Anna Makhova

‘Uitputting, gezondheidsrisico’s en intimidatie. De werkvloer is nog te vaak onveilig voor vrouwen’

Anna Makhova Kernlid Denktank Minerva
Niels Morsink Kernlid van Denktank Minerva

Anna Makhova en Niels Morsink  staan stil bij de   veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor vrouwen op de werkvloer.

Volgens de werkbaarheidsbarometer van de SERV geeft iets meer dan een kwart (27,2 procent) van de vrouwelijke werknemers aan dat ze slachtoffer werden van (één of meerdere vormen van) grensoverschrijdend gedrag tijdens het werk. Bij de mannen gaat het om ongeveer een vijfde (21procent). Het verschil tussen mannen en vrouwen is het grootst voor ongewenst seksueel gedrag. Het aandeel werknemers dat slachtoffer werd van één of meerdere vormen van grensoverschrijdend gedrag op het werk, verschilt sterk van sector tot sector.

In de gezondheids- en welzijnssectoren signaleren ongeveer vier op de tien werknemers gevallen van grensoverschrijdend gedrag. Ook bij het openbaar bestuur en het onderwijs worden hoge slachtofferpercentages genoteerd (respectievelijk 30,7procent en 29,5 procent). Niet toevallig zijn dit sectoren waar het interpersoonlijk contact meestal een belangrijk onderdeel uitmaakt van de arbeidssituatie.

Naast grensoverschrijdend gedrag zijn ook de werkomstandigheden een belangrijk veiligheidsrisico op de werkvloer. Vrouwen kennen een invaliditeitsgraad van 13,67 procent ten opzichte van 8,75 procent bij mannen. Daarenboven is bijna 19,6 procent of bijna één op vijf vrouwelijke arbeiders langdurig ziek, terwijl dit voor de totale populatie loontrekkenden ‘slechts’ 11,2 procent is.

Dienstenchequebedrijven

De reden waarom het aantal langdurig zieken zo disproportioneel verdeeld is tussen de twee geslachten is vooral te wijten aan de sectoren waarin de vrouwelijke werknemers oververtegenwoordigd zijn, met name in de zorg en de dienstenchequesbedrijven. Ondernemingen in sectoren waarvan het aantal langdurig zieken 2 keer hoger ligt dan die van de eigen activiteitensector en 3 keer hoger dan die van de private sector moeten een responsabiliseringsbijdrage betalen. De dienstenchequesector is daarin de koploper gevolgd door de psychiatrische verzorgingstehuizen en de gehandicaptenzorg, jongerenwelzijn en welzijnswerk.

Het is geen toeval dat bij de koploper in de invaliditeitscijfers – de dienstenchequesector – ook regelmatig veel inbreuken op de welzijnswetgeving worden vastgesteld.

In het kader van de recente nationale inspectiecampagne werden tussen september en december 2024 door de sociale inspectie in totaal 40 inspectiebezoeken uitgevoerd. Van de 40 bezoeken in de dienstencheque-ondernemingen werden 40 schriftelijke waarschuwingen opgesteld.

Net als bij de vorige 2 campagnes in 2022 en 2023, blijft de top 3 van de meest vastgestelde inbreuken ongewijzigd (de percentages tussen haakjes geven het aantal dienstencheque-ondernemingen weer dat in overtreding was): 1) het ontbreken van een risicoanalyse moederschapsbescherming in samenwerking met de preventieadviseur-arbeidsarts (70 procent), het ontbreken van een risicoanalyse chemische agentia (80 procent), of het ontbreken van een risicoanalyse musculoskeletale aandoeningen (85 procent); 2) het ontbreken van voorafgaand gezondheidstoezicht (60 procent) en het ontbreken van periodiek gezondheidstoezicht (40procent); en 3) onvoldoende toezicht door de hiërarchische lijn bij de gebruiker thuis, teneinde na te gaan of het ter beschikking gestelde materieel voldoende aangepast is aan het uit te voeren werk, zodat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers tijdens het gebruik ervan kan worden gewaarborgd (40 procent).

Zorgsector

De zorg-en welzijnssector waarin 86% van de banen wordt bekleed door vrouwen wordt volgens de Werkbaarheidsmonitor van de SERV gekenmerkt door de hoge werkdruk en het emotioneel belastend werk. In de zorg-en welzijnssector geeft 43,7 procent van de ondervraagde werknemers aan te lijden onder emotioneel belastend werk ten opzichte van een gemiddelde van 23,4 procent op de Vlaamse arbeidsmarkt. 10,8 procent in de zorg-en welzijnssector ken emotionele overbelasting terwijl het gemiddelde op de Vlaamse arbeidsmarkt 5,1 procent is.

In 2019 kwam het KCE tot de bevinding dat 10 procent van de verpleegkundigen er toen aan dacht het beroep te verlaten, terwijl 36 procent risico liep op een burn-out. Dit blijkt met name een groot probleem in de Waalse ziekenhuizen. Ook Europees onderzoek wijst op de slechte arbeidsomstandigheden van de Zorg in België. Een survey-onderzoek uit 2023 stelde vast dat 29.4 procent van de Belgische zienhuisdokters en 13 procent van de Belgische ziekenhuisverpleegkundigen de medische sector wilden verlaten.

De Belgische ziekenhuisdokters en ziekenhuisverpleegsters klaagden meer dan de ziekenhuisdokters in andere landen over emotionele uitputting en ‘ontpersoonlijking’. Vorig jaar verscheen opnieuw een enquête van het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen die uitwees dat 26 procent van de zorg-en verpleegkundigen er over denkt om het beroep vaarwel te zeggen, vooral vanwege de toenemende werklast.

Daarnaast kampen werknemers in de sector met gezondheidsproblemen veroorzaakt door het werk. Belgen die in de sector van de menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening werken, geven het vaakst aan met werkgerelateerde gezondheidsproblemen te kampen: 11,6 procent van hen heeft een of meerdere gezondheidsproblemen die veroorzaakt of verergerd werden door het werk.

Preventie

Het Instituut voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen concludeerde daarom dat het belangrijk is om te investeren in preventiebeleid (bewustmaking van beroepsrisico’s en beroepsziekten, aanpassing van de werkplek) en in uitgebreide ondersteuning voor personen die kwetsbaar zijn geworden door gezondheidsproblemen (waaronder de erkenning van beroepsziekten, compensatie voor verlies of schade, hulp bij omscholing indien nodig of aanpassingen om de terugkeer naar het werk gemakkelijker te maken).

Wij voegen daar graag aan toe dat een dergelijk beleid vooral gericht moet zijn op collectieve oplossingen en voldoende draagvlak moeten creëren binnen het bedrijf – door structureel sociaal overleg en daadwerkelijke inspraak van werknemers. Goede afspraken, transparante communicatie en regelmatige bijsturing van dit beleid vergroten de verdraagzaamheid en het vertrouwen van werknemers in leidinggevenden en helpen stereotypen en taboes te doorbreken.

Anna Makhova en Niels Morsink zijn experten Gezondheidszorg en Welzijn op het werk en beiden kernlid van Denktank Minerva.

Partner Content