Een dag in restaurant Samenloop, waar asielzoekers koken: ‘Ik droom van een eigen restaurant in België. Ik voel dat het erin zit’

Om de drie maanden moet Keukenchef Luis werken met een nieuwe ploeg van een twaalftal vluchtelingen en asielzoekers. © Wim Van Cappellen
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

In het Antwerpse restaurant Samenloop kunnen asielzoekers werkervaring opdoen om zich klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. De sfeer is er even goed als het eten.

Zes jaar geleden vertrok de Venezolaan Luis met een diploma elektromechanisch ingenieur uit zijn geboorteland, op de vlucht voor de volatiele politieke situatie. Omdat hij verre familie in België had, belandde hij in ons land. Hij merkte al snel dat hij hier niets kon doen met zijn diploma, en verzeilde uiteindelijk in het vangnet voor veel mensen met een moeilijke arbeidssituatie: de horeca.

Vandaag is hij een vaste waarde in de keuken van restaurant Samenloop in hartje Antwerpen, in het historische Maagdenhuis (oorspronkelijk ‘Maegdeckenshuys’). Dat werd in 1552 opgericht door de rijke kruidenier Jan Van der Meeren voor de opvang van weesmeisjes. Ze leerden er koken en naaien, zodat ze later als dienstmeisjes aan de slag zouden kunnen. Een meer symbolische locatie voor het restaurant vind je niet in deze stad.

Luis vond zijn passie in koken – hij vindt het veel aangenamer dan wat hij deed als ingenieur. Het concept van Samenloop maakt dat hij zich constant moet aanpassen aan een nieuwe situatie, maar als vluchteling is hij wel wat gewoon.

Het menu van Samenloop is een combinatie van de kennis van de gastchef met elementen uit de thuiskeukens van de asielzoekers.

Om de drie maanden moet hij werken met een nieuwe ploeg van een twaalftal vluchtelingen en asielzoekers, die in de keuken praktijkervaring komen opdoen. Vandaag komen zijn collega’s uit Ghana, Nigeria, Eritrea, Sri Lanka, Syrië en enkele Oost-Europese landen, Oekraïne inbegrepen. Er wordt gewerkt in een open keuken, dus de bezoekers kunnen alles volgen.

© Wim Van Cappellen

Culinaire herinneringen

Het menu wordt telkens mee samengesteld door een Belgische gastchef. De eerste was de bekende kok Seppe Nobels – toen heette het project nog Instroom en was het gevestigd in het Rubenshuis. In zijn huidige vorm begon Samenloop op Valentijnsdag 2025. Het Maagdenhuis blijft de vaste locatie tot eind 2026, wanneer het sluit voor renovatie. Het wordt geleidelijk omsingeld door het almaar uitbreidende vijfsterrenhotel Botanic Sanctuary – ooit een ziekenhuis. Het lijken botsende werelden.

Chef-kok Seppe Nobels werkt met vluchtelingen: ‘Echt een waanzinnig grave integratiecursus’

Momenteel is de gastchef Louis Broos van het Antwerpse restaurant Le Oui. De energieke Broos, die al sinds zijn vijftiende in allerlei keukens werkte, doet in zijn eigen restaurant alles zelf: ontvangen, koken, opdienen en afwassen – het moet een ervaring zijn om hem bezig te kunnen zien. Zijn expertise zijn gefermenteerde producten, die hij heeft ingebouwd in het menu van Samenloop.

Het menu is altijd een combinatie van de kennis van de gastchef met elementen uit de thuiskeukens van de asielzoekers. ‘Voor ons zijn dat culinaire herinneringen’, zegt Luis. ‘Zo blijven we ook in ons werk verbonden met onze thuiswereld.’ De voortdurende rotatie van medewerkers valt wel mee, vindt hij. ‘Het is altijd wat zoeken in het begin, maar ik heb zelf ondervonden hoe belangrijk het is dat je gesteund en gemotiveerd wordt, dus doe ik graag mijn best om zo veel mogelijk mensen op weg te helpen.’

© Wim Van Cappellen

Nergens moeilijker dan in België

De drijvende kracht achter Instroom en Samenloop is ‘activeringsexpert’ Chris Bryssinckx van GATAM (‘Grote Afstand Tot de ArbeidsMarkt’). De vzw runt veertien projecten rond arbeidsmarktfacilitering. ‘Samenloop is een arbeidsdoorstromingsproject vermomd als restaurant’, legt hij uit. ‘Mensen met een verblijfsvergunning die een kookopleiding volgden bij de VDAB kunnen hier stage lopen, maar we proberen ook zo veel mogelijk asielzoekers – ik noem ze liever “verzoekers om internationale bescherming” – aan de slag te krijgen. Dat is niet gemakkelijk. Het politieke klimaat is de laatste tijd sterk tegen deze mensen gericht, waardoor ze steeds moeilijker werk vinden.’

‘Liefst 70 procent van de mensen die wij opleiden, stroomt door naar een reguliere job.’

Bryssinckx haalt cijfers aan die illustreren dat het nergens in Europa moeilijker is voor asielzoekers om een baan te vinden dan in ons land: de werkzaamheidsgraad van niet-Europese migranten is in België amper 51 procent, het Europese gemiddelde is 63 procent. ‘Nochtans vinden veel ondernemingen, zeker in de horeca, moeilijk goede werknemers. Liefst 70 procent van de mensen die wij opleiden, stroomt door naar een reguliere job. De meeste werkgevers zijn heel tevreden over hen. Het zijn dankbare mensen die extra loyaal zijn om de kansen die ze krijgen.’

Het alternatief is dat deze mensen maandenlang in een asielcentrum op de rand van een bed zitten te niksen, terwijl onze maatschappij steeds meer jobs niet ingevuld krijgt omdat niemand van hier ze nog wil doen. Toch is het werk niet voor iedereen vanzelfsprekend. ‘Nogal wat asielzoekers zijn alleenstaande moeders met kinderen’, zegt Bryssinckx. ‘Voor hen is het nog moeilijker om voltijds te werken, want ze moeten bijvoorbeeld op tijd aan de schoolpoort staan om hun kinderen op te halen. Asielzoekers die doorstromen naar een reguliere job verliezen na vier maanden ook hun opvang, waardoor ze zelf een woning moeten zoeken op de huurmarkt. Dat geeft extra stress voor mensen die meestal al een zware rugzak van ellendige ervaringen meetorsen.’

© Wim Van Cappellen

Gesloten feestzaal

Naast het humane aspect draait Samenloop op duurzaamheidsprincipes. De producten worden zo veel mogelijk bio en in de korte keten gekocht. No waste in de keuken is een streefdoel. Interieur en servies zijn ‘bijeengeharkt’ op de tweedehandsmarkt – tafels en stoelen komen van de feestzaal van een roeiclub die dichtging.

‘Onze mensen passen blijkbaar beter in een negatief verkiezingsdiscours dan in een activeringsbeleid.’

Het meest storende vindt Bryssinckx de bijna totale afwezigheid van de overheid in zijn verhaal. ‘Subsidies verdwijnen en de overheid trekt zich steeds meer terug. Onze mensen passen blijkbaar beter in een negatief verkiezingsdiscours dan in een activeringsbeleid. Dat is jammer, want wij hebben zo goed als geen negatieve ervaringen met hen. Als onze mensen zouden horen wat er allemaal aan negatiefs over hen wordt verteld, zou dat héél demotiverend werken. Terwijl ze in het restaurant tonen dat ze bereid zijn hard te werken om er iets van te maken. In tegenstelling tot de karikatuur die sommigen van hen menen te moeten maken, willen deze mensen wél werken. Ze kunnen zelfs efficiënt zijn zonder dat ze vlot Nederlands spreken. Ook dat is een politiek idee-fixe: dat zulke mensen eerst Nederlands moeten leren om werk te kunnen vinden. Het ene kan probleemloos hand in hand gaan met het andere. Het is vooral een kwestie van goede wil.’

© Wim Van Cappellen

Naailessen

GATAM vist niet alleen de kooklessen uit het oorspronkelijke weeshuis op, ook de naailessen. Vlak bij het restaurant is er een naaiatelier waar asielzoekers onder impuls van modeontwerper Tim Van Steenbergen verloren stoffen uit de mode-industrie recycleren tot nieuwe kledingstukken. De lijn heet REantwerp.

Keukenchef Luis van Samenloop heeft nog dromen: ‘Ik treur elke dag om het feit dat ik mijn geboorteland en mijn familie moest achterlaten. Maar dat doe ik alleen in mijn appartement, nooit op het werk. Ik droom ervan om ooit naar Venezuela op vakantie te kunnen gaan en mijn moeder terug te zien. Maar ik droom ook van een eigen restaurant in België. Ik voel dat het erin zit. Ik heb ervaren dat er in België veel mogelijk is als je maar je best doet. Dat geeft hoop.’

© Wim Van Cappellen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise