‘Plots werd ze zo kwaad dat ze haar bord op mij stuksloeg’

Ook mannen kunnen het slachtoffer zijn van psychologisch, economisch, fysiek en seksueel geweld. Maar omdat het taboe groot is, durven weinig mannen ermee naar buiten te komen. Drie mannen vertellen hun verhaal.

Thomas ”s Nachts sliep ik op de rand van het bed. Durfde ik me te verroeren, dan sloeg ze me’

– leeftijd: 37

– architect

– drie jaar geleden gescheiden

– heeft intussen nieuwe relatie

‘Ik zal nooit onze eerste ontmoeting vergeten. Ik had haar toegevoegd op Facebook, omdat we veel gemeenschappelijke vrienden hadden. Ze stuurde me een berichtje, we begonnen te chatten. We hadden dezelfde interesses, merkte ik. Kunst, literatuur… Dezelfde kijk op het leven.

Een paar weken later spraken we af. Het contact was betoverend. Het was alsof ik haar al mijn hele leven kende. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. We beleefden een magische nacht van praten, rondwandelen en herkenning. Elke ontmoeting was bijzonder en intens. Ik leerde haar beter kennen. Ze vertelde me over haar getroebleerde thuis. Ik begreep hoe ze zich voelde, ook ik groeide op in een koud gezin met een dominante vader.

Onder het magisch-perfectionisme dat ze projecteerde, schuilde een zwaar minderwaardigheidscomplex. Ze had voortdurend behoefte aan aandacht. Als ik even niet bereikbaar was, stortte ze zich meteen op een andere aanbidder. Ik zag wel waar dat vandaan kwam, dus ik zei er niets over. Het was ook duidelijk dat ze aan anorexia leed. Ze at weinig, wilde enkel iets eten als ik meer at. Ze kookte voor me, en keek toe terwijl ik at, tot alles op was. En ze had voortdurend last van migraines. ’s Nachts sliep ik op de rand van het bed. Durfde ik me te verroeren, dan sloeg ze me. Elke beweging die ik maakte, was volgens haar de oorzaak van haar migraine. Al vond ik haar perfectionisme bewonderenswaardig, het was duidelijk waar die migraines vandaan kwamen. Ik moedigde haar aan om los te laten. Soms boekte ik kleine overwinningen. Waren er ontspannen dagen. Dat stelde me gerust.

Voor de buitenwereld waren we het perfecte koppel. En ondanks sommige moeilijke periodes ervoer ik wat we hadden nog steeds als uitzonderlijk. We trouwden. En toen keerde het tij. Haar destructieve neigingen werden steeds duidelijker. Ze kon niets van me verdragen. Uiteindelijk werd het ondraaglijk om ’s nachts naast haar te liggen, steeds vaker ging ik op de zetel slapen. Woedend was ze, ze begon zich te wreken. Fysiek, maar ook psychologisch. Begon me leugens op de mouw te spelden. Maar als ik haar ermee confronteerde, ontkende ze glashard.

Op een dag werd ik onwel. Ik lag op de vloer van ons appartement naar adem te happen, kon niet spreken. Ze kwam voor me zitten en keek. Ze reageerde niet, ondernam niets. Dat ik haar duidelijk moest maken dat ik hulp nodig had, vond ik vreemd. Had ze dan geen empathie? Steeds vaker betrapte ik haar erop dat ze spelletjes speelde, begon ik te zien dat ze dat eigenlijk altijd al had gedaan. Als ik langer dan twee uur van huis was, kreeg ze migraine. Werkte ik samen met een vrouw, dan sprak ze een week niet tegen me. In de drie jaar dat we samen waren, saboteerde ze bijna al mijn afspraken. Zelf wilde ze wel alle ruimte om af te spreken met ex-vriendjes, en ik gunde haar dat. Toen ze merkte dat ze nog iets voelde voor een van hen, gooide ze alles wat los en vast zat in huis naar mijn hoofd. Ook dat was blijkbaar mijn schuld.

Op een dag vond ik haar dagboek opengeslagen op de kast. Mijn oog viel op een passage over mij. Dat ik haar had proberen te vermoorden. Ik was er kapot van. Ik stuurde een foto van die passage naar onze relatietherapeut. ‘Wat moet ik hiermee doen?’, vroeg ik hem. ‘Ermee stoppen’, antwoordde hij. ‘Het zal alleen maar erger worden.’

Zelfs toen hoopte ik nog dat het goed zou komen. Ik schreef haar lange liefdesbrieven, kreeg even mooie antwoorden terug. Eigenaardig genoeg was dat het moment waarop ik besefte hoe fout het zat. Dat ze me aan het terroriseren was. Ik heb meteen de scheiding aangevraagd, maar stootte op veel onbegrip van de omgeving. Van de drie vrienden aan wie ik mijn verhaal deed, haakten er twee af. De derde had iets soortgelijks meegemaakt.

Hoe het zover is kunnen komen? Op het moment dat ik haar leerde kennen, ervoer ik een gevoel van herkenning. Ik weet nu dat wat ik toen beleefde als ’thuiskomen’ ook letterlijk zo was. Als je idee van hechting gevormd is door een vader met psychopathische neigingen, dan is het niet zo vreemd dat je dat patroon herhaalt in je partnerkeuze. Gelukkig is mijn huidige vriendin helemaal anders. Zij is open en warm, ervaart de wereld niet als een vijandige plek. Haar liefde werkt helend.’

Tony’Als man word je niet ernstig genomen als je aangifte doet van mishandeling’

– leeftijd: 46

– voormalig dokwerker, invalide

vader van drie kinderen

Had twee jaar een relatie met een Filipijnse vrouw die hem psychologisch en fysiek mishandelde, en hem bestal.

‘In 2006 werkte ik aan de haven. Via collega’s ontmoette ik een Filipijnse vrouw, wier moeder al twintig jaar in België woont. Tijdens een vorige relatie was ze mishandeld, vertelde ze me. Toen we drie maanden samen waren, werd ze agressief. Ze zou mij doen boeten voor wat haar was aangedaan. Ik lachte het aanvankelijk weg. Tot ze me begon aan te vallen. Schelden, roepen, slaan. Onder invloed van drugs en alcohol werd ze sadistischer in haar mishandelingen. Alles was een wapen, messen, vorken, schroevendraaiers. Met een stok sloeg ze de kronen uit mijn mond. Ze zou me vergiftigen, zei ze. Een tijdlang durfde ik thuis niets eten.

Als ik iets aan iemand zou vertellen, of haar verliet, zou ze mijn kinderen vermoorden, dreigde ze. Mijn kinderen woonden toen deeltijds bij mij, dat had ik net verkregen via de rechtbank. Dat ik hen weer zou verliezen maakte me angstig. Ik bezwoer haar mijn kinderen met rust te laten, maar durfde haar niet te verlaten. Ik raakte geïsoleerd van familie en vrienden. Intussen bleef ze me mishandelen. Na een jaar heb ik hulp gezocht. We gingen praten met een CAW-consulent, zowel samen als individueel. Nadien hebben ze me gewaarschuwd: zij was extreem borderline en zou me vermoorden. Maar concreet konden ze me niet helpen. Ze weten niet wat ze aanmoeten met mannen in mijn situatie.

Op een avond in 2008 liep het inderdaad uit de hand. Ze zat met een mes achter me aan, het draaide uit op een gevecht op leven en dood. Mijn kinderen, die er toen waren, wisten dat ze in geval van geweld de gsm moesten nemen, naar buiten lopen, de politie en hun moeder bellen. Dat hebben ze ook gedaan. Toen de politie arriveerde, veranderde mijn vriendin van rol. We waren nog steeds aan het vechten, ze lag op dat moment op mij. Ze liet zich vallen, en speelde dat ze het slachtoffer was. Het ergste was: men geloofde haar. Uiteraard heb ik mijn versie van het verhaal verteld aan de politie, net als mijn kinderen. Maar ze aanvaardden het niet. Ik werd uit mijn eigen huis gezet, mocht niet meer in haar buurt komen. Ik kon nergens heen. Ik ging bij allerlei instanties aankloppen, maar een vluchthuis voor mannen bestond toen nog niet. Ik belandde op straat.

Een paar maanden later liet ze me weten dat ze het huis had leeggemaakt, alles in mijn vrachtwagen geladen en was vertrokken. Ik belde de verzekering, liet de nummerplaat schrappen, de vrachtwagen werd opgegeven als gezocht. Door een administratieve fout werd dat bericht niet doorgegeven naar andere districten. De vrachtwagen kreeg motorpech. Ze liet hem onbewaakt achter, een misdrijf waar ik uiteindelijk voor werd veroordeeld. Ik heb dat vonnis aangevochten, en gewonnen. Maar intussen was ik met een depressie opgenomen in de psychiatrie. Toen ik eindelijk de vrachtwagen kon ophalen in Aarschot, bleek die inclusief inboedel – onterecht – verkocht. Die zaak loopt nog steeds.

Intussen betaal ik ook de schade af die ze veroorzaakte aan het huis dat ik huurde. Alles bij elkaar geteld gaat het over 75.000 euro. Mijn ex is intussen teruggestuurd naar de Filipijnen, dus ik moet dat bedrag zelf ophoesten. Dit alles is het rechtstreekse gevolg van het feit dat ik als man niet ernstig werd genomen in een aangifte van mishandeling. Omdat niemand wilde geloven dat ik het slachtoffer was in plaats van de dader. Intussen is de politie tot inkeer gekomen, en gelooft men mijn verhaal wel.

De afgelopen jaren ging mijn gezondheid sterk achteruit. Ik kreeg fibromyalgie, lijd aan reuma. Ik kan niet meer werken. Ik leef van een invaliditeitsuitkering waarvan een groot deel naar onderhoudsgeld voor mijn kinderen gaat. Gelukkig heb ik een nieuwe vriendin die me steunt en onderhoudt. In de toekomst wil ik me graag inzetten voor mannen in mijn situatie. Ik ga af en toe praten voor Mannenklap in Leuven, een telefonisch aanspreekpunt voor mannelijke slachtoffers van partnergeweld, en ik volg een opleiding als ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting. Erg veel mannen belanden na een vechtscheiding in de armoede, omdat hun ex-vrouw zich voordoet als slachtoffer en hen financieel leegknijpt. Ook dat is een vorm van mishandeling waar te weinig over wordt gepraat.’

Rik ‘Een paar keer zijn mijn stoppen doorgeslagen en heb ik me ook fysiek verdedigd’

– leeftijd: 42

account manager

gescheiden

twee kinderen

Stapte twee jaar geleden uit een relatie van twintig jaar omdat hij niet meer kon leven met het psychologische geweld.

‘Het is de eerste keer dat ik mijn verhaal aan iemand vertel. Maar als ik berichten lees over huiselijk geweld, gaat het bijna altijd over een vrouw die het slachtoffer is van een gewelddadige man. Over psychologisch geweld lees ik nooit wat. Ik ben geen geweldenaar. Toch zijn er in mijn vorige relatie klappen gevallen. Het mag geen excuus zijn, maar het geweld kwam initieel niet van mijn kant.

De eerste keer dat mijn vriendin agressief werd, was toen we nog op kot zaten. We zaten aan tafel, waren het oneens over een bepaald vraagstuk uit de les. Plots werd ze zo kwaad dat ze haar bord op mij stuk sloeg. Natuurlijk vond ik dat niet oké, maar je probeert dat een plaats te geven. Misschien was ik wel te grof geweest? In elk geval werd er op dat moment een grens verlegd, want het bleef niet bij één incident. Later werd het erger. Niet dat het er elke dag zo aan toeging, maar wel veel te vaak. We zagen elkaar graag, maar samenleven bleek moeilijk. De relatie was niet ongedwongen. Ze was veeleisend. In haar ogen kon ik niets goed doen, ze had altijd kritiek. Kwam ik tien minuten later thuis van het werk dan het afgesproken uur, dan was ze kwaad. Stond er nog ergens een vuil glas, dan kon dat escaleren in een felle ruzie.

Ik wil zeker geen klaagzang afsteken. Ik wilde haar mening wel respecteren, maar was niet bereid om mezelf weg te cijferen. Ik had hobby’s, wat zij haatte. Het liefst wilde ze dat ik alles liet vallen. Dat heb ik nooit gedaan. Maar mijn vrienden waren bijvoorbeeld niet welkom bij ons thuis, ze wilde hen niet uitnodigen. Natuurlijk word je dan zelf ook niet meer uitgenodigd. Ik merkte dat ik geïsoleerd raakte. Haar verklaring daarvoor was dat ik sociaal gestoord was.

Beetje bij beetje werd er niet meer op de bal gespeeld, maar op de man. Ze plakte etiketten op me: egoïst, autist, narcist, psychopaat. Dat was verwarrend, want ik herkende me er niet in. Mijn zelfvertrouwen wankelde. Misschien moest ik gewoon beter mijn best doen? Vastbesloten om het te doen werken, engageerde ik me nog meer. We gingen in relatietherapie. Ik nam mijn taken extra ter harte. Hield, zoals ze vroeg, wat ik deed in huis bij in een schrift. Maar als het niet naar wens was, kwam er toch weer kritiek. Er was altijd wel iets.

Op den duur werd die verstikkende sfeer explosief. Ik leerde de buien herkennen. Voelde ik dat de ruzie zou escaleren, dan ging ik weg of een eindje rijden met de wagen om af te koelen. Maar één keer lukte het me niet om me af te sluiten van haar verbale agressie en sloegen mijn stoppen door. Toen heb ik haar geslagen. Ik heb in die tijd ook overspel gepleegd. Ik voelde berouw over wat ik had gedaan, schaam me er nog steeds voor, want zo ben ik helemaal niet.

Uiteindelijk ontmoette zij iemand anders, en heeft ze zelf de scheiding aangevraagd. In de nasleep van onze relatie vond ik mails waaruit bleek dat ze al een hele tijd met die man was. Ik ontdekte daar ook berichten aan het CAW met noodkreten, dat ik haar stalkte. Ik? Stalken? Ik probeerde gewoon uit te vissen wat er aan de hand was. Terwijl ik me in bochten wrong om haar tevreden te stellen en de relatie te redden, deed zij dit? Natuurlijk was ik kwaad.

Een half jaar na de scheiding leerde ik mijn huidige vriendin kennen. Onze relatie is gezond en evenwichtig. Ik word niet meer in een rol geduwd die niet bij me past. Ik kan wat er gebeurd is stilaan een plaats geven. Toch wil ik mild blijven en me niet laten vangen aan een extreem ik-ben-goed-zij-is-slechtverhaal. Dat is wat Hollywood ons leert. De realiteit is veel complexer. Al bij al was ik ook geen heilige. Ik zie nu wel dat ik ook een rol heb gespeeld in dat destructieve patroon, dat ik het veel te ver heb laten komen.’

(Om de privacy van de getuigen te beschermen, werden hun namen aangepast.)

Door CATHÉRINE ONGENAE

‘Als ik langer dan twee uur van huis was, kreeg ze migraine. Werkte ik samen met een vrouw, dan sprak ze een week niet tegen me.’ Thomas

‘Veel mannen belanden na een vechtscheiding in de armoede, omdat hun ex-vrouw zich voordoet als slachtoffer en hen financieel leegknijpt.’ Tony

‘Ik zie nu wel dat ik ook een rol heb gespeeld in dat destructieve patroon, dat ik het veel te ver heb laten komen.’ Rik

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content