Mark Van de Voorde

‘Een samenleving die een financiële put graaft voor de staat, valt er zelf in’

Mark Van de Voorde Onafhankelijk publicist en gewezen raadgever van Herman Van Rompuy, Yves Leterme en Steven Vanackere.

‘Vele kleintjes maken een groot, zegt het spreekwoord. Dat geldt ook voor fraude’, schrijft Mark Van de Voorde na de sociale fraude van de thuisverpleegkundige die deze week aan het licht kwam in Houthulst. ‘Hoe kijken we aan tegen de kleine fraude van een niet aangegeven inkomen van de bijklusser? Mensen denken vaak: wat we ontfutselen aan de staat, maakt ons welvarender. Niets is minder waar.’

De sociale fraude van de thuisverpleegkundige uit Houthulst is zo groot dat niemand het haar nog zou (durven) gunnen. Maar hoe kijken we aan tegen de kleine fraude van een niet aangegeven inkomen van de bijklusser? Weigeren wijzelf wel altijd de voorgestelde betaling in het zwart (met BTW-korting voor onszelf)? Ook die goedgeprate dagelijkse zonden van de kleine fraude halen miljarden uit de gemeenschappelijke pocket van de staat en doen die verdwijnen in onze particuliere zakken. Vele kleintjes maken een groot, zegt het spreekwoord. Dat geldt ook voor fraude.

Laten we aannemen dat de verpleegkundige uit Houthulst een unicum is. Wat de omvang van fraude betreft is dat wellicht zo, maar helemaal niet wat de daad zelf betreft. De overgrote meerderheid van de thuisverpleegsters werkt niet alleen toegewijd maar ook correct. Toch blijkt die van Houthulst niet de enige te zijn die niet gepresteerde zorgprestaties factureerde. Ook in de kring van artsen en tandartsen zitten er ferme fraudeplegers.

De sociale fraude beperkt zich bovendien niet tot de sector van de gezondheidszorg. Denken we aan uitkeringsfraude, sociale-zekerheidsfraude, domiciliefraude, zwartwerk, sociale dumping (uitbuiting van gedetacheerde werknemers uit het buitenland).

Naast de sociale fraude tieren welig zwartwerk, faillissementsfraude, subsidiefraude en witwaspraktijken, om het niet te hebben over de immense belastingontduiking via een kluwen van ondernemingen en managementvennootschappen. Zelfs als sommige van die constructies door de gaten in de wet hebben gevonden niet eens strafbaar zijn, blijven ze intentioneel en ethisch gezien pure fraude.

Het drama is dat de samenleving niet ziet dat ze hiermee zichzelf in de zak zet. Tweemaal zelfs: financieel en maatschappelijk. Maatschappelijk, omdat fraude de overheid doet besluiten tot strengere wetgeving, striktere regelgeving en meer controle. Terecht, maar dat tast wel het maatschappelijke vertrouwen aan.

Geen gevaarlijker adagium dan: vertrouwen is goed, controle is beter! Als controle de grondslag van een organisatie wordt, gaat de samenleving in het defensief door onder te duiken. De ambtenaar of de burger probeert de controle te ontlopen en wordt bijgevolg aangemoedigd om achterpoortjes op te zoeken. Wantrouwen zet aan tot misbruik. Misbruik op zijn beurt leidt tot nog meer juridisering: alles moet wettelijk worden vastgelegd, want we vertrouwen informele afspraken niet.

Het gevoel gewantrouwd te worden is vooral dodelijk voor het engagement. Een samenleving kan niet worden gemobiliseerd, als wantrouwen overheerst. Wie wil nog zijn nek uitsteken, wie wil nog initiatief nemen, wie wil zich nog voor een zaak inzetten, als hij voortdurend moet bewijzen dat hij te goeder trouw is en als hij zich geremd weet in zijn vrijheid? Als het wantrouwen de basishouding wordt in onze intermenselijke verhoudingen, stokt de samenleving.

Ook financieel doet fraude ons de das om. Mensen denken vaak: wat we ontfutselen aan de staat, maakt ons welvarender. Niets is minder waar. Het algemeen belang is immers niet de optelsom van de persoonlijke belangen die we voor onszelf houden. Het algemeen belang wordt gespekt door wat we ervoor afdragen.

De miljarden – het loopt waarlijk in de miljarden – die de overheid ontbeert door de vele vormen van fraude en corruptie in de samenleving, hebben de huidige gaten geboord in de begroting. Dat de begrotingsbesprekingen moeizaam verlopen, is het gevolg van het feit dat die gaten moeten worden gestopt.

Dat kan maar door twee soorten maatregelen: belastingen en besparingen. Welke men ook kiest, de samenleving zal het voelen: ofwel fiscaal door nog hogere belastingen ofwel financieel door minder tegemoetkomingen en subsidies.

Mochten we allemaal netjes onze belastingen betalen, geen constructies opzetten om de indruk te wekken dat we nauwelijks iets verdienen, correct factureren en niet frauderen, had de staat wellicht miljarden op overschot.

Het spreekwoord zegt: wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in. Waar is ook: een samenleving die een financiële put graaft voor de staat, valt er zelf in.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise