‘Het leven is niet eerlijk, ewa ja. Kansen zijn er niet voor iedereen, ewa ja. Alles wat ik doe is een probleem, ewa ja.’ In een cirkel staan wel honderd kinderen mee te zingen, sommige voorzichtig, de meeste uitbundig. In het midden staan rappers Saïd Boumazoughe en Salahdine Ibnou Kacemi van rapduo SLM, die met het populaire lied Ewa ja jaren geleden het kinderwoord van het jaar voor Vlaanderen leverden.
‘Ewa’ is een Marokkaanse uitdrukking die in combinatie met ‘ja’ zoveel betekent als: ach ja, het is nu zo, we maken er het beste van.
Het optreden in de basisschool op het Antwerpse Kiel is de afsluiting van een maandenlang kunsteducatief project. Het Kiel is een wijk met een hoog percentage inwoners met migratieachtergrond, en ook het rapduo groeide er op. De leerkracht koos bewust voor hiphop en rap om haar lessen aan op te hangen, zodat de kinderen met trots kunnen schrijven en zingen over waar ze vandaan komen en wie ze zijn.
Het optreden van SLM voegt iets toe wat de leerkracht, zonder migratieroots, alleen niet kon: een rolmodel bieden, het voorbeeld van twee jongens uit de wijk die hun dromen najagen en in zichzelf geloven. De rappers geven in een workshop achteraf aan waarom ze ingingen op de uitnodiging: ze begonnen ooit zelf te rappen om kinderen op het Kiel een gevoel van trots en zelfvertrouwen mee te geven.
Tussen de zingende kinderen had zomaar Fabian kunnen staan, de elfjarige jongen op zijn step die begin deze maand in het Elisabethpark in Brussel door de politie werd aangereden en gedood. De familie van Fabian kwam vijf jaar geleden uit Moldavië naar België en woont in Jette, nabij Ganshoren, waar net als op het Kiel veel inwoners migratieroots hebben. ‘Alles wat ik doe is een probleem’, rapt SLM. Fabian reed op een elektrische step waar hij te jong voor was, en dat was een probleem dat een autoachtervolging verdiende door nat gras, oordeelde de politie.
Ik kan de twee beelden nauwelijks verzoenen: de kinderen op het Kiel die zichtbaar openbloeien en voorzichtig op hun stem vertrouwen, en de harde realiteit die Fabian ondervond toen hij de schoolmuren verliet.
Hoe kunnen we vragen aan kinderen om op zichzelf te vertrouwen, als de volwassenen hen niet vertrouwen?
Trots is een belangrijke emotie voor emancipatie voor groepen die lang niet trots konden zijn, die beschaamd werden, of onderschat. Daarom vieren we de Gay Pride, of de Neurodiversity Pride. Zulke momenten zijn belangrijk voor het zelfbeeld van al wie afwijkt van de norm. ‘Wat minderheden opeisen, is niets anders dan het recht zichzelf te definiëren in plaats van gedefinieerd te worden door de buitenwereld’, zegt filosoof Jo Bervoets in zijn boek Autisme en neurodiversiteit.
Fabian werd gedefinieerd door de buitenwereld: een schoffie op een te snelle step die wegvlucht omdat hij vast iets in zijn schild voert. Op de speelplaats nemen de kinderen zelf het woord, in de rapteksten beslissen zij wat ze vertellen over zichzelf.
Maar trots is niet alles, eigenwaarde is niet alles, zelfdefinitie niet zaligmakend. Hoe kunnen we vragen aan kinderen om op zichzelf te vertrouwen, als de volwassenen hen niet vertrouwen? Is ‘het leven is niet eerlijk, ewa ja’ dan werkelijk het beste antwoord dat we hebben voor onze kinderen, of kunnen we beter?
Martha Claeys is filosofe. Tweewekelijks zoekt ze naar het buizensysteem achter onze denkbeelden.