Bert Bultinck
‘Paradoxaal genoeg viel het goede nieuws dit jaar vooral in Oekraïne te rapen’
Er zijn geen definitieve, duidelijke antwoorden’, zegt psychiater Dirk De Wachter. ‘Dat besef leidt tot uitgesproken pseudozekerheden’, en die schijnwaarheden zijn de favoriete speeltjes van ‘populistische leiders’. Het citaat komt uit een aflevering van Durf Twijfelen, de rubriek die Knack-redacteur Stijn Tormans u elke woensdag aanbiedt, en het was dit jaar niet minder waar dan in andere jaren. Leiders met onwrikbare geloofsartikels: dat loopt meestal niet goed af. Wie zijn gezicht naar het verleden wendt, wat bij het jaaroverzicht dat u in handen hebt onvermijdelijk is, stoot onwillekeurig op in- cidenten, op geweld, op een stapel puin die tot aan de hemel groeit, zoals de Duitse filosoof Walter Benjamin – niet de vrolijkste denker – het ooit omschreef.
In Kiev weten ze wat dat betekent. De nationalistische pseudozekerheden van een naburige president, die zijn machtshonger, territoriumdrift en hebzucht moeten maskeren, hebben sinds 24 februari onvatbaar veel leed veroorzaakt. Het roept veel vragen op, waarvan de meest prangende misschien is: waarom? Dan loont het de moeite om het essay van Vladimir Poetin er nog eens bij te halen, Over de historische eenheid van Oekraïners en Russen, dat hij vorig jaar publiceerde. Het staat nog altijd op de site van het Kremlin. Als u zich afvraagt waarom een idee-fixe zo gevaarlijk is, dan vindt u daar een antwoord. Daar, en in de martelkamers van Cherson en Charkiv.
Een stapel puin die tot aan de hemel groeit: het klinkt niet meteen als een feestje, en dat was 2022 ook niet echt. Dit jaar was de oorlog in Oekraïne als een zwart gat waarin al het andere nieuws leek te verdwijnen. Of gewoon een beetje verbleekte, zoals een mens niet meer over een verkoudheid begint bij iemand met een hartaanval. Maar juist dan is het een goed idee om wat goed was onder de aandacht te brengen.
In elk arrogant, zelfgenoegzaam en dictatoriaal verhaal moeten we gaten blijven schieten. Dat is heel gezond.
Paradoxaal genoeg viel ook dat misschien vooral in Oekraïne te rapen. Iedereen raakte onder de indruk van de vindingrijkheid en het doorzettingsvermogen van het Oekraïense volk. Weinigen hadden verwacht dat ze zo heftig en zo moedig zouden terugvechten – het minst van al Poetin zelf.
Dat is goed nieuws, en goed nieuws moeten we koesteren. Volodymyr Zelensky, de Oekraïense president, serveert zijn publiek wat het kan behappen: duidelijke statements, heldhaftige speeches, af en toe een wrange grap en een donderpreek als hij te weinig raketten heeft. Maar niet te veel ellende. Hij doet wat hij moet doen: het onpeilbare verdriet verstoppen en de veerkracht vieren, zeker tegenover zijn eigen volk. Wie moet doorvechten, moet moed scheppen. In een oorlog blijkt slecht nieuws een luxeproduct. Wat overblijft, is de helderheid van de idealen van het Oekraïense volk: zelfbeschikking en vrijheid, die misschien nog het meest van al.
Heel misschien hebben we er ook in eigen land iets van geleerd. Dat de wereld plots van aanschijn kan veranderen, dat weet iedereen die kan liefhebben, desnoods zichzelf, maar sinds het coronavirus weten we ook dat een verloren vleermuis ook hele samenlevingen op hun kop kan zetten. En net als toen zagen we in de energiecrisis van de laatste maanden dat we meer kunnen dan we dachten. Minder energie verbruiken: het was jarenlang een fictie, nu deden we het plots vanzelf. Die wendbaarheid mogen we niet verliezen. We zullen ze nodig hebben in de strijd tegen de opwarming van de aarde.
In vergelijking met de rampspoed kan het ‘inconsequentialisme’ van de Nederlandse filosoof Frank Meester onverdraaglijk licht lijken. In Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen – een koket, slim en uitermate grappig boekje – vat hij zijn theorie in vier stellingen samen. Een consistent verhaal vertellen over het leven is niet mogelijk (1). Dat is niet zo erg (2). In de praktijk is bijna alles een beetje mogelijk (3). Een beetje is al heel wat (4).
Het verhaal van Meester is iets om mee te nemen naar volgend jaar. En het jaar erna. Niet alleen omdat het een soort van optimisme viert op elke bladzijde, hoezeer het ook langs de hogere logica, fysica en wiskunde scheert. Maar vooral omdat met de eerste stelling in de hand elke pseudozekerheid meteen begint te wankelen. Misschien kan dat de stapel puin van de geschiedenis af en toe een beetje kleiner maken. In elk arrogant, zelfgenoegzaam en dictatoriaal verhaal moeten we gaten blijven schieten. Dat is heel gezond.