Vrije Tribune

‘Een onzichtbaar gevecht: ik was hun leidinggevende en tegelijk hun doelwit’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Wat begint met blikken en stiltes, escaleert tot een subtiele maar slopende terreur van roddels, vernedering en machtsstrijd’, schrijft Annick, die een tijd geleden slachtoffer werd van psychisch geweld op de werkvloer. Met haar getuigenis reageert ze op het Knack-coververhaal over pesterijen in de leraarskamer.

Er wordt veel gesproken over pesten op de werkvloer. Meestal gaat het dan over conflicten tussen collega’s. Zelden hoor je iets over leidinggevenden die het slachtoffer zijn.

Maar het bestaat. Ik weet dat, omdat het mij is overkomen.

Ik was hun leidinggevende. En tegelijk hun doelwit.

Drie mensen uit mijn team keerden zich tegen mij. Waarom precies? Dat is nooit helemaal duidelijk geworden. Was het jaloezie? Frustratie? Eén ding stond vast: één van hen wilde mijn stoel. Vanaf dat moment werd alles wat ik deed verdraaid, tegen mij gebruikt, publiekelijk bespot of bewust ondermijnd.

Ze fluisterden leugens, verspreidden giftige roddels. Ze manipuleerden collega’s, creëerden wantrouwen, zaagden stelselmatig aan mijn geloofwaardigheid. Alsof dat nog niet genoeg was, begonnen ze mijn persoonlijke spullen te verwijderen. Foto’s van mijn kinderen verdwenen van mijn bureau, alsof ik zelfs als mens niet meer mocht bestaan in die ruimte. En op een dag, terwijl ik er niet was, smeten ze mijn koffietas – een cadeau met emotionele waarde – kapot op de grond. Alsof ook mijn menselijkheid vertrappeld mocht worden.

Elke poging tot overleg werd gesaboteerd. Mijn mails kregen geen antwoord of alleen kille, vijandige reacties. Ik voelde me als leider totaal geïsoleerd. Elke werkdag werd een strijd. En ik vocht. Tegen hun gedrag, tegen mijn groeiende gevoelens van machteloosheid, tegen het isolement, tegen de constante stress.

Maar je kunt niet blijven vechten als je elke dag opnieuw wordt neergehaald. Op een bepaald moment brak ik. Mijn lichaam en geest konden niet meer. Alles gaf het op.

Burn-out.

En zelfs toen ik viel, hielden zij niet op. Ze gingen verder. Ze stapten naar de politiek, draaiden het verhaal om, schilderden zichzelf af als slachtoffers van míjn zogezegde wangedrag. En ze vonden gehoor. Niet omdat ze de waarheid spraken, maar omdat het politiek makkelijker was hen te geloven dan de feiten onder ogen te zien. Gemak boven waarheid. Stilte boven rechtvaardigheid.

Maanden later keerde ik terug, klampend aan een sprankel hoop. Hoop op erkenning. Op verandering. Maar niets was veranderd. Ik werd nog steeds aangekeken alsof ík het probleem was. Geen bescherming. Geen steun. Geen rechtzetting. Uiteindelijk werd ik overgeplaatst. Niet om mij te helpen, maar om hen tevreden te stellen.

Ik had kunnen blijven. Kunnen blijven vechten. Maar ik koos voor iets anders: mijn waardigheid. Ik nam ontslag. Niet omdat ik verloren had, maar omdat ik mijn energie niet langer wilde verspillen aan een systeem dat onrecht toedekt en integriteit opoffert voor gemakzucht en stilte.

Wat blijft, is een litteken. En een bittere waarheid: pesten stopt niet aan de top.
Ook wie leiding geeft, kan slachtoffer zijn. En de structuren die je zouden moeten beschermen, kunnen je net zo goed laten vallen.

Ik deel mijn verhaal niet uit wrok of voor medelijden. Ik deel het omdat er nog te veel wordt gezwegen. Omdat anderen in stilte lijden. Omdat elke organisatie, elk beleid, elk team moet begrijpen: pesten kent geen rang.
En integriteit mag nooit de prijs zijn voor politieke rust of persoonlijke ambitie.

Annick is een psudoniem. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content