Martha Balthazar

Flixbus naar Lissabon: klant is koning (zolang de klant genoeg geld heeft)

Martha Balthazar Theatermaker en columnist voor Knack.

Na een lange koude nacht openbaart het sjofele voertuig zich aan mij als een sinistere metafoor. Een illustratie van het soort vooruitgang die eigenlijk achteruitgang betekent.

Vroeger reed er een nachttrein naar Lissabon. Mijn moeder kan er nostalgisch over vertellen en er is zelfs een boek en daarna een film naar vernoemd. Ergens tussen de boom van de auto-industrie en het ontploffen van de luchtvaartsector werd de trein een luxeproduct, en uiteindelijk ging de verbinding verloren. De flixbus waarmee ik nu op weg ben naar Lissabon, krijgt geregeld motorpech. Terwijl ik de uren vertraging tel, denk ik me een overgroeid treinspoor in dat, met enige opfrissing, nog steeds bruikbaar zou zijn.

Wie graag een stapje in de wereld zet maar zich ook zorgen maakt over zijn voetafdruk, ziet zich al eens verplicht tot het nemen van een Flixbus. Bekend om hun goedkope ritten, die toch meestal niet goedkoper zijn dan een vliegreis. Met een dienstverlening die prima werkt, tot die niet meer werkt: dan sta je – soms letterlijk – in de kou.

Wat begon als een start-up is ondertussen een gigantische multinational met een jaarlijkse omzet van bijna twee miljard euro. Het geheim: Flixbus bezit niet echt bussen maar zet kleinere busbedrijven in voor het werk waar zij de omkadering en verkoop voor doen. Concurrentie is er amper, de meeste bedrijven die niet onder Flixbus zijn gaan werken, zijn eraan failliet gegaan.

Flixbus is dus eerder een merk dan een dienst. Je komt tijdens je hele traject niemand tegen die zich associeert met het bedrijf en die eventueel verantwoordelijkheid wil of kan opnemen voor de kwaliteit ervan. Je kunt eindeloos ronddwalen op de website, maar er is zelfs geen chatbot die op je vragen zal antwoorden. De enige reden waarom ze zich hun gezichtsloze nalatigheid kunnen permitteren is hun monopolie, omdat je als consument geen andere keus hebt dan erin mee te gaan.

Na een lange koude nacht openbaart het sjofele voertuig zich aan mij als een sinistere metafoor. Een illustratie van het soort vooruitgang die eigenlijk achteruitgang betekent. Hoe een vrije markt zich niet – volgens de mythe van het kapitalisme – bewijst in elegantie en innovatie, maar net beloont voor verwaarlozing en onverschilligheid, hoe ze niet zorgt voor meer keuze maar voor het gebrek eraan. Hoe, door de fetisj voor versnelling en vernieuwing, het meest basale wordt uitgehold.

Ik heb niet zo veel met de identiteit als consument en dus ook niet met het gezegde: klant is koning. Maar voor mij betekent consument zijn nog best vaak een wereld van mogelijkheden en comfort. Voor mensen met minder geld, zij die overgeleverd zijn aan de markt, is klant zijn niet koning zijn maar onderdaan.

In Lissabon aangekomen word ik bijna gek verklaard dat ik me nog maar eens vrijwillig heb laten inblikken in een stinkende trage doos. Maar wat zegt dat over dit continent: dat de enige alternatieven om je te verplaatsen zijn: een vliegtuig, of een bedrijf dat niets van je wil weten?

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise