Filip Moons

‘Hoe het gemiddelde het Songfestival kan redden’

Filip Moons Universitair docent wiskundedidactiek aan het Freudenthal Instituut van de Universiteit Utrecht

‘Het Eurovisiesongfestival heeft zijn aantrekkingskracht altijd gehaald uit muziek, camp en competitie. Niet uit politieke relletjes. De glitters mogen gerust over de top zijn, de puntentelling liever niet’, schrijft wiskundige Filip Moons, nu steeds meer landen hun deelname openlijk betwijfelen. De voorbije jaren was de internationale actualiteit steeds meer zichtbaar in de puntentelling.

Het Eurovisiesongfestival wankelt. Niet alleen door politieke spanningen rond de deelname van Israël, maar vooral doordat die spanningen zo zichtbaar worden gemaakt door het huidige stemsysteem. Vijf landen dreigen volgend jaar af te haken als Israël opnieuw welkom is. Nederland, Ierland, IJsland, Slovenië en Spanje. Vooral dat laatste land is problematisch: als lid van de ‘Grote 5’, is financieel onmisbaar.

Stemsysteem maakt kwetsbaar

Het stemsysteem, waarin Israël dit jaar zo’n twintig minuten lang als winnaar in beeld stond, versterkt de polarisatie en maakt internationale spanningen extra zichtbaar. Op die manier wordt het festival zelf ook kwetsbaar voor geopolitieke controverse.

Sinds 2016 geeft elk land niet één, maar twee keer punten: eerst bellen de jury’s hun 12 punten live door, daarna wordt de televoting samengeteld in één groot blok gepresenteerd. Dat levert gegarandeerd vuurwerk op tv, maar het maakt de uitslag ook hyperpolitiek. Rusland tegenover Oekraïne in 2016, Oekraïne dat in 2023 massaal publieksstemmen kreeg, Israël dat dit jaar en vorig jaar met campagnes een coup pleegde op televotingpunten: de puntentelling wordt zo steeds vaker een geopolitiek slagveld.

Vier van de negen keren sinds de invoering liep het zo. Spannend, ja. Duurzaam? Nee.

Het Songfestival heeft een evenwichtiger systeem nodig. De oplossing is simpel: neem per land het gemiddelde van de jury- en publieksranglijst.

Omdat elk land maar tien inzendingen punten geeft (1 tot en met 8, 10 en 12 punten), verdwijnen liedjes die enkel bij jury óf publiek hoog scoren automatisch naar de marge, soms zelfs met nul punten.

Politieke relletjes

Voor de Belgische resultaten had dat dit jaar veel veranderd. Israël eindigde vijftiende bij de jury en eerste bij de televoting, in dit systeem gemiddeld goed voor 5 punten. Geen 12 punten dus van televisiekijkend België. Meer nog: het salvo van 12’en uit heel Europa zou uitgebleven zijn. Israël zou op geen enkel moment op winst hebben gestaan, zou finaal vierde zijn geworden en Oostenrijk zou de winnaar blijven.

Minder spannend? Misschien. Maar dat valt eenvoudig op te lossen: laat alleen de finalisten hun punten live voorlezen en bundel de halvefinalisten in één blok, net zoals nu met de televoting.

Door het afvallen van Red Sebastian in de eerste halve finale zou dat betekend hebben dat ook onze punten in die pot zouden belanden en Manu Van Acker geen Belgische punten diende voor te lezen. De show wint zo aan vaart en verliest aan onnodig drama.

Het Eurovisiesongfestival heeft zijn aantrekkingskracht altijd gehaald uit muziek, camp en competitie. Niet uit politieke relletjes. De glitters mogen gerust over de top zijn, de puntentelling liever niet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise