‘Wie linkse dogma’s oplegt, bereidt de weg voor rechtse vergelding’, schrijft filosoof Maarten Boudry naar aanleiding van de discussie die ontstond over academische vrijheid, na uitspraken van UGent-rector Petra De Sutter bij de start van het nieuwe academiejaar.
Stel je voor: in je wijk zijn steeds meer jongeren betrokken bij drugssmokkel. Een paar klokkenluiders maken zich zorgen dat de hele gemeenschap een slechte naam krijgt, maar de meesten zwijgen liever. Ze hebben geen zin om de bendeleiders of hun handlangers tegen zich in het harnas te jagen, en uiteindelijk behoren die kwajongens nog altijd tot ‘onze’ gemeenschap. Dan verschijnt een nieuwe burgemeester ten tonele. Hij belooft keihard op te treden tegen criminaliteit, maar heeft vooral een appeltje te schillen met jouw buurt. De drugshandel is het perfecte voorwendsel. Met veel machtsvertoon laat hij een gewelddadige razzia uitvoeren. Tientallen mensen worden gearresteerd, ook onschuldige bewoners. Winkels gaan op slot, en lokale leiders worden gedwongen om draconische maatregelen te nemen tegen alles wat maar enigszins verdacht lijkt.
Die allegorie weerspiegelt wat zich de afgelopen jaren in de Amerikaanse academische wereld heeft afgespeeld, zoals ik samen met 38 andere auteurs betoog in de bundel The War on Science, die deze maand verschijnt in Europa. Universiteiten zijn steeds sterker in de greep geraakt van linkse ideologie.
Voorbeelden zijn legio: prestigieuze tijdschriften die inzendingen op politieke gronden filteren; activisten die systematisch sprekers cancellen die van de orthodoxie afwijken; Ivy League-universiteiten die studenten bestraffen voor het gebruik van de “verkeerde” voornaamwoorden; beroepsverenigingen die progressieve dogma’s over seks en gender omarmen, zelfs wanneer die haaks staan op de eigen vakliteratuur. Ondertussen krijgen pro-Palestijnse activisten vrij spel om “zionisten” te intimideren en een wereldwijde intifada te prediken, terwijl ze rugdekking krijgen van het universiteitsbestuur.
Maar nu is de pret afgelopen: Donald Trump heeft de oorlog verklaart aan de de academische wereld, snoeit drastisch in onderzoeksbudgetten en wil alle DEI-initiatieven (Diversity, Equity and Inclusion) met wortel en tak uit te roeien. Niet vanuit een oprechte bezorgdheid om academische vrijheid, maar om de ene ideologie voor de andere te wisselen.
Waarschuwing
De dramatische situatie in de VS zou een waarschuwing moeten zijn. Wie de universiteit politiseert, maakt haar tot politiek doelwit. Hoe harder je linkse dogma’s wil opleggen, hoe groter de kans op een heftige rechtse tegenreactie. In België is de situatie gelukkig nog niet zo ontspoord, maar sommigen doen nijver hun best. Zo wil de nieuwe rector van de UGent, met een uitgesproken linkse stempel, de academische vrijheid nu al beknotten. Petra De Sutter kondigde aan dat onderzoek naar de vraag of Israël echt een genocide pleegt “een grens is die niet overschreden kan worden”, dat terwijl het academische debat daarover volop woedt en zonder een uitspraak ten gronde van het Internationle Gerechtshof.
In een latere verduidelijking zei De Sutter zelfs dat onderzoek naar de vraag of vaccins “gevaarlijk zijn of nadelen hebben” een rode lijn overschrijdt. Nu vind ik vaccins een van de beste uitvindingen ooit, maar onderzoek naar schadelijke bijwerkingen verbieden is zowel een aanfluiting van de academische vrijheid als een ondermijning van het publieke vertrouwen in vaccins. Zoals Jogchum Vrielink en Koen Lemmens hier al schreven: “Zelfs als De Sutter ten gronde gelijk heeft, is de manier waarop ze dit gelijk afdwingt de ontkenning van de wetenschappelijke methode.”
Wat onderbelicht blijkt, is dat zulke inperkingen van academische vrijheid altijd een stevige ideologische asymmetrie vertonen. Linkse extremisten kunnen zich aan een universiteit als de UGent zowat alles veroorloven. Neem Koen Bogaert en Gert Van Hecken, die in De Morgen de verdediging opnemen van de nieuwe Gentse rector, en daarbij academische vrijheid afdoen als een schadelijke fetisj die afleidt van “waarheid en rechtsplicht”.
Mocht ik Koen Bogaert heten, zou ik juist dankbaar zijn dat er zoiets als “academische vrijheid” bestaat waar ik me kan achter verschuilen. Bogaert heeft tot op vandaag een tweet op zijn tijdlijn staan waarin hij de bloedige pogrom van 7 oktober toejuicht, op de dag zelf geplaatst. Nooit heeft hij die schokkende post ingetrokken of rechtgezet. Integendeel, enkele dagen nadien heeft hij het sadistische geweld zelfs vergoelijkt in een uitgebreidere analyse: “Als er geen Palestijnse tegenreactie is die de wereld voldoende choqueert, dan wordt de koloniale situatie gewoonlijk genegeerd. Dat is de tragedie.”
Bogaert is lang niet de enige met zulke radicale ideeën. Een open brief van de vakgroep Conflict & Development op de UGent-website, gepubliceerd enkele dagen na 7 oktober en ondertekend door honderden academici en studenten, waaronder ook Bogaert en Van Hecken, weigerde expliciet om de terreur van Hamas te veroordelen. De brief bewierookte juist de Palestijnen voor hun “vasthoudendheid en fel verzet tegenover racisme en vestigingskolonialisme”, dat ze erg “inspirerend” vonden. De onderzoeker Max Ajl, verbonden aan dezelfde vakgroep, loofde in een lezing de Houthi’s, een groep die letterlijke homoseksuelen stenigt en kruisigt, als “de meest humane macht in de moderne geschiedenis” noemt. De officiële strijdkreet van de Houthi’s is “God is Groot, Dood aan Amerika, Vloek op de Joden, Overwinning aan de Islam”. Enkele weken later mocht Samidoun, een organisatie die op 7 oktober koekjes uitdeelde in Berlijn om het bloedbad te vieren, op onze campus komen spreken op een ‘Teach-Out on Palestine’. In Duitsland is Samidoun verboden als een terreurgroep. Bogaert promootte het evenement op zijn kantoordeur.
Mantel der liefde
Bogaert en Van Hecken weten dat de kans miniem is dat hun eigen radicale standpunten hen ooit in een lastig parket zullen brengen, zeker met onze nieuwe rector. Niemand legt hen toch een strobreed in de weg, want ze worden toch gedreven door “goede” (lees: linkse) bedoelingen. Zelfs collega’s die hun wenkbrauwen fronsen bij zulk ideologisch fanatisme, maken er doorgaans geen heibel over en bedekken het met de mantel der liefde. Maar wacht tot een ongevaarlijke malloot als Jeff Hoeyberghs nog eens wat toogpraat over vrouwen komt uitkramen. Dan staat het kot geheid weer op stelten en volgen er sancties en persberichten.
Wat mij betreft, genieten Bogaert de volle academische vrijheid om hun radicale ideeën te verkondigen, zolang ze niet in strijd zijn met de Belgische wet. Maar als universiteiten hun imago van links bolwerk willen bijstellen, moeten ze dringend ophouden met die enorme dubbele standaard, zoals ik ook betoog in mijn boek Het verraad aan de verlichting.
Wie schampert over academische vrijheid, kan ze op een dag zelf nodig hebben, zoals de brutale machtsgreep van Donald Trump in de VS illustreert. Academici die hun eigen linkse doctrines opleggen aan de hele universiteit, verzoeken de goden. Ze ondermijnen het nu al tanende vertrouwen in de universiteit, wat vroeg of laat tot een tegenreactie zal leiden.
Om de beroemde woorden van Martin Niemöller te parafraseren: eerst kwamen ze voor de pro-Israëlische stemmen, maar ik vond dat prima want ik verfoei Israël; dan kwamen ze voor de klimaatsceptici, maar ik vond dat prima want ik ben heel orthodox over het klimaat. En wat als ze op een dag voor de postkoloniale scherpslijpers komen?