Een thriller in een oude lift: Johnny versus Goliath

Paul Verkempinck. ‘Je verhaal zal lezen als een thriller van Pierre Lemaitre. Maar dan zonder doden.’ © Foto Saskia Vanderstichele

 Op de meest maffe uithoeken van deze planeet interviewde ik al mensen: in een benzinestation in Kruibeke om vier uur ’s nachts, op een verlaten strand in Cuba of in een openbaar toilet in Haarlem. Maar in een pardoes stilgevallen lift in Oostende, ergens zwevend tussen de eerste en tweede verdieping: dat had ik nog niet meegemaakt. ‘Je verhaal zal lezen als een thriller van Pierre Lemaitre. Maar dan zonder doden’, had eigenaar Paul Verkempinck me vooraf gemaild. Nooit gedacht dat hij dit bedoelde.

‘Ik ook niet’, lacht hij. ‘Dit was dus niet de bedoeling. Heb je last van claustrofobie?’

‘In alle maten en vormen’, zeg ik. ‘In een gesloten lift hadden ze me nu mogen afvoeren.’

Maar vandaag schuilt er geen spat angst in mijn lijf. Misschien omdat ik opgesloten zit in een van de mooiste liften van het land, een Jaspar uit 1935, en me toch vrij voel. Die open harmonicadeuren veranderen alles. Handwerk uit een tijdperk waarin de mensheid nog gevoel had voor stijl. Dat stopte in 1958. Toen rolden gesloten liftdeuren van de band. De winstpercentages van aandeelhouders van liftbedrijven stegen, maar het was gedaan met de charme.

Paul wilde me tonen dat een harmonicadeur uit 1935 in 2025 nog altijd bijzonder veilig is, zeker nu er een onzichtbaar elektrisch gordijn in zit. Daarom had hij, terwijl we opstegen, zijn hand door de tralies gestoken. Het elektrische gordijn deed zijn werk en de lift viel meteen stil. Alleen krijgen we ‘m nu niet meer in gang.

‘Ik bel mijn liftenman’, zegt Paul. Intussen komt ook de eigenaar van het eerste verdiep naar buiten. Hij kijkt verbaasd naar boven. ‘Gaat het?’ roept hij. ‘Er is hulp op komst’, zegt Paul. ‘Hebben jullie in afwachting geen zin in koffie?’ oppert de vriendelijke buurman. ‘Zwart of wit?’

Een paar tellen later schuift hij twee bekers koffie door de tralies. Ik vraag aan Paul wanneer zijn liefde voor art deco en dit soort machtige liften begonnen is.

***

Lang geleden, in 1976, antwoordt hij. Op de dag dat Omroep Brabant Bayreuth Return van Klaus Schulze draaide. Een nummer over zweven, uit zijn legendarische lp Timewind. Alleen gebruikten ze het bij de nationale omroep als achtergrondmuziek, met getater van de presentator ertussen – niemand in Brussel hoorde dat Schulze de godfather van de elektronische muziek zou worden.

Paul wel. Hij stuurde een verontwaardigde brief naar de BRT-redactie in Brussel en kreeg prompt een gepeperd antwoord: ‘Beste Paul, als je denkt dat je het beter kan, kom dan maar af.’

Paul reisde naar de hoofdstad en kreeg er zijn eigen radioprogramma over elektronische muziek, Muziek uit de Kosmos. En het mooiste bureau van het land: Salon Diongre in het Flageygebouw, het epicentrum van art deco in België. Het was eigenlijk het bureau van de grote baas Paul Vandenbussche, maar die was net verhuisd naar de nieuwe lokalen op de Reyerslaan.

Daar, in Salon Diongre, beleefde Paul de tijd van zijn leven. Hij bereidde er niet alleen zijn programma voor, maar haalde ook zijn idolen naar dit land, van Klaus Schulze tot Kraftwerk, en van Philip Glass tot Tangerine Dream. Van platenbaas Richard Branson kreeg hij de ene uitnodiging na de andere, omdat hij de enige in Europa was met een programma over elektronische muziek.

Na vijf jaar was zijn radiotijd voorbij, maar zijn liefde voor art deco eindigde nooit. Zelfs niet toen hij met zijn broer en zus de zaak van zijn vader had overgenomen: Hobbycenter Verkempinck in Oostende.

Sinds 2010 bezitten zijn vrouw en hij een prachtig art-decoappartement in een even mooie appartementsblok aan de Torhoutsesteenweg 35 in Oostende. Al had die er bijna niet meer gestaan, want alle projectontwikkelaars aasden erop. Ze wilden het slopen. ‘Maar een rijke, bevlogen vriend van me heeft het voor hun neus opgekocht. Woedend waren ze.’  Het gebeurt niet vaak, maar soms wint David van Goliath. En de schoonheid van de winst, zelfs in Oostende waar de vastgoedmakelaars zich keizer wanen. ‘Die bevlogen vriend van me wilde de hele appartementsblok in ere herstellen. Wij waren de eersten die bij hem een appartement hebben gekocht.’

Paul Verkempinck en zijn vrouw Anne Demuysere. Op 23 januari 1949 stegen Hugo Claus en zijn liefde Elly Overzier in deze lift voor de eerste keer naar de kosmos.

Paul deelde de ambitie van zijn maat. Hij droomde van een eigen Chelsea Hotel: een toevluchtsoord voor kunstenaars, met oude tegels en lettertypes. Met in het hart van het gebouw de monumentale lift met harmonicadeuren.

Die oude lift van het Chelsea Hotel in New York is trouwens legendarisch. Zeker omdat Leonard Cohen er op een dag in 1968 instond, toen op de eerste verdieping Janis Joplin de harmonicadeur opendeed. Het trage tempo van de lift zette hem aan om haar aan te spreken. ‘Mijn longen verzamelden al mijn moed. “Ben je op zoek naar iemand?”, vroeg ik haar. “Ja,” antwoordde ze, “ik zoek Kris Kristofferson.” “Kleine dame,” antwoordde ik, “je hebt geluk, ik bén Kris Kristofferson. Maar helaas, ik zoek Brigitte Bardot.”’

Toen de lift schokkend tot stilstand kwam op de vierde verdieping, was het duidelijk: ze zouden de nacht samen doorbrengen. De historische lift van het Chelsea Hotel leverde een van de meest legendarische zinnen uit de rockgeschiedenis op: ‘I remember you well in the Chelsea Hotel. You were talking so brave and so free. Giving me head on the unmade bed.’

***

Oostende, vond Paul, moest daar niet voor onderdoen. Het decor was er, de lift ook, en ze hadden een liefdesverhaal dat minstens even straf is. Ooit, op 23 januari 1949, had Hugo Claus in dit gebouw het jonge fotomodel en actrice Elly Overzier het hof gemaakt.

Ze hadden elkaar niet in de lift ontmoet. Maar wat verderop, tijdens een lezing in zaal Oud Oostende aan de Ieperstraat. Zij was ‘onder de indruk van zijn gedichten, zijn hoge laarzen en wilde krullen’, en ging op de eerste rij zitten. Hij ziet me niet, dacht ze en ze slenterde naar huis. Op straat tikte iemand op haar schouders: ‘Mag ik u vergezellen?’, vroeg Hugo. ‘Gaan we wandelen op de dijk?’

Later herinnerde hij zich van die 23e januari 1949 ‘dat het mistig was op de dijk, zij zei dat het sneeuwde’.  De avond eindigde op de Torhoutsesteenweg 35, waar Elly’s vader toen woonde. In deze lift stegen Elly en Hugo allebei naar de kosmos.

Dezelfde lift als waar wij nu in vastzitten, maar niet lang meer. Liftenman Johnny komt binnen. Niet meer dan drie seconden heeft hij nodig om de lift weer aan de praat te krijgen. ‘Je stak je hand net iets te enthousiast door de tralies, Paul, op het slot. Natuurlijk werkt de lift dan niet meer.’

Terwijl we weer langzaam stijgen, zeg ik: ‘Dit is toch van een verbluffende schoonheid. Het lijkt wel een filmdecor.’

‘Dat van Mission Impossible: Dead Reckoning’, antwoordt Paul droog.

Het lot van deze lift leek lang bezegeld: hij zou verdwijnen. Zoals elke monumentale lift in België.

Het begon allemaal in het begin van het nieuwe millennium, toen liftmaatschappijen een winstmodel zagen in de vervanging van de oude liften. Ze verspreidden het gerucht dat die liften onveilig waren. Dat klopte totaal niet — er bestaat geen enkele statistiek die dat bewijst. Maar onze politici trapten erin en penden in 2003 een Koninklijk Besluit bij elkaar. ‘Wat moeten we doen?’, vroegen ze aan de liftmaatschappijen. ‘Hier,’ antwoordden die, ‘een checklist van zeventig punten waaraan elke lift moet voldoen.’

‘Die punten kon je onmogelijk waarmaken zonder je lift compleet te verminken’, zegt Paul. ‘Weg met de harmonicadeuren bijvoorbeeld, en adieu open schacht. Terwijl dat allemaal weinig of niets met veiligheid te maken heeft. Het was duidelijk dat dat KB gemaakt was door iemand met een ongelofelijke aversie tegen oude liften. Het leek ook op maat geschreven van de grote liftmaatschappijen.’

‘Het zou te gek voor woorden zijn als we er in 2025 niet in slagen om zo’n oude lift perfect veilig te maken, zonder aan de architectuur te raken.’

Toch was er nog een achterpoort. ‘Je kon officieel ook een keuringsbureau aanstellen om de lift te laten inspecteren via de methode-Kinney. In plaats van criteria af te vinken, bekijken ze dan wat het werkelijke risico van de lift is. Dat hebben wij hier ook laten doen. De conclusie van ons keuringsbureau was: “Jullie lift is bijzonder veilig, nul risico, de lift wordt goedgekeurd.” Wij blij natuurlijk. Champagne! Tot het ter ore kwam van de FOD Economie en minister Pierre-Yves Dermagne (PS). Woedend waren ze in Brussel. Ik vermoed dat ze geen precedent wilden scheppen voor andere oude liften.’

Ze stuurden meteen een paar mensen naar Oostende, samen met het keuringsbureau. ‘Dat werd hier een dovemansgesprek. “U hoort nog van ons”, beten ze ons toe. En dat klopte: een paar weken later kregen we bericht van onze keuringsmaatschappij. Ze trokken de vergunning die ze twee weken eerder gegeven hadden weer in.’ Hij toont de vergunning: ‘GEANNULEERD’ staat er in grote rode letters op.  

Dat gebeurde allemaal in 2021, maar de strijd ging door. Niet alleen hier in Oostende, maar ook elders. Zoals in elke oorlog zijn er verzetslui die voorop lopen. De Brusselse liftenconstructeur Paul Mariën is zo iemand: al jaren is hij het boegbeeld van de beweging die ijvert voor het behoud van die majestueuze liften. 84 jaar ervaring heeft hij op de teller staan, hij ademt liften. ‘Hij verdient een standbeeld’, had Paul Verkempinck me gezegd.

‘Natuurlijk is veiligheid ontzettend belangrijk’, zegt Mariën me zelf. ‘Wie vroeger zijn hand door een oude harmonicadeur stak, had het vlaggen. Maar we leven in 2025. Het zou toch te gek voor woorden zijn als we vandaag geen goede oplossingen zouden hebben om zo’n oude lift perfect veilig te maken, zonder aan de architectuur te raken.’

Ook bij urban.brussels, het gewestelijk bestuur dat bevoegd is voor stedenbouw en erfgoed, zijn ze al lang in de weer om de liften te redden. ‘De voorbije jaren hebben we daarover intensief overlegd met de federale administratie Werk en Economie’, zegt Muriel Muret van urban.brussels. ‘Om een speciaal statuut te creëren voor historische liften.’

Met resultaat: op 1 januari 2023 trad een nieuw KB in werking dat het mogelijk maakt om liften van voor 1958 te moderniseren zonder hun erfgoedwaarde aan te tasten. Weer lijkt de schoonheid te winnen van de winst. ‘Daarnaast spraken we ook met liftbouwers om hen te overtuigen die liften zo veel mogelijk te behouden’, zegt Muret. ‘Sommigen stonden open voor onze argumenten, anderen totaal niet. Ze wilden er geen tijd aan verspillen.’

***

Een paar jaar geleden gaf toenmalig Brussels staatssecretaris voor Erfgoed Pascal Smet (Vooruit), die zelf zo’n oude lift heeft, urban.brussels en Homegrade de middelen om een inventaris op te stellen van liften met erfgoedwaarde. ‘Dat is ontzettend belangrijk geweest’, zegt Muret. ‘We hebben de afgelopen jaren veel liften bezocht en gefotografeerd. Uiteindelijk hebben 420 liften in Brussel een historisch attest gekregen.’

Jammer genoeg staat Vlaanderen helemaal niet zo ver. Daar is geen urban.brussels, en amper middelen. Ze tellen er nu 147 liften, maar er zijn er wellicht meer in Gent, Antwerpen en aan de kust.

Zo’n historisch attest betekent niet dat liften automatisch beschermd zijn, benadrukt Muret. ‘Mensen denken vaak: “We hoeven niets meer te doen.” Dat klopt niet. Ze moeten hun lift nog altijd laten moderniseren, al kan dat nu met respect voor de erfgoedwaarden. Toch schuilt er een gevaar: je moet iemand vinden die dat ook wil doen. Liftmaatschappijen stellen nog steeds standaardoplossingen voor, zogezegd veiliger en goedkoper. Wat niet klopt. Ze jagen mensen vooral schrik aan.’

Mariën: ‘Dat is een oude truc, die zelfs de verschrikkelijkste mensen uit de geschiedenis gebruikt hebben. Ooit vroegen ze aan nazikopstuk Hermann Göring: “Hoe heb je alle Duitsers aan je kant gekregen?” “Simpel,” antwoordde hij, “je jaagt de mensen schrik aan, dan doen ze wat je wilt.”’

‘In een gesloten lift hadden ze me mogen afvoeren. Maar deze heeft prachtige tralies, met zicht op de wereld. Ik voel me vrij.’

‘Daarom is begeleiding ontzettend belangrijk’, zegt Katelijne D’Hauwers, directeur van Verenigde Eigenaars. ‘Je kunt moeilijk van eigenaars verwachten dat ze over technische kennis of vaardigheden beschikken.’

Muret: ‘Homegrade, het advies- en begeleidingscentrum voor huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, neemt die taak op zich. We kunnen mensen begeleiden, maar de liften bewaken kunnen we natuurlijk niet. De finale beslissing ligt bij de eigenaars.’

Intussen tikt de klok. Ten laatste eind dit jaar moeten eigenaars een moderniseringsplan kunnen voorleggen. Tegen eind 2027 moeten de moderniseringswerken ook daadwerkelijk uitgevoerd zijn. ‘Die termijnen zijn krap’, zegt Muret. ‘Veel te krap eigenlijk.’

D’Hauwers: ‘Ik snap niet waarom die termijn zo kort moet zijn, want er is totaal geen urgentie. Zoals we al zeiden: er gebeuren amper ongevallen met oude liften. Als er al eens iets gebeurt, dan is het meestal met nieuwe.’

***

Schreven we net dat David aan de winnende hand is? We weten het niet meer zeker. Eerst het goede nieuws: de lift in Oostende, die waarin Hugo Elly verleidde, zal wel gered worden. Met dank aan het nieuwe KB en aan het historisch attest. De lift is helemaal gemoderniseerd, al ziet hij er nog steeds uit zoals in 1935. Allemaal de verdienste van liftman Johnny en zijn vijf medewerkers. Paul Verkempinck had hem destijds leren kennen in de bouwmarkt die hij toen had, en waar Johnny vaste klant was.

Liftenman Johnny in zijn heiligheid. ‘Mensen uit heel het land zeggen mij: wij willen ook zo’n goede ambachtsman als Johnny, maar ik kan geen Johnny’s toveren hè.’ © Foto Saskia Vanderstichele

‘Johnny is een geweldige vakman die van die oude liften houdt’, zegt Paul. ‘Hij heeft bij alle grote liftmaatschappijen gewerkt. Hij kent de materie honderd keer beter dan al de controleurs die onze lift komen keuren. Daarnaast is Johnny ook een uitvinder. Dat heb je nodig als je een oude lift wilt laten moderniseren, want al die oude liften zijn anders.’

Johnny heeft maar één nadeel, zegt Paul. ‘Hij gaat binnen enkele jaren op pensioen en werkt alleen aan de kust. Het probleem is dat er in de rest van het land amper mensen als Johnny rondlopen. Eigenaars met zo’n oude lift uit Gent of Antwerpen smeken mij: “Paul, doe iets, wij willen ook een Johnny.” Maar ik kan geen Johnny’s toveren, hè. Je kan er gif op innemen: de modernisering van alle oude liften gaat nooit lukken tegen 2027, bij gebrek aan goede ambachtslui zoals Johnny. Geen enkele eigenaar wil het risico lopen dat zijn lift buiten werking gesteld wordt. Dus dan komen toch de grote maatschappijen aan zet, die die oude bazaar zo snel mogelijk weg willen. Ik vrees dus dat er bijzonder veel historische liften alsnog gaan sneuvelen.’

Toch maar even het kabinet van minister van Economie David Clarinval (MR) gecontacteerd. ‘Onze administratie volgt de situatie op,’ zeggen ze daar, ‘maar we hebben nog geen aanwijzingen dat een nieuw uitstel aangewezen is.’

Wij wel. Deze thriller wordt vervolgd, tenzij er nog een mirakel uit de kosmos valt. De voormalige programmamaker heeft alvast een suggestie: dat een machtspoliticus als Bart De Wever of Conner Rousseau morgen een art-decoappartement met lift koopt. ‘Dan is dit dossier in één weekend opgelost.’ Paul is bereid om koffie te zetten als ze hun hand pardoes door de tralies zouden steken.

Brussel redt zijn oude liften: ‘Na tien minuten krijgt iedereen claustrofobie in een gesloten kooi’

 

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content