‘De afgelopen 3 jaar onderzochten bewoners en Antwerpse organisaties in dezelfde wijk Antwerpen-Noord hoe straten, parken, pleinen en publieke gebouwen vrouwvriendelijker kunnen. Laat hen mee het plan schrijven voor Antwerpen-Noord’, schrijven Babette Wyckaert en Heidi Zwaenepoel van SAAMO Antwerpen.
De dodelijke steekpartij op zondag 25 mei 2025 in de publieke ruimte van Antwerpen-Noord heeft een stroom aan reacties losgemaakt. Intussen is er nog meer gebeurd, en is er veel over gezegd en geschreven. Zo kondigde het Antwerpse stadsbestuur aan om Antwerpen-Noord een aandachtswijk te maken. Betekent dat ook aandacht voor vrouwen in publieke ruimte? Aandacht voor een vrouw, een moeder, die niet ongestoord met haar kind kon spelen op het pleintje voor haar eigen deur. Iets wat leidde tot de dood van de man die voor haar opkwam.
De afgelopen 3 jaar onderzochten bewoners en Antwerpse organisaties in dezelfde wijk Antwerpen-Noord hoe straten, parken, pleinen en publieke gebouwen vrouwvriendelijker kunnen. Laat hen mee het plan schrijven voor Antwerpen-Noord.
Onder de noemer ‘Onze tuin’ sloegen drie jaar geleden opbouwwerkorganisatie SAAMO, een grote groep vrouwen die ervaring hebben met uitsluiting, bibliotheek Permeke, Red Star Line museum en het sociaal-ruimtelijk onderzoeksbureau Endeavour de handen in elkaar. Ze vonden dat het tijd was voor meer vrouwelijke straten en pleinen in Antwerpen-Noord en Borgerhout. Ze werken vanuit de overtuiging dat wanneer vrouwen vertrekken uit de publieke ruimte, ook de kwaliteit van de publieke ruimte afneemt voor iedereen. Ze groeiden uit tot een groep van 35 vrouwen die wekelijks samenkomen en experimenteren met het vrouwelijker en zachter maken van publieke ruimte. Hun experimenteerplaats is de koer van bibliotheek Permeke waar ze kennis en ervaring verzamelen rond het vervrouwelijken van de stad.
Ze kozen voor Antwerpen-Noord als proeftuin omdat het een wijk is waar publieke ruimte constant onder druk staat. De druk van te weinig ruimte, te weinig toekomstperspectief, grote verschillen in binding met de wijk en een samenleving die niet genoeg de krachten verenigt om er druk af te halen. De cijfers in de stadsmonitor liegen er niet om: 13.619 inwoners/km², 51,7% van de jongeren groeit op in kansarmoede, 43% van de woningen zijn in slechte kwaliteit, slechts 10,6 % van de totale oppervlakte bedraagt publiek groen, de oppervlakte privaat groen per inwoner bedraagt 1/3de van het Antwerps gemiddelde en 15,6% van de bevolking vindt geen werk.
Naast deze feiten over de bewoners is het een wijk die veel mensen aantrekt die er niet formeel wonen. Maar ze maken er wel deel uit van het stedelijk weefsel. Ze worden aangetrokken door lotgenoten, de ‘geur van thuis’ of meer kansen om te overleven. Naast de mensen die er komen winkelen, gaat het ook over mensen die nergens anders mogen of kunnen zijn. Mensen zonder wettig verblijf, zonder opvang, zonder perspectief.
Vrouwen die ervaring hebben met uitsluiting weten beter dan wie ook dat publieke ruimte geen luxe is. Voor wie klein en slecht woont, of geen woning heeft, is publieke ruimte meer dan een plek om door te wandelen of te spelen. Je hebt het nodig als een verlengstuk van het wonen, als je living. Het zijn de noodzakelijke plaatsen die rust moeten brengen, waar je kan studeren, afspreken, vrienden ontvangen of je kinderen kan laten bewegen. Dit verenigen met mensen voor wie de publieke ruimte hun enige living is, is een grote uitdaging. Voor hen is het de plaats waar ze slapen, leven, wachten, vallen en opnieuw proberen op te staan.
Vrouwen, al dan niet met kinderen, hebben publieke plaatsen meer dan anderen nodig. Toch vinden ze er zelden een plek om gewoon te kunnen zijn. Vanuit dat idee ging de groep vrouwen van ‘Onze Tuin’ aan de slag. Ze telden vrouwen in de straten van Antwerpen-Noord met Universiteit Antwerpen. Ze bouwden een schaduwplek op de koer van de bibliotheek. Ze organiseerden een erg succesvol vrouwencongres. Het sociaal-ruimtelijk onderzoeksbureau Endeavour schreef met de bevindingen van de vrouwen al drie zines over ‘The feminine city’. Ze hebben het over het zorgzame, het emotionele, het groene/gezonde en het sfeervolle van een stad. Woorden die weinig naar voor geschoven worden als er geschreven wordt over het plan voor Antwerpen-Noord. Toch leren ze ons veel over hoe we met een wijk als Antwerpen-Noord aan de slag kunnen.
De ervaringen inspireren om verder te kijken dan ‘meer blauw op straat’. Wie druk van een pan wil halen zet ook het vuur niet harder. Hardheid is er al genoeg. De inrichting van een wijk en de manier waarop mensen zich betrokken voelen, spelen een belangrijke rol in hoe veilig mensen zich voelen. De vrouwen van ‘Onze tuin’ zochten manieren om welzijn, gezondheid en sfeer een plek te geven in fysieke ruimte. Ze keken voorbij de lantaarnpalen, de bankjes of de camera’s. Ze gingen ook verder dan de concepten. Ze voerden het uit op de koer van bibliotheek Permeke en vertalen dit naar andere publieke plaatsen in de wijk.
Het vraagt ook een aanpak die verder kijkt dan vandaag. Je zoekt naar de plekken in de wijk waar er ruimte is om te zorgen voor elkaar, voor kinderen, voor een plek. Je kijkt naar waar er ruimte is voor het gezonde en het groene, ruimte die aanzet tot bewegen, die verkoeling biedt. Je hebt aandacht voor het levendige en sfeervolle, voor activiteiten waartoe mensen zich verbonden voelen en je zorgt dat dit toegankelijk is voor iedereen.
Tot slot zorg je dat er voldoende plaats is voor het emotionele, waar je tot rust kan komen, verdrietig mag zijn zonder je te moeten verstoppen of je trots en vol vertrouwen voelt.
In Antwerpen-Noord betekent dat: betrokkenheid van bewoners en gebruikers, buurtplekken om elkaar te ontmoeten en mensen te ontvangen, sociale professionals op pleinen die aanspreekbaar zijn, plekken om tot rust te komen in plaats van voortdurend op je hoede te moeten zijn, de geur en kleur van bloemen, het verkoelende van water en de schaduw van bomen, de beschutting van een luifel of een omsloten speelplek voor kinderen.
Kortom, een aandachtswijk waarin we samen ruimte maken voor menselijke aanwezigheid in al haar kwetsbaarheid en kracht. Geef die pen voor het plan aan die vrouwen en laat hen mee schrijven want dat is wat we nodig hebben.
Babette Wyckaert en Heidi Zwaenepoel werken bij SAAMO Antwerpen.