebben er een bevriende, bevoorrechte relatie mee, en dat willen we graag zo houden. Maar dat betekent niet dat we kritiekloos naar het beleid kijken. Onze loyaliteit slaat uitsluitend op ónze standpunten.

En mag ik er ook op wijzen dat wij geen mopperende stuurlui-aan-wal zijn? Het ACV is vijf jaar lang in de mast gekropen, hè. In december 2014 – na de grote betoging, na drie provinciale stakingen, na een nationale staking – gaven we de aanzet voor het akkoord met de werkgevers over de ‘eindeloopbanen’. (nadrukkelijk) Om te corrigeren wat de regering veel te snel wilde doorduwen. In februari 2015 hebben we een interprofessioneel akkoord gesloten – zonder het ABVV, by the way. Wíj hebben onze nek uitgestoken. In oktober sloten we een akkoord over de rendementsgarantie voor de tweede pensioenpijler. We zijn akkoorden blijven sluiten in 2016, 2018 en 2019, opnieuw zonder het ABVV. Dat ze dus niet komen zeggen dat het ACV zijn verantwoordelijkheid niet neemt.

Dehaene en Martens verlangden in ruil voor indexsprongen inspanningen van de werkgevers. Michel heeft dat niet gedaan.

Was u betrokken bij het onderzoek van de ’twaalf apostelen’, de interne werkgroep die de CD&V na de verkiezingsnederlaag heeft doorgelicht?

Leemans: Ik ben gehoord, samen met Peter Wouters van Beweging.net en Luc Van Gorp van de Christelijke Mutualiteit (CM). Ik heb in dat gesprek geen wrevel of frustratie geproefd.

Het eindrapport van de werkgroep is besproken op de fractiedagen van de CD&V. U hebt het intussen ook ingekeken. Wat vindt u ervan?

Leemans: Ik spreek me niet uit over de doorlichting van de partijwerking. Ik lees wel iets zeer belangrijks en positiefs in het rapport: dat de hand opnieuw uitgestoken wordt naar het middenveld. De federale regering luisterde alleen naar het patronale middenveld, met een enorm budgettair probleem tot gevolg. Er zullen dus pijnlijke maatregelen volgen. Die lasten moeten eerlijk en rechtvaardig verdeeld worden, en dat kan alleen als je naar het sociale middelveld luistert.

Hoeveel verkozenen hebt u eigenlijk nog?

Leemans: U bedoelt: federale politici die zich tot ‘de beweging’ rekenen? Ik denk zowat de helft van de CD&V-parlementsleden. Maar u moet dat nuanceren. Parlementariërs stemmen over regeringsvoorstellen op basis van partijtucht. Je kunt je dus afvragen: wat heb je aan zogenoemde ‘bevriende’ parlementsleden als die tucht toch alles bepaalt?

En de particratie gaat ver. Kijk naar de vorige regering, die van Elio Di Rupo (PS). Volgens bedrijfsleiders was dat een ‘marxistische belastingregering’. Alle coalitiepartners zeiden voor de verkiezingen van 2014 dat ze met die regering verder wilden. De coalitie, die al een comfortabele meerderheid had, had nog één zetel meer na de verkiezingen. En toch vormden de partijvoorzitters er een andere.

Hebt u heimwee naar de regering- Di Rupo?

Leemans: Toch naar een regering die ervoor openstaat dat het middenveld haar rol speel. Dat liep ook met de regering-Di Rupo niet van een leien dakje, maar de regering-Michel heeft de werkgevers helemaal in een zetel gezet. Erg vaak zeiden die openlijk: ‘Gaan jullie niet akkoord? Geen probleem. Dan regelen we het wel met de regering, onder ons.’

U wilt nu signalen naar de politiek uitsturen. Welke?

Leemans: Er zijn vijf urgente zaken. Ten eerste: de begroting. Daarin zit nu een gat vanjewelste: 12 tot 13 miljard euro, alsjeblieft. Je kunt dat alleen vullen met fiscale rechtvaardigheid. Dat is ons beloofd bij het begin van de regeerperiode – maar ook hier: woordbreuk.

Tweede punt: loon naar werken. Als een gewone werknemer met een brutoloon van 2000 euro een opslag van 100 euro bruto krijgt, houdt hij daar 18 euro netto aan over. Dat is een belastingaanslag van 82 procent! Bovendien is die grote belastingdruk ongelijk verdeeld. Er zijn heel wat mensen die 1800 euro netto verdienen. Wat moeten die ervan denken dat de opvolger van Proximus-ceo Dominique Leroy, die vorig jaar een basisloon van 523.000 euro had, nog meer zal krijgen?

Strijdpunt drie is onze sociale zekerheid.

Deze zomer bleek daar een gat van 1,5 miljard euro in te zitten.

Leemans: Dat is de échte Zweedse erfenis: de regering-Michel heeft een inkomensprobleem gecreëerd in de sociale zekerheid. Alexander De Croo (Open VLD) en N-VA-voorzitter Bart De Wever hebben het verklaard in interviews: als het probleem in de sociale zekerheid groot genoeg wordt, móéten we er wel in snijden. Dat hebben ze voor elkaar gekregen. Door de werkgeversbijdrage van 33 naar 25 procent te verlagen. Dat is diefstal van de gewone mensen. Die bijdrage moet dienen voor hun pensioen, werkloosheids- of ziekte-uitkering. Ook de systemen waarop geen bijdragen meer worden betaald, zoals de flexi-jobs en de indexsprongen, zijn funest.

Als in Jemen een kind sterft door een kogel uit Herstal is dat de verantwoordelijkheid van de wetgever, niet die van de werknemers van FN.

Dat moest onze economie toch zuurstof geven?

Leemans: Al die maatregelen en de taxshift zouden zogezegd leiden tot jobs, jobs, jobs. Jammer genoeg voor deze regering lees ik Knack. De Gentse economieprofessor Gert Peersman heeft in uw blad haarfijn uitgelegd dat dat allemaal geen 230.000 maar slechts 30.000 jobs heeft opgeleverd. Er is enorm veel geld verkwist aan mensen die het niet nodig hadden.

Jean-LucDehaene en Wilfried Martens (CD&V) verlangden in ruil voor indexsprongen inspanningen van de werkgevers. Charles Michel (MR) heeft dat niet gedaan, met als gevolg: meer armoede en afdankingen en niet overal een betere concurrentiepositie. De afgelopen vijf jaar hebben wij het verwijt gekregen dat we overdrijven, nu krijgen we gelijk. Ik beleef daar absoluut geen plezier aan.

Wat zijn uw laatste twee aandachtspunten?

Leemans: Punt vier: kwaliteit van werk. Onder druk van de werkgevers is werkbaar werk vooral wendbaar werk geworden: meer flexibiliteit en meer overuren; tijdskrediet en landingsbanen zijn ingeperkt. Maar mensen zijn geen machines die je almaar langer en harder kunt doen werken.

Klimaat is punt vijf. De klimaatjongeren zijn door rechts gebasht, en dat wordt almaar extremer. Ik weet niet wat de oplossingen zijn, ik weet alleen dat we die samen moeten zoeken én dat ze pijn zullen doen. Het gaat verder dan salariswagens: we moeten ons hele economische systeem aanpassen. Dat soort transitie is nooit eenvoudig, maar wij hebben er expertise in. Toen de steenkoolmijnen, de staalfabrieken of Opel, Ford en Renault werden gesloten, zijn wij ook opgekomen voor de betrokken werknemers: we hebben over stevige reconversieplannen en financiële enveloppes onderhandeld. Dat zal niet anders zijn als bedrijven moeten verdwijnen door het klimaatprobleem.

Moet u niet ook een morele rol opnemen? Waarom maakt u geen reconversieplan voor FN Herstal, een bedrijf dat wapens produceert waarmee in Libië en Jemen mensen worden afgeslacht?

Leemans: Een ideale wereld zonder wapens zullen wij niet meer meemaken. De productie ervan is ook niet per se immoreel. Politie en leger hebben ze nodig. Wapens leveren aan foute regimes is wél onverdedigbaar. Dat is de verantwoordelijkheid van de wetgever: als in Jemen een kind sterft door een kogel uit Herstal is dat zijn verantwoordelijkheid, niet die van de werknemers van FN.

Maakt u het zich niet te gemakkelijk, nu?

Leemans: Wilt u dan dat een vakbond het land bestuurt?

U niet dan, in het diepst van uw gedachten?

Leemans:(lacht) Nee. Een vakbond is geen politieke macht, het is een tegenmacht. We hebben net zoals academici en de media uitgesproken ideeën over het beleid. Ik sprak onlangs een academicus die een wat gedurfd standpunt had gepubliceerd. Binnen de kortste keren kreeg hij een kwade telefoon van een kabinet. Dat is de sfeer. Het middenveld staat onder druk omdat het derangeert met harde en ongemakkelijke waarheden. Wel, daar moeten politici maar mee leren omgaan. Zo werkt democratie.

Kent u goed functionerende democratieën zónder middenveld? Ik niet. In landen zonder middenveld gebeuren heel rare en lelijke dingen.

Marc Leemans

1961: geboren in Steenhuffel

– Studie maatschappelijk adviseur aan het Hoger Instituut voor Sociaal en Kultureel Werk, de Arbeidershogeschool in Anderlecht

1983-1996:medewerker ACV-beroepscentrale Energie en Chemie

1996-1999: Nationaal secretaris van de ACV-beroepscentrale Energie en Chemie

– 1999: Nationaal secretaris van het ACV

– Sinds 2012: ACV-voorzitter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content